ECLI:NL:RBALM:2004:AR5208
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep van de Gemeente Enschede tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift inzake de WAO-uitkering van ex-werknemer X
In deze zaak heeft de Gemeente Enschede, eiseres, beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) waarbij het bezwaarschrift van eiseres niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit besluit was genomen naar aanleiding van de intrekking van de WAO-uitkering van haar ex-werknemer X, die per 3 juni 2003 niet langer als arbeidsongeschikt werd beschouwd. Eiseres stelde dat zij als belanghebbende moest worden aangemerkt, omdat de intrekking van de WAO-uitkering financiële gevolgen had voor haar in de vorm van een wachtgelduitkering die zij aan X moest betalen.
De rechtbank heeft op 4 november 2004 de zaak behandeld. Eiseres werd vertegenwoordigd door haar ambtenaren en de verweerder, het UWV, door een medewerker van het UWV. De rechtbank oordeelde dat het UWV ten onrechte had geoordeeld dat eiseres geen belanghebbende was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank baseerde haar oordeel op de vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, die stelt dat een werkgever die bezwaar maakt tegen een besluit dat de aanspraken van een werknemer op een WAO-uitkering betreft, als belanghebbende moet worden aangemerkt.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het UWV op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij ook de ontvankelijkheidsvereisten in acht genomen moesten worden. Tevens werd bepaald dat het UWV het griffierecht van 232 euro aan eiseres moest vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de erkenning van de positie van werkgevers in het bestuursrecht, vooral in gevallen waar financiële verplichtingen voortvloeien uit besluiten over arbeidsongeschiktheid.