ECLI:NL:RBALM:2004:AR2261

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
16 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
08/004505-04
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot afpersing en voltooide afpersing in Almelo

Op 16 september 2004 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot afpersing van € 3000 en voltooide afpersing van € 300. De verdachte, geboren in 1958 en woonachtig in Almelo, zou op 19 mei 2004 samen met mededaders hebben geprobeerd om [aangever] onder bedreiging van geweld te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders dreigend met een staaf of een gelijkend voorwerp op [aangever] zijn toegelopen en daarbij een geldbedrag hebben geëist. Tevens is er gedreigd met geweld tegen de vrouw en kinderen van [aangever] als het geld niet zou worden betaald.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte daadwerkelijk geweld heeft gebruikt of met geweld heeft gedreigd. De verklaringen van [aangever] werden als inconsistent en niet volledig betrouwbaar beschouwd. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen getuigen waren die de gebeurtenissen zoals door [aangever] beschreven konden bevestigen. Dit gebrek aan bewijs leidde tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen wat hem primair en subsidiair was tenlastegelegd.

Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, met onmiddellijke invrijheidstelling als gevolg. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om de rechten van de verdachte te waarborgen, zelfs in gevallen van ernstige beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 4505-04.
STRAFVONNIS
Uitspraak: 16 september 2004.
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats en datum] 1958,
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het Huis van Bewaring te [plaats],
terechtstaande -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting- terzake dat:
hij op of omstreeks 19 mei 2004 te Almelo ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] en/of een of meer anderen te dwingen tot de afgifte van EURO 3000, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [aangever] en/of een of meer anderen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zich tezamen met een of meer anderen, althans alleen, heeft begeven naar ((een terrein nabij) het autobedrijf van) [aangever], alwaar hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, dreigend met een staaf - althans met een op een slagwapen gelijkend voorwerp - op [aangever] is toegelopen en/of (daarbij) EURO 3000, althans een geldbedrag, heeft geeist van [aangever] en/of voornoemde [aangever] (daarbij) tegen het hoofd en/althans (elders) tegen het lichaam heeft geslagen en/of deze [aangever] (daarbij) woorden, met de navolgende strekking, heeft toegevoegd,
- dat hij/zij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s), de zaak van [aangever] wat zou(den) aandoen en/of de vrouw en kinderen van [aangever] zou(den) vermoorden als [aangever] niet het door verdachte en/of zijn mededader(s) geeiste geld zou afgeven aan hem en/of zijn mededader(s)
en/of (vervolgens) heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader, al dan niet via een ander, aan [aangever] en/of [echtgenote aangever] (telefonisch) laten weten dat EURO 300,- moest worden betaald, in elk geval een geldbedrag, omdat hij en/of zijn mededader anders terug zou(den) komen met staven, waarna [echtgenote aangever] naar verdachte en/of zijn mededader EURO 300,- heeft gebracht, alwaar/waarna verdachte en/of zijn mededader (vervolgens) tegen die [echtgenote aangever] heeft gezegd: ‘voor vrijdag moet ik nog € 2.700,- hebben’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, waarbij verdachte en/of zijn mededader in de richting van [echtgenote aangever] een snijdende beweging langs de keel maakte, en zei dat [echtgenote aangever] maar beter kon betalen, omdat anders haar kinderen en zijzelf eraan zouden gaan, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
EN/OF
hij op of omstreeks 19 mei 2004, te Almelo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer pers(o)onen, genaamd [aangever] en/of [echtgenote aangever], heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 300,- Euro, althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [aangever] en/of [echtgenote aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
- verdachte en/of zijn mededader zich heeft/hebben begeven naar ((een terrein nabij) het autobedrijf van) [aangever], alwaar hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, dreigend met een staaf - althans met een op een slagwapen gelijkend voorwerp - op [aangever] is toegelopen en/of (daarbij) EURO 3000, althans een geldbedrag, heeft geeist van [aangever] en/of voornoemde [aangever] (daarbij) tegen het hoofd en/althans (elders) tegen het lichaam heeft geslagen en/of bij de keel heeft gegrepen en/of deze [aangever] (daarbij) woorden, met de navolgende strekking, heeft toegevoegd:
dat hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s), de zaak van [aangever] wat zou(den) aandoen en/of de vrouw en kinderen van [aangever] zou(den) vermoorden als [aangever] niet het door verdachte en/of zijn mededader(s) geeiste geld zou afgeven aan hem en/of zijn mededader(s), en/of
- verdachte en/of zijn mededader (vervolgens), al dan niet via een ander, aan [aangever] en/of [echtgenote aangever] (telefonisch) heeft/hebben laten weten dat EURO 300,- moest worden betaald, in elk geval een geldbedrag, omdat hij en/of zijn mededader anders terug zou(den) komen met staven
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 19 mei 2004 te Almelo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [aangever] en/of een ander en/of anderen heeft bedreigd
= met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen en/of goederen;
= met enig misdrijf tegen het leven gericht;
= met zware mishandeling;
immers is/zijn verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) dreigend met een staaf, althans met een als slagwapen uitziend voorwerp op voornoemde [aangever] en/of een of meer ander(en) toegelopen, en/althans heeft verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk dreigend voornoemde [aangever] en/of een of meer anderen (daarbij) de woorden toegevoegd: ("ik/we wil(en) EURO 3000 (althans een geldbedrag) hebben, want anders:") "ik/we vermoorden je vrouw en kinderen" en/of "we doen je zaak wat aan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
en/of
hij op of omstreeks 19 mei 2004 te Almelo, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [aangever], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [aangever], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met gebalde vuisten tegen het hoofd heeft geslagen en/althans (elders) tegen het lichaam heeft geslagen, en/of met een op een slagwapen gelijkend voorwerp heeft geslagen, althans met die staaf/dat voorwerp het lichaam van voornoemde [aangever] heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ofschoon duidelijk is geworden dat verdachte en zijn medeverdachte aan [aangever]s bedrijf zijn verschenen ter collecte van € 3000 en dat later daadwerkelijk € 300 is betaald, is de rechtbank niet door wettige bewijsmiddelen overtuigd dat bij het bedrijf en ten huize van [verdachte], aldaar en met dat doel geweld is gebruikt of met zulk geweld is gedreigd. Tegenover [aangever]s eigen verklaring op dat punt staat dat [aangever] zelf tenminste op sommige punten in zijn verklaring niet de gehele waarheid lijkt te vertellen. Bovendien heeft niemand van het aanwezige personeel van [aangever] gezien dat de feiten plaatsvonden zoals [aangever] aangeeft. Ook andere omstandigheden, zoals het tijdsverloop en de wisselende verklaringen over al of niet bestaande schulden, wekken te zeer de indruk dat er “meer” achter deze zaak zit dan de betrokkenen verklaren. Dat maakt het geringe concrete bewijs dat er tegen verdachte is, te weinig betrouwbaar.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis, met ingang van heden en gelast diens onmiddellijke invrijheidstelling, welk bevel afzonderlijk is geminuteerd.
Aldus gewezen door mr. Berg, voorzitter, mr. Derks en mr. Beuving, rechters, in tegenwoordigheid van Feijer, griffier, en – bij vervroeging - uitgesproken ter openbare terechtzitting op 16 september 2004.
Mr. Beuving is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.