ECLI:NL:RBALM:2004:AQ6857
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezamenlijk ouderlijk gezag afgewezen wegens slechte verstandhouding tussen ouders
In deze zaak heeft de kantonrechter te Almelo op 12 juli 2004 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die gezamenlijk met de vrouw het ouderlijk gezag over hun minderjarige kind [X] wenste te verkrijgen. De man, vertegenwoordigd door mr. E.G. Blankestijn, en de vrouw, vertegenwoordigd door mevrouw mr. J. Hofstede, hebben beiden hun standpunten toegelicht tijdens de mondelinge behandeling op 5 juli 2004. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek af te wijzen, gezien de slechte verstandhouding tussen de ouders. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ouders al enige tijd uit elkaar zijn en dat er geen goede communicatie tussen hen bestaat. De vader heeft het kind erkend voor de geboorte en er zijn al eerder procedures gevoerd over kinderalimentatie en omgangsregelingen. De kantonrechter heeft overwogen dat artikel 1:252 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek niet verenigbaar is met artikel 8 van het EVRM, waardoor de man ontvankelijk is in zijn verzoek. Echter, gezien de langdurige slechte verstandhouding tussen de ouders, is het verzoek om gezamenlijk ouderlijk gezag afgewezen. De kantonrechter heeft bepaald dat de vrouw de man op de hoogte moet houden van belangrijke ontwikkelingen met betrekking tot het kind, en dat de man recht heeft op informatie van de school van [X].