ECLI:NL:RBALM:2003:AN8296
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.G.M.B. Inden
- M. Maten
- A. Wentink
- Rechtspraak.nl
Schuldige bestuurder van failliete rechtspersonen voor administratie en verduistering
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 17 november 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, die als bestuurder van verschillende failliete rechtspersonen, waaronder De Grote Een BV, werd beschuldigd van het niet nakomen van zijn verplichtingen in verband met het faillissement van deze vennootschappen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het niet voeren van een correcte administratie en het niet bewaren van belangrijke documenten, wat leidde tot een bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers. Daarnaast werd de verdachte schuldig bevonden aan verduistering, omdat hij opdracht had gegeven tot het verduisteren van spaarloongeld van werknemers van de betrokken rechtspersonen.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde echter dat, gezien de omstandigheden en het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen, een lichtere straf gerechtvaardigd was. De rechtbank legde de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden op, evenals een taakstraf van 240 uren. De rechtbank benadrukte dat de verdachte verantwoordelijk was voor de laakbare gedragingen en dat zijn handelen aanzienlijke schade had veroorzaakt voor de werknemers die financieel benadeeld waren.
De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet ontvankelijk in hun vorderingen, omdat de gevorderde bedragen niet eenvoudig konden worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders van rechtspersonen, vooral in situaties van faillissement, en de gevolgen van het niet naleven van wettelijke verplichtingen.