ECLI:NL:RBALM:2003:AJ6859

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
9 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
08/006435-02
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Rikken
  • A. Bloebaum
  • J. Taalman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor het in voorraad hebben en verspreiden van kinderporno

Op 9 september 2003 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het in voorraad hebben en verspreiden van kinderporno. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte in de periode van 1 januari 1998 tot en met 6 november 2001 meermalen afbeeldingen en gegevensdragers met seksuele gedragingen van minderjarigen in zijn bezit had en deze verspreidde. De verdachte werd geconfronteerd met ernstige beschuldigingen, waaronder het vervaardigen en verspreiden van afbeeldingen waarbij kinderen betrokken waren die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet hadden bereikt.

De rechtbank overwoog dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het in voorraad hebben en verspreiden van een aanzienlijke hoeveelheid kinderporno, wat een ernstige schending van de wet en de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik inhoudt. De rechtbank nam in overweging dat de verdachte, ondanks de ernst van de feiten, in aanmerking kwam voor een voorwaardelijke straf. Dit werd onderbouwd door een rapport van dr. Gresnigt, waaruit bleek dat de verdachte leed aan een posttraumatische stressstoornis en een persoonlijkheidsstoornis, wat zijn gedrag beïnvloedde.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van één jaar op, geheel voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarden dat hij zich onder toezicht van de reclassering moest stellen en behandeling moest ondergaan bij de forensische polikliniek De Tender. De rechtbank benadrukte het belang van behandeling om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de overtuiging uitsprak dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan, en dat hij strafbaar was, aangezien er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/006435-02
STRAFVONNIS
Uitspraak: 9 september 2003
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1979],
wonende te [adres en woonplaats],
terechtstaande terzake dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 6 november 2001,
in elk geval op of omstreeks 6 november 2001, te Vroomshoop, gemeente Vriezenveen en althans (elders) in het arrondissement Almelo en/althans (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeelding(en), te weten
= een of meerdere foto('s) en/of
= een of meerdere foto-negatief/foto-negatieven
en/of
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer gegevensdrager(s), te weten
= een of meerdere computerbestand(en)
(telkens) bevattende een of meerdere afbeelding(en) van (een) seksuele
gedraging(en), heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of
uitgevoerd en/of in voorraad heeft gehad,
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) iemand die kennelijk de
leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, is/was betrokken,
welke vorenbedoelde sexuele gedraging(en) (onder meer) bestond(en) uit het
volgende:
-een (volwassen) man die een been van een meisje naar beneden drukt en met
zijn mond de omgeving van de vagina van het meisje kust
([bestandsnaam 1]), en/of
-een meisje dat op schoot zit bij een (volwassen) man en de penis van die man
in haar mond neemt/heeft ([bestandsnaam 2]), en/of
-een meisje dat vaginaal gepenetreerd wordt door een (volwassen) man
([bestandsnaam 3]), en/of
-een jongen die een (volwassen) vrouw vaginaal penetreert ([bestandsnaam 4]), en/of
-een jongen met een erectie die gepijpt wordt door een andere jongen
([bestandsnaam 5]), en/of
-een meisje dat vaginaal gepenetreerd wordt door een jongen ([bestandsnaam 6]), en/of
-een meisje dat oraal gepenetreerd wordt door een man ([bestandsnaam 7]),
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 1998 tot en met 6 november 2001, in het arrondissement Almelo, meermalen, telkens afbeeldingen, te weten
= foto's en
= foto-negatieven
en
meermalen gegevensdragers, te weten
= computerbestanden
telkens bevattende een of meerdere afbeeldingen van een seksuele
gedraging, heeft verspreid en in voorraad heeft gehad,
bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens iemand die kennelijk de
leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke vorenbedoelde seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit het volgende:
-een (volwassen) man die een been van een meisje naar beneden drukt en met
zijn mond de omgeving van de vagina van het meisje kust
([bestandsnaam 1]), en
-een meisje dat op schoot zit bij een (volwassen) man en de penis van die man
in haar mond neemt/heeft ([bestandsnaam 2]), en
-een meisje dat vaginaal gepenetreerd wordt door een (volwassen) man
([bestandsnaam 3]), en
-een jongen die een (volwassen) vrouw vaginaal penetreert ([bestandsnaam 4]), en
-een jongen met een erectie die gepijpt wordt door een andere jongen
([bestandsnaam 5]), en
-een meisje dat vaginaal gepenetreerd wordt door een jongen ([bestandsnaam 6]), en
-een meisje dat oraal gepenetreerd wordt door een man ([bestandsnaam 7]),
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
"Een afbeelding -of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding- van een
seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar
nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden of in voorraad hebben, terwijl hij
van het plegen van het misdrijf een gewoonte maakt",
strafbaar gesteld bij artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar, geheel voorwaardelijk, proeftijd 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde toezicht van de reclassering en behandeling door De Tender, met onttrekking aan het verkeer van het beslag.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf en maatregel behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in voorraad hebben en verspreiden van een zeer grote hoeveelheid kinderporno.
De strekking van het overtreden wetsartikel is de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik. De vervaardiging van kinderporno op zich is reeds afkeurenswaardig. Het schadelijk effect en de impuls tot vervaardiging worden alleen vergroot indien kinderporno verder wordt verspreid. Maar ook het vervaardigen van kinderporno voor eigen gebruik en het in voorraad hebben daarvan impliceren een profiteren van het schadelijk misbruik van kinderen.
Dergelijk laakbaar handelen zou in principe gesanctioneerd dienen te worden middels het opleggen van een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf.
In casu acht de rechtbank echter termen aanwezig om na te melden vrijheidsstraf geheel voorwaardelijk op te leggen, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht en behandeling door De Tender.
De rechtbank baseert zich daarbij op het omtrent verdachte uitgebrachte rapport van dr. Gresnigt, welk rapport de rechtbank juist acht, de inhoud en conclusie daarvan overneemt en tot de hare maakt, waaruit, zakelijk weergegeven, ondermeer het volgende blijkt:
Bij verdachte is sprake van een sociaal-emotionele scheefgroei, mede als gevolg van traumatiserende ervaringen, waaronder seksueel misbruik. Een posttraumatische stressstoornis lijkt aanwezig. Er zijn aanwijzingen dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis.
Er is een duidelijke samenhang tussen genoemde scheefgroei in zijn persoonlijkheidsontwikkeling en zijn geheime lustbevrediging middels pornografie. Op een diepere grond heeft de lustbevrediging middels kinderpornografie het doel om de door hem gevoelde sociale hulpeloosheid, innerlijke leegte en onzekerheid, angst, verveling en eenzaamheid af te weren en niet te hoeven voelen.
De feiten kunnen verdachte in licht verminderde mate worden toegerekend.
Wanneer een adequate behandeling uitblijft is de kans dat verdachte zich opnieuw gaat bezig houden met kinderpornografie niet uitgesloten.
De na te melden straf en maatregel zijn gegrond, behalve op voormeld artikel, op de artikelen 10,14a,14b,14c,14d,36b,36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart bewezen, dat het tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van één jaar.
Beveelt dat de gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1.
De veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de reclassering Nederland, arrondissement Almelo, met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
2.
De veroordeelde zal zich onder behandeling stellen van de forensische polikliniek De Tender en daaraan zolang deelnemen als door de medische leiding van die kliniek, in overleg met de toezichthoudende instelling, nodig of wenselijk wordt geoordeeld, met dien verstande, dat de termijn van de behandeling wordt bepaald op maximaal de duur van de proeftijd;
Verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen goederen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Aldus gewezen door mr. Rikken, voorzitter, mr. Bloebaum en mr. Taalman, rechters, in tegenwoordigheid van Last, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 9 september 2003.