ECLI:NL:RBALM:2003:AJ3388
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschriften tegen hernieuwde vaststelling eigen bijdrage AWBZ ongegrond verklaard
In deze zaak hebben eisers bezwaar aangetekend tegen de besluiten van verweerder, die de hernieuwde vaststelling van de eigen bijdrage in het kader van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) ongegrond verklaarden. De besluiten zijn genomen op 16 december 2002, 18 december 2002, 18 februari 2003, 25 februari 2003 en 8 april 2003. Verweerder heeft gesteld dat eisers als ongehuwd worden aangemerkt, omdat zij een AOW-pensioen voor alleenstaanden hebben aangevraagd. Dit zou impliceren dat zij duurzaam gescheiden leven, wat gevolgen heeft voor de hoogte van de eigen bijdrage. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 juli 2003, waar eisers werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde J. Hoekstra en verweerder door mr. J.H. de Boer.
De rechtbank overweegt dat de wetgever in samenhangende wetten gelijkluidende begrippen heeft geïntroduceerd, die eenzelfde uitleg vereisen. De rechtbank concludeert dat de eisers, door het aanvragen van een AOW-pensioen voor alleenstaanden, zichzelf als duurzaam gescheiden hebben gepresenteerd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat zij voor de AWBZ als ongehuwd moeten worden aangemerkt. De rechtbank heeft begrip voor de gevoelens van eisers, maar benadrukt dat de feitelijke situatie, hoe ongewenst ook, rechtsgevolgen met zich meebrengt. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en stelt dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep openstaat bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.