ECLI:NL:RBALM:2003:AJ3335
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschriften tegen hernieuwde vaststelling eigen bijdrage AWBZ ongegrond verklaard
In deze zaak hebben eisers bezwaar gemaakt tegen de besluiten van verweerder, die de hernieuwde vaststelling van de eigen bijdrage in het kader van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) ongegrond verklaarden. De besluiten zijn genomen op 21 november 2002, 16 december 2002, 23 december 2002, 13 januari 2003 en 18 februari 2003. Verweerder heeft gesteld dat eisers als ongehuwd moeten worden aangemerkt, omdat zij een AOW-pensioen voor alleenstaanden hebben aangevraagd. Dit zou impliceren dat zij duurzaam gescheiden leven, wat gevolgen heeft voor de hoogte van de eigen bijdrage.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 juli 2003, waar eisers werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde J. Hoekstra en verweerder door mr. J.H. de Boer. De rechtbank overweegt dat de wetgever in samenhangende wetten gelijkluidende begrippen heeft geïntroduceerd, die eenzelfde uitleg vereisen. De rechtbank concludeert dat de besluiten van verweerder in stand kunnen blijven, omdat eisers op basis van hun aanvraag voor een AOW-pensioen voor alleenstaanden als ongehuwd moeten worden aangemerkt. Dit betekent dat de hoge inkomensafhankelijke eigen bijdrage van toepassing is.
De rechtbank heeft begrip voor de gevoelens van eisers, maar benadrukt dat de feitelijke situatie, hoe ongewenst ook, rechtsgevolgen met zich meebrengt. De rechtbank verklaart eisers niet-ontvankelijk in hun beroep voor zover dit gericht is tegen de verdeling van inkomen en vermogen van de echtgenoten en de berekening van de hoge eigen bijdrage. De overige beroepen worden ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. A.M.S. Kuipers, in tegenwoordigheid van griffier G. Kootstra.