ECLI:NL:RBALM:2001:AD3265
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Breitbarth
- M. van der Leest
- Rechtspraak.nl
Verbod en ontbinding van de Vereniging van Enschedese Cannabisconsumenten wegens strijdigheid met de openbare orde
Op 29 augustus 2001 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen de Vereniging van Enschedese Cannabisconsumenten (VEC), die was aangespannen door de officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat de activiteiten van de VEC in strijd zijn met de openbare orde, omdat de vereniging geen gedoogbeschikking heeft zoals vereist door het lokale en landelijke drugsbeleid. De VEC had als doel het verkrijgen en verstrekken van schone cannabisproducten aan haar leden, wat door de rechtbank als strijdig met de openbare orde werd beschouwd. De rechtbank stelde vast dat de VEC zich niet hield aan de gedoogcriteria van het coffeeshopbeleid van de gemeente Enschede, en dat haar activiteiten niet onder de wettelijke kaders vielen.
De rechtbank weigerde de VEC de gelegenheid te geven haar doelstellingen aan te passen om in overeenstemming te komen met de openbare orde, omdat de vereniging niet proactief had gehandeld om haar activiteiten te legaliseren. De rechtbank benoemde mr. J.A. Holsbrink tot vereffenaar, gezien de financiële en juridische onkunde van de bestuursleden van de VEC. De kosten van publicatie van de uitspraak komen ten laste van de Staat. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de griffier aanwezig, en de vereniging werd per direct verboden en ontbonden.
Deze uitspraak benadrukt de strikte handhaving van het drugsbeleid door de rechtbank en de noodzaak voor verenigingen die zich met softdrugs bezighouden om zich aan de geldende wet- en regelgeving te houden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de VEC ontbonden, waarmee een einde kwam aan haar activiteiten.