ECLI:NL:RBALM:2000:AA4967

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
22 februari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
08/004457-99, 08/015401-99, 08/015580-99 en 08/007
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak met meerdere aanklachten, waaronder afpersing, mishandeling en bedreiging

Op 22 februari 2000 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in een complexe strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere misdrijven, waaronder afpersing, mishandeling, diefstal en bedreiging. De zaak omvatte verschillende parketnummers, waaronder 08/004457-99, 08/015401-99, 08/015580-99 en 08/007674-99. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 25 augustus 1999 in Losser met een vuurwapen [Slachtoffer 1] heeft bedreigd en gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan Juwelier [Naam juwelier]. Daarnaast heeft de verdachte op 17 juli 1999 in Enschede [Slachtoffer 3] mishandeld en wederrechtelijk in een woning vertoefd. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte op 1 oktober 1999 ambtenaren heeft beledigd en zich verzet tegen zijn aanhouding door de politie. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de meeste van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van enkele punten waar hij van is vrijgesproken. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van dertig maanden opgelegd, alsook de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging, gezien de ernstige stoornissen in de ontwikkeling van de verdachte en het recidiverisico. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding aan de benadeelde partij toegewezen, en de inbeslaggenomen revolver is onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/004457-99, 08/015401-99, 08/015580-99 en 08/007674-99.
STRAFVONNIS
Uitspraak: 22 februari 2000.
De arrondissementsrechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] ([geboorteland verdachte) op [geboortedatum verdachte,
wonende te [woonplaats verdachte], [woonadres verdachte],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Almelo,
terechtstaande - na wijziging der telastelegging en na verwijzing door de politierechter inzake de parketnummers 08/015401-99 en 08/015580-99 - terzake dat:
onder parketnummer 08/004457-99:
1.
hij op of omstreeks 25 augustus 1999 te Losser met het oogmerk om zich en/of
een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [Slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer fl. 500,=, in elk
geval van enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier [Naam juwelier]
en/of [Slachtoffer 2] en [Slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
-opzettelijke dreigend aan die [Slachtoffer 1] een pistool of een revolver, althans
een wapen heeft getoond en/of
-opzettelijk dreigend tegen die [Slachtoffer 1] heeft geroepen/gezegd -zakelijk
weergegeven- dat de kluis opengemaakt moest worden en dat hij geld en goud
wilde hebben;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 25 augustus 1999 te Losser met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen ongeveer fl. 500,=, in elk geval
enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier [Naam juwelier] en/of [Slachtoffer 2]
en [Slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [Slachtoffer 2] en tegen [Slachtoffer 1] en/of één of meer
in de juwelierszaak aanwezige klanten, gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
-opzettelijk dreigend aan die [Slachtoffer 1] en/of aan die [Slachtoffer 2] en/of aan die in
de zaak aanwezige klanten, een pistool of een revolver, althans een wapen
heeft getoond en/of
-opzettelijk dreigend tegen die [Slachtoffer 1] en/of tegen die [Slachtoffer 2] heeft
geroepen/gezegd -zakelijk weergegeven- dat de kluis opengemaakt moest worden
en dat hij geld en goud wilde hebben en/of
-opzettelijk dreigend een pistool of een revolver, althans een wapen tegen
het hoofd en/of tegen de keel van die [Slachtoffer 2] heeft gehouden en/of
-opzettelijk gewelddadig die [Slachtoffer 2] tegen zijn schouder, althans tegen zijn
lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geduwd;
2.
hij op of omstreeks 17 juli 1999 te Enschede ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [Slachtoffer 3],
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
-die [Slachtoffer 3] tegen een trap heeft gedrukt en/of
-(met kracht) de keel van die [Slachtoffer 3] heeft dichtgedrukt en/of
-die [Slachtoffer 3] aan haar arm door haar woning heeft gesleurd en/of getrokken en/of
-die [Slachtoffer 3] in haar buik en/of haar gezicht en/of (elders) tegen het
lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgens, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 17 juli 1999 te Enschede opzettelijk heeft mishandeld een
persoon, genaamd [Slachtoffer 3], door
- die [Slachtoffer 3] tegen een trap te drukken en/of
- (met kracht) de keel van die [Slachtoffer 3] dicht te drukken en/of
- die [Slachtoffer 3] aan haar arm door haar woning te sleuren en/of te trekken en/of
- die [Slachtoffer 3] in haar buik en/of haar gezicht en/of (elders) tegen het
lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
hij op of omstreeks 17 juli 1999 te Enschede wederrechtelijk vertoevende in een
woning gelegen aan de [Straatnaam en huisnummer] en in gebruik bij [Slachtoffer 3], althans
bij een ander of anderen dan bij verdachte, zich niet op de vordering van of
vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd, terwijl hij zich de
toegang tot die woning heeft verschaft door middel van braak en/of inklimming
en terwijl hij jegens de rechthebbende bedreigingen heeft geuit en/of zich
heeft bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen;
4.
hij op of omstreeks 17 juli 1999, te Enschede,
opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van een deur van het perceel
[Straatnaam en huisnummer], geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 3], in ieder
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt,
door toen daar opzettelijk en wederrechtelijk door die ruit te springen;
onder parketnummer 08/015401-99:
1.
hij op of omstreeks 03 juli 1999, in de gemeente Hengelo (O),
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (onderstel van een) (café)tafel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan café La Deco, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat:
hij op of omstreeks 03 juli 1999 in de gemeente Hengelo (O), op of aan de openbare weg, de Willemstraat, althans op enige voor het publiek toegankelijke plaats, tegen goederen baldadigheid heeft gepleegd, waardoor gevaar of nadeel kon worden teweeggebracht, bestaande die baldadigheid uit het van een café-terras wegpakken van een (onderstel van een) (café)tafel en het (vervolgens) met zich voeren van dat voorwerp.
2.
hij op of omstreeks 03 juli 1999, in de gemeente Hengelo (O),
zich in kennelijke staat van dronkenschap heeft bevonden op de openbare weg,
de Willemstraat, althans op een openbare weg;
onder parketnummer 08/015580-99:
1.
hij op of omstreeks 01 oktober 1999, in de gemeente Enschede,
opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [Slachtoffer 4] en/of [Slachtoffer 5], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/hun bediening, tijdens de surveillance in diens/hun tegenwoordigheid
mondeling heeft toegevoegd de woorden "Kankerlijers", althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 01 oktober 1999, in de gemeente Enschede,
toen een aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaar verdachte,
als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e)
strafba(a)r(e) feit(en), had aangehouden en had vastgegrepen, althans vast
had, teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over
te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen eerstgenoemde
opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn of haar
bediening, heeft verzet door te rukken en/of te trekken in een richting
tegengesteld aan die waarin die ambtenaar verdachte trachtte te geleiden en/of
door (een) schoppende beweging(en) te maken naar/in de richting van die
ambtenaar;
onder parketnummer 08/007674-99:
1. hij op of omstreeks 5 oktober 1999, in de gemeente Enschede, als bestuurder van een voertuig, (auto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 2,44 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat:
hij op of omstreeks 5 oktober 1999, in de gemeente Enschede, als bestuurder van een voertuig, (auto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
2. hij op of omstreeks 5 oktober 1999, in de gemeente Enschede, een persoon genaamd [Slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend voornoemde [Slachtoffer 3] de woorden toegevoegd: “Ik maak je dood” en/of “Ik maak je kapot” en/of ik krijg je nog wel vieze hoer”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie(4 jr. gev. str. OV.m.a.p.h. + 47 wk. OR.OV. + fl. 75,-/1 (terzake de overtreding) + toew. civ.vord. [Naam juwelier];
Gelet op de verdediging door en namens verdachte in het midden gebracht;
De rechtbank heeft de in de tenlasteleggingen begane kennelijke schrijffouten verbeterd. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 08/004457-99 sub 2 primair is telastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair, 2 subsidiair, 3 en 4; het onder parketnummer 08/015401-99 sub 1 primair en 2, het onder parketnummer 08/015580-99 sub 1 en 2 en het onder parketnummer 08/007674-99 sub 1 primair en sub 2 telastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
onder parketnummer 08/004457-99:
1.
hij op 25 augustus 1999 te Losser met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [Slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer fl. 500,=, toebehorende aan Juwelier [Naam juwelier], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
-opzettelijk dreigend aan die [Slachtoffer 1] een pistool of een revolver, althans
een wapen heeft getoond en/of
-opzettelijk dreigend tegen die [Slachtoffer 1] heeft geroepen/gezegd -zakelijk
weergegeven- dat de kluis opengemaakt moest worden en dat hij geld en goud
wilde hebben;
2.
hij op 17 juli 1999 te Enschede opzettelijk heeft mishandeld een
persoon, genaamd [Slachtoffer 3], door
- die [Slachtoffer 3] tegen een trap te drukken en
- met kracht de keel van die [Slachtoffer 3] dicht te drukken en
- die [Slachtoffer 3] aan haar arm door haar woning te sleuren en
- die [Slachtoffer 3] in haar buik en/of haar gezicht en/of (elders) tegen het
lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen,
waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
3.
hij op 17 juli 1999 te Enschede wederrechtelijk vertoevende in een
woning gelegen aan de [Straatnaam en huisnummer] en in gebruik bij [Slachtoffer 3], zich niet op de vordering van de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
4.
hij op 17 juli 1999, te Enschede, opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van een deur van het perceel [Straatnaam en huisnummer], toebehorende aan [Slachtoffer 3], heeft vernield,
door toen daar opzettelijk en wederrechtelijk door die ruit te springen;
onder parketnummer 08/015401-99:
1.
hij op 3 juli 1999, in de gemeente Hengelo (O), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een onderstel van een cafétafel,
toebehorende aan café La Deco;
2.
hij op 3 juli 1999, in de gemeente Hengelo (O), zich in kennelijke staat van dronkenschap heeft bevonden op de openbare weg, de Willemstraat;
onder parketnummer 08/015580-99:
1.
hij op 1 oktober 1999, in de gemeente Enschede, opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [Slachtoffer 4] en [Slachtoffer 5], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, tijdens de surveillance in hun tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Kankerlijers";
2.
hij op 1 oktober 1999, in de gemeente Enschede, toen een aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaar verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekte strafbare feiten, had aangehouden en had vastgegrepen, teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over
te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen eerstgenoemde
opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn of haar
bediening, heeft verzet door te rukken en te trekken in een richting
tegengesteld aan die waarin die ambtenaar verdachte trachtte te geleiden en
door schoppende bewegingen te maken naar/in de richting van die ambtenaar;
onder parketnummer 08/007674-99:
1.
hij op 5 oktober 1999, in de gemeente Enschede, als bestuurder van een voertuig, (auto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 2,44 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
2.
hij op 5 oktober 1999, in de gemeente Enschede, een persoon genaamd [Slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend voornoemde [Slachtoffer 3] de woorden toegevoegd: “Ik maak je dood” en “Ik maak je kapot” en “Ik krijg je nog wel vieze hoer”;
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop die inhoud bijzonderlijk betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair, 2 subsidiair, 3 en 4; onder parketnummer 08/015401-99 sub 1 primair en 2, onder parketnummer 08/015580-99 sub 1 en 2 en onder parketnummer 08/007674-99 sub 1 primair en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezene levert op:
voor wat betreft parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair het misdrijf:
"Afpersing",
strafbaar gesteld bij art. 317 van het Wetboek van Strafrecht;
en voor wat betreft parketnummer 08/004457-99 sub 2 subsidiair het misdrijf:
"Mishandeling",
strafbaar gesteld bij art. 300 van het Wetboek van Strafrecht;
voor wat betreft parketnummer 08/004457-99 sub 3 het misdrijf:
"In de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk aldaar vertoevende
zich niet op vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds
verwijderen",
strafbaar gesteld bij art. 138 van het Wetboek van Strafrecht;
voor wat betreft parketnummer 08/004457-99 sub 4 het misdrijf:
"Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort vernielen",
strafbaar gesteld bij art. 350 van het Wetboek van Strafrecht;
voor wat betreft parketnummer 08/015401-99 sub 1 primair het misdrijf:
"Diefstal",
strafbaar gesteld bij art. 310 van het Wetboek van Strafrecht;
voor wat betreft parketnummer 08/015401-99 sub 2 de overtreding:
"Zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden",
strafbaar gesteld bij art. 453 van het Wetboek van Strafrecht;
voor wat betreft parketnummer 08/015580-99 sub 1 het misdrijf:
"Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een
ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening",
strafbaar gesteld bij art. 266 jo. 267 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
voor wat betreft parketnummer 08/015580-99 sub 2 het misdrijf:
"Wederspannigheid",
strafbaar gesteld bij art. 180 van het Wetboek van Strafrecht;
voor wat betreft parketnummer 08/007674-99 sub 1 primair het misdrijf:
“Overtreding van artikel 8, lid 2 in aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet 1994”,
strafbaar gesteld bij artikel 176 van die wet;
voor wat betreft parketnummer 08/007674-99 sub 2 het misdrijf:
“Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht”,
strafbaar gesteld bij artikel 285 Wetboek van Strafrecht;
De verdachte is deswege strafbaar aangezien van geen zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid is gebleken.
De rechtbank overweegt voor wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf en maatregel behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan reeks misdrijven, waaronder een grove afpersing met een vuurwapen. Alleen al voor een overval als deze, waarbij de direct betrokkenen veel leed is berokkend en waardoor de gevoelens in de maatschappij dat het gebruik van geweld hand over hand toeneemt worden versterkt behoort een gevangenisstraf van lange duur te worden opgelegd. Daarnaast is er sprake van een hele serie andere geweldsdelicten, veelal gepleegd na overmatig gebruik van alcohol of drugs. Verdachte richt zijn agressie op iedereen die zijn pad kruist: van zijn ex-partner tot politieagenten. Verdachte, die in het verleden meermalen is veroordeeld voor geweldsdelicten, trekt blijkbaar geen lering uit eerdere veroordelingen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd moet worden.
Daarnaast zal de rechtbank verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling opleggen, met het bevel tot dwangverpleging. Verdachte heeft niet mee willen werken aan rapportage door het Pieter Baan Centrum en is evenmin bereid tot medewerking aan enige andere vorm van rapportage. Dit betekent dat het bepaalde in artikel 37 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht buiten toepassing blijft en geen multidisciplinaire rapportage van gedragsdeskundigen vereist is. Blijkens de rapportage van het Pieter Baan Centrum heeft verdachte geweigerd mee te werken omdat hij onschuldig zou zijn aan de afpersing waarvan hij werd verdacht. Voorts heeft hij aangegeven dat er “iets niet in orde was” maar dat hij geen dwangbehandeling wilde maar voortzetting van de dagbehandeling die hij al eerder heeft gevolgd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de multidisciplinaire rapportage die in een eerdere strafzaak over verdachte is uitgebracht door de psychiater Schitzler en de psycholoog Mensing gedateerd 4 januari 1996. In die rapportage wordt door beide deskundigen onder meer geconcludeerd:
“ In psychiatrisch diagnostisch opzicht moet bij betrokkene een ernstige vorm van persoonlijkheidsstoornis met ontwijkende, narcistische en antisociale componenten worden vastgesteld; zorgelijk zijn daarnaast ook betrokkene’s recidiverende en tot addictie neigende abusus van alcohol en nadere drugs (waaronder cocaïne)”.
De consequentie van de hiervoor geformuleerde samenvatting is dat betrokkene hoe dan ook een ingrijpende en vrij langdurige psychiatrisch-psychologische behandeling behoeft wil er een verandering optreden in zijn leven en in zijn functioneren.
Zonder ingrijpende en vrij langdurige behandeling moet het recidivegevaar ten aanzien van het opnieuw plegen van strafbare feiten bijzonder groot worden genoemd; Rapporteurs menen een bepaalde escalatie in de ernst van de door betrokkene tot nu toe gepleegde strafbare feiten te constateren en vrezen dat zonder de al eerder vermelde ingrijpende behandeling de ernst van de (te vrezen) hernieuwde strafbare feiten die door betrokkene gepleegd zouden kunnen worden belangrijk zou kunnen toenemen.”
De rechtbank heeft bovendien kennisgenomen van het rapport van de sociaal geneeskundige AGZ mr. D.F.J. Hoekstra, in samenwerking met de districtspsychiater dr. J. Dam d.d. 29 augustus 1995, in welk rapport als advies, zakelijk weergegeven, staat vermeld:
De heer [Verdachte] heeft te kampen met zeer ernstige stoornissen in de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Zonder adequate behandeling zijn de recidiverisico’s volgens ondergetekende zeer groot. Alleen een terbeschikkingstelling met dwangverpleging biedt op de langere termijn kans dat de heer [Verdachte] meer bij zichzelf uitkomt, dat wil zeggen zichzelf inclusief zijn geschiedenis kan aankijken.
De rechtbank is op grond van de inhoud van deze rapportages en het feit dat de thans door verdachte gepleegde feiten precies passen in de destijds door de gedragsdeskundigen voorspelde ontwikkeling van verdachte van oordeel dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd, met verpleging van overheidswege. De rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking de ernst van de thans bewezen verklaarde feiten en de veelvuldigheid van voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf.
De rechtbank overweegt voorts dat de inbeslaggenomen revolver, merk Umarex dallas, vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien, met betrekking tot deze revolver het feit sub 1 onder parketnummer 08/004457-99 is begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
De rechtbank overweegt verder, dat [Slachtoffer 2], terzake parketnummer 08/004457-99 sub 1, zich via het voorgeschreven 'voegingsformulier' ter terechtzitting (zie 51b, lid 2 Sv) als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b, lid 1 Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van f 630,=.
Naar het oordeel van de rechtbank is deze vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het bewezenverklaarde feit, zulks op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken.
Deze schade bedraagt, naar het oordeel van de rechtbank, in deze zaak minder dan het gevorderde bedrag, namelijk f 500,=, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, met niet-ontvankelijkheid van het overige deel van de vordering.
De rechtbank zal hierbij tevens de maatregel bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door dat strafbare feit is toegebracht.
De na te noemen straf en maatregel zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 27, 36b, 36c, 36f, 37a, 37b57, 62 en 91 Wetboek van Strafrecht en de artikelen 178 en 179 Wegenverkeerswet 1994..
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 08/004457-99 sub 2 primair is telastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
Verklaart bewezen, dat het onder parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair, 2 subsidiair, 3 en 4, het onder parketnummer 08/015401-99 sub 1 primair en 2, het onder parketnummer 08/0015580-99 sub 1 en 2 en het onder parketnummer 08/007674-99 sub 1 primair en sub 2 telastegelegde in voege als boven omschreven door verdachte is begaan;
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld;
Verklaart verdachte deswege strafbaar;
Veroordeelt hem terzake parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair, 2 subsidiair, 3 en 4 en parketnummer 08/015401-99 sub 1 primair en parketnummer 08/015580-99 sub 1 en 2 en het onder parketnummer 08/007674-99 sub 1 primair en sub 2 tot:
een gevangenisstraf voor de tijd van dertig (30) maanden.
Beveelt dat de tijd, die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
Gelast dat de veroordeelde terbeschikking wordt gesteld en beveelt tevens dat hij van overheidswege zal worden verpleegd;
Veroordeelt hem terzake parketnummer 08/015401-99 sub 2 tot hechtenis voor de tijd van één week;
en t.a.v. parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair bovendien tot onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen revolver;
en t.a.v. parketnummer 08/007474-99 sub 1 primair bovendien tot ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van tien (10) maanden;
Veroordeelt verdachte, terzake parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair, tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer 2], wonende te [Woonplaats], [Straatnaam en huisnummer] van een bedrag groot: fl. 500,=.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsmede in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat verdachte verplicht is, terzake het bewezen feit sub 1 primair onder parketnummer 08/004457-99 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot fl. 500,= zulks ten behoeve van de benadeelde [Slachtoffer 2], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 10 dagen zal worden toegepast.
Verstaat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van genoemd bedrag ten behoeve van de benadeelde partij, voornoemd, dat daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dat bedrag te betalen komt te vervallen, en andersom, indien verdachte aan de benadeelde partij dat bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van dat bedrag ten behoeve van de benadeelde partij komt te vervallen.
Bepaalt dat de vordering van de voormelde benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijk is (te weten fl. 130,=) en dat de benadeelde partij deze vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder parketnummer 08/004457-99 sub 1 primair, 2 subsidiair, 3 en 4; onder parketnummer 08/015401-99 sub 1 primair en 2, onder parketnummer 08/015580-99 sub 1 en 2 en onder parketnummer 08/007674-99 sub 1 primair en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Aldus gewezen door mr. Stoové, voorzitter, mrs. Maten en Caminada, rechters, in tegenwoordigheid van Feijer, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting op
22 februari 2000.