ECLI:NL:RBALK:2012:BY5673

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
29 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
408340 CV EXPL 12-2640
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in nakoming van overeenkomst tussen Bioverde B.V. en gedaagde betreffende levering van grondstoffen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Alkmaar is behandeld, heeft de besloten vennootschap Bioverde B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst. De overeenkomst betrof de levering van 20 ton 'Palm Fatty Acid Distilate' door [gedaagde] aan Bioverde voor een totaalbedrag van € 11.424,-. Bioverde heeft een voorschot van dit bedrag betaald, maar de levering heeft niet plaatsgevonden. Bioverde heeft de overeenkomst op 18 april 2012 buitengerechtelijk ontbonden, omdat [gedaagde] niet in staat was om de grondstoffen te leveren die voldeden aan de overeengekomen specificaties. Bioverde vordert nu betaling van een totaalbedrag van € 13.544,-, inclusief schadevergoeding voor gederfde winst en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, aangezien de geleverde grondstof niet voldeed aan de specificaties. De kantonrechter oordeelt dat de tekortkoming aan [gedaagde] kan worden toegerekend en dat de stelling van [gedaagde] dat het feitelijk onmogelijk was om aan de specificaties te voldoen, geen overmacht oplevert. De vordering van Bioverde tot schadevergoeding voor gederfde winst wordt toegewezen, evenals de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten, zij het voor een lager bedrag dan gevorderd. De proceskosten worden eveneens toegewezen aan Bioverde.

In reconventie heeft [gedaagde] een vordering ingesteld tegen Bioverde, maar deze wordt afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat er geen grond is om te oordelen dat Bioverde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De proceskosten in reconventie worden vastgesteld op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton - locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 408340 CV EXPL 12-2640
Uitspraakdatum: 29 oktober 2012
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Bioverde B.V., gevestigd te Poortugaal
eisende partij in conventie en gedaagde partij in reconventie
verder ook te noemen: Bioverde
gemachtigde: mr. W.J. Nomen, advocaat te Zoetermeer
tegen
[naam], tevens handelend onder de naam [A], wonende te [Plaats]
gedaagde partij in conventie en eisende partij in reconventie
verder ook te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
Het procesverloop
in conventie en in reconventie
1. Bioverde heeft bij dagvaarding van 5 juni 2012 een vordering ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en een tegenvordering (in reconventie) ingediend. Na beraad heeft de kantonrechter bij vonnis van 13 augustus 2012 een verschijning van partijen ter terechtzitting bevolen. Die zitting heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2012, waar voor Bioverde is verschenen haar directeur, [X], en waar [gedaagde] in persoon is verschenen, beiden bijgestaan door hun gemachtigden. Tevens is verschenen A. [Y], directeur van Vitis Investments. Met het oog op de zitting hebben partijen bij brieven van 17 en 24 september 2012 nog nadere stukken overgelegd. Vervolgens is vandaag uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
in conventie en in reconventie
2. Bioverde is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de in- en verkoop van bio-energieproducten en grondstoffen. [gedaagde] voert een onderneming in onder meer internationale (tussen)handel.
3. Partijen zijn een overeenkomst aangegaan voor de levering door [gedaagde] aan Bioverde van een partij grondstoffen uit Nigeria, te weten 20 ton “Palm Fatty Acid Distilate” (palmolie residu), voor een prijs van in totaal € 11.424,- (inclusief btw).
4. Bij factuur van 19 oktober 2011 heeft [gedaagde] bij Bioverde vooruitlopend op de levering van de grondstoffen een bedrag van € 11.424,- in rekening gebracht. Die factuur is door Bioverde betaald.
5. De inhoud van de overeenkomst tussen partijen is nader omschreven in een drietal documenten van de ING – “Letters of Credit” – van 24 oktober, 31 oktober en 17 november 2011.
6. Bij brief van 18 april 2012 is namens Bioverde aan [gedaagde] meegedeeld dat levering uiterlijk in december 2011 diende te geschieden, maar niet had plaatsgevonden. Ook is in die brief gesteld dat de te leveren grondstoffen niet aan de vereiste specificaties voldeden, zodat nakoming blijvend onmogelijk was geworden. Bioverde heeft met de brief de overeenkomst tussen partijen buitengerechtelijk ontbonden en [gedaagde] aangemaand tot terugbetaling van het betaalde voorschot van € 11.424,-.
7. [gedaagde] is niet tot terugbetaling overgegaan.
Het geschil
in conventie
8. Bioverde vordert, na vermeerdering van eis, dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.544,- aan hoofdsom, bestaande uit het al betaalde voorschot van
€ 11.424,- en schade door gederfde winst tot een bedrag van € 2.120,-. Verder vordert Bioverde betaling van een bedrag van € 1.238,42,- aan buitengerechtelijke kosten, en betaling van wettelijke handelsrente en proceskosten. Daarbij stelt Bioverde, kort samen¬gevat, dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst, dat die overeenkomst daarom terecht door haar is ontbonden en dat zij als gevolg daarvan schade heeft geleden.
9. [gedaagde] voert aan dat Bioverde zich niet heeft gehouden aan haar betalingsverplichtingen, doordat Bioverde heeft geweigerd om de bijkomende kosten, waaronder transportkosten en bancaire kosten, te betalen. Om die reden meent [gedaagde] dat hij die kosten kan verrekenen met hetgeen hij nog aan Bioverde verschuldigd is. Verder wijst [gedaagde] erop dat hij op kosten is gejaagd, omdat Bioverde na een eerdere goedkeuring van een testpartij van de grondstoffen, nadien alsnog de te leveren partij heeft afgekeurd. Volgens [gedaagde] zijn de specificaties van de te leveren grondstoffen ten onrechte later bijgesteld en kunnen de kosten daarvan niet bij hem worden gelegd.
in reconventie
10. [gedaagde] vordert dat Bioverde wordt veroordeeld tot betaling van € 84.718,-. Daarbij stelt [gedaagde] dat met Bioverde is overeengekomen dat Bioverde de kosten van productie en transport van de grondstoffen zou dragen, maar dat Bioverde zich niet aan die afspraak heeft gehouden, waardoor hij schade heeft geleden.
11. Bioverde betwist de vordering van [gedaagde].
De beoordeling
in conventie
12. De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] ter zitting bezwaar heeft gemaakt tegen de vermeerdering van eis door Bioverde, zoals neergelegd in de brief van Bioverde van 17 september 2012. Dat bezwaar is ter zitting afgewezen. Op grond van artikel 130 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) mocht Bioverde haar eis vermeerderen, omdat er nog geen eindvonnis is gewezen. Die vermeerdering van eis komt niet in strijd met de eisen van een goede procesorde, omdat deze tijdig voor de zitting is aangekondigd en [gedaagde] voldoende in staat is geweest zich daartegen te verdedigen.
13. Verder overweegt de kantonrechter dat [gedaagde] na de zitting nog heeft verzocht om nadere stukken te mogen overleggen. Dat verzoek is door de kantonrechter afgewezen, omdat [gedaagde] al voldoende gelegenheid heeft gehad om stukken te overleggen.
14. Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] het door Bioverde gevorderde bedrag aan betaald voorschot van € 11.424,- moet terugbetalen, en of hij de door Bioverde gestelde schade van € 2.120,- moet vergoeden.
15. Ter zitting is door [gedaagde] erkend dat hij akkoord is gegaan met de voorwaarden van de overeenkomst tussen partijen zoals neergelegd in de “Letters of Credit” van de ING van 24 oktober, 31 oktober en 17 november 2011. Met name heeft [gedaagde] ook erkend dat hij akkoord is gegaan met de specificaties van de te leveren grondstof, vermeld in de “Letter of Credit” van de ING van 31 oktober 2011. Daarin is opgenomen dat de grondstof aan een aantal specificaties moet voldoen, waaronder dat de waarde voor “Carbon Residu” maximaal 0.5%, voor “Water Content” maximaal 0.1%, en voor“Ash Content” maximaal 0.05% mag zijn. Dit betekent dat als vaststaand moet worden aangenomen dat de overeenkomst tussen partijen betrekking heeft op de levering van 20 ton grondstof “Palm Fatty Acid Distilate”, en dat tevens is overeengekomen dat de grondstof moet voldoen aan genoemde specificaties. Daarbij overweegt de kantonrechter ook dat ter zitting door [gedaagde] niet is betwist de stelling van Bioverde dat genoemde specificaties essentieel zijn voor haar, omdat alleen grondstoffen die aan die specificaties voldoen voor haar bruikbaar zijn. De stelling van [gedaagde] dat de specificaties van de te leveren grondstoffen later zouden zijn bijgesteld, kan gelet op het bovenstaande niet worden gevolgd.
16. Niet in geschil is dat de grondstof die [gedaagde] vanuit Nigeria aan Bioverde wilde leveren niet voldeed aan de overeengekomen specificaties. Uit een testrapport van 13 december 2011 van SGS, een inspectiebureau in Nigeria, blijkt dat ten aanzien van de door [gedaagde] te leveren grondstof de maximale waarden voor “Carbon Residu”, “Water Content” en “Ash Content” ruimschoots werden overschreden.
17. Gelet op het voorgaande moet als vaststaand worden aangenomen dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De door [gedaagde] te leveren grondstof voldeed immers niet aan de overeengekomen specificaties. Dat een eerdere testpartij van een (zeer) geringe hoeveelheid wel is goedgekeurd door Bioverde, zoals [gedaagde] stelt, leidt niet tot een andere conclusie, omdat het gaat om de vraag of gehele partij grondstof voldoet aan de overeengekomen specificaties. De stelling van [gedaagde] dat het feitelijk onmogelijk is om grondstof te leveren die voldoet aan de betreffende specificaties, doet ook niet af aan die tekortkoming.
18. Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat hij niet in staat is om grondstof te leveren die voldoet aan de genoemde specificaties. Dat betekent dat Bioverde zich terecht op het standpunt stelt dat nakoming blijven onmogelijk is, zodat zij op grond van artikel 265 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bevoegd was de overeenkomst te ontbinden, zoals zij heeft gedaan bij brief van 18 april 2012. Nu de overeenkomst geldig is ontbonden, is [gedaagde] verplicht het reeds door Bioverde betaalde voorschot van € 11.424,-.
terug te betalen. [gedaagde] zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
19. Ook de vordering van Bioverde om [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van schade door gederfde winst tot een bedrag van € 2.120,-, wordt toegewezen. Uitgaande van de tekortkoming door [gedaagde] in de nakoming van de overeenkomst en de onmogelijkheid om alsnog deugdelijk te presteren, heeft Bioverde op grond van artikel 74 van Boek 6 BW recht op vergoeding van door haar geleden schade. Daarbij overweegt de kantonrechter dat de tekortkoming aan [gedaagde] kan worden toegerekend. De omstandigheid dat [gedaagde] in de onmogelijkheid verkeert om grondstof te leveren die voldoet aan de betreffende specificaties, zoals hij stelt, levert geen overmacht op, omdat in de overeenkomst tussen partijen nu juist is neergelegd dat [gedaagde] grondstof volgens de betreffende specificaties moet leveren. De tekortkoming komt dus krachtens de overeenkomst voor rekening en risico van [gedaagde]. Bioverde heeft met de door haar overgelegde berekening voldoende aannemelijk gemaakt dat zij winst heeft gederfd tot een bedrag van € 2.120,- en aldus schade heeft geleden.
20. Het verweer van [gedaagde] dat hij een beroep kan doen op verrekening, omdat Bioverde zich niet heeft gehouden aan haar betalingsverplichtingen, gaat niet op. De stelling van [gedaagde] dat tussen partijen is overeengekomen dat Bioverde alle bijkomende kosten, waaronder transportkosten en bancaire kosten, zou betalen, is tegenover de betwisting daarvan door Bioverde onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd. Die stelling vindt ook geen steun in de stukken. In de verschillende “Letters of Credit” van de ING is daarover niets terug te vinden en in de factuur van 19 oktober 2011 heeft [gedaagde] expliciet vermeld dat de prijs alleen exclusief invoerrechten en “L/C kosten” is.
21. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen, omdat voldoende is gebleken van buitengerechtelijke werkzaamheden die een vergoeding voor die kosten rechtvaardigen. Er zal echter geen bedrag van € 1.238,42,- worden toegewezen, zoals Bioverde vordert, maar een bedrag van € 800,-, overeenkomstig de “Staffel buiten¬gerechtelijke incassokosten (BIK) en salarissen in rolzaken sector kanton” (zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl). De verschuldigdheid van wettelijke handelsrente is niet betwist, zodat ook deze vordering zal worden toegewezen.
22. Nu [gedaagde] ongelijk krijgt, moet hij de proceskosten van Bioverde betalen. De gevorderde beslagkosten worden afgewezen, omdat anders dan in de dagvaarding wordt gesteld daarin geen specificatie van die kosten is opgenomen. Het is niet de taak van de kantonrechter om in de producties op zoek te gaan naar die kosten, of naar de hoogte en de onderbouwing daarvan.
in reconventie
23. De vordering van [gedaagde] in reconventie wordt toegelaten. Anders dan Bioverde stelt, heeft [gedaagde] niet pas voor het eerst ter zitting een vordering in reconventie ingesteld en is dus ook geen sprake van strijd met artikel 137 Rv. Blijkens de conclusie van antwoord van [gedaagde], moet ervan worden uitgegaan dat daarbij al is beoogd een vordering in reconventie in te dienen, nu daarin wordt aangegeven dat [gedaagde] schadevergoeding van Bioverde vordert, die nog nader moet worden gespecificeerd. De concrete vordering van € 84.718,- bij brief van 24 september 2012 is daarom een nadere wijziging en vermeerdering van een al ingestelde eis in reconventie.
24. Echter, uit hetgeen in conventie is overwogen, volgt dat de vordering van [gedaagde] wordt afgewezen. Er is immers geen grond om te oordelen dat Bioverde is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen of dat zij schade zou moeten vergoeden aan [gedaagde], nog daargelaten dat [gedaagde] zijn vordering op dit punt onvoldoende heeft gemotiveerd en onderbouwd.
25. Nu [gedaagde] ongelijk krijgt, moet hij de proceskosten van Bioverde betalen. Vanwege de nauwe samenhang met de zaak in conventie zullen de proceskosten voor Bioverde tot op heden worden vastgesteld op nihil.
De beslissing
De kantonrechter:
in conventie
Veroordeelt [gedaagde], tegen behoorlijk bewijs van kwijting, tot betaling aan Bioverde van een bedrag van € 13.544,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van verzuim tot aan de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt [gedaagde], tegen behoorlijk bewijs van kwijting, tot betaling aan Bioverde van een bedrag van € 800,00 aan buitengerechtelijke kosten.
Veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die tot heden voor Bioverde worden vastgesteld op een bedrag van € 1.549,17 (€ 76,17 dagvaardingskosten, € 873,00 aan griffierecht en een bedrag van € 600,00 voor salaris van de gemachtigde van Bioverde).
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die tot heden voor Bioverde worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 29 oktober 2012 in het openbaar uitgesproken.