ECLI:NL:RBALK:2012:BY0126

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
7 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
390269 / CV EXPL 11-5770
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en boete wegens voortijdige beëindiging leaseovereenkomst

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Eswé Autolease B.V. van de gedaagde, een zelfstandige ondernemer, betaling van een bedrag van € 12.470,62, vermeerderd met rente en kosten, wegens schade en een boete die voortvloeit uit de voortijdige beëindiging van leaseovereenkomsten. De gedaagde heeft in 2006 een leaseovereenkomst afgesloten voor een Renault Traffic en later voor een Dacia Logan. Eswé stelt dat de gedaagde de leaseovereenkomsten voortijdig heeft beëindigd zonder de verschuldigde boete te betalen, terwijl de gedaagde aanvoert dat hij dit deed op basis van een arbeidsongeschiktheidsdekking die op de leaseovereenkomsten van toepassing zou zijn geweest. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis op 13 februari 2012 bewijsopdrachten gegeven aan beide partijen. De gedaagde moet bewijzen dat er een AO-dekking was voor de Dacia Logan, terwijl Eswé moet aantonen dat de teruggenomen voertuigen schade hadden. De zaak is gecompliceerd door de verschillende facturen die door Eswé zijn verzonden en de betwisting van de gedaagde over de verschuldigdheid van deze facturen. De kantonrechter heeft bepaald dat schriftelijke bewijslevering moet plaatsvinden voor de openbare civiele terechtzitting op 4 juni 2012. De beslissing van de kantonrechter is op 7 mei 2012 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 390269 / CV EXPL 11-5770
Uitspraakdatum: 7 mei 2012
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Eswé Autolease B.V.
gevestigd te Apeldoorn,
eisende partij,
verder ook te noemen: Eswé,
gemachtigde: J. Bulder, werkzaam ten kantore van Basic-Legal te Reusel,
tegen
[naam], voorheen handelende onder de naam [X],
wonende [adres],
gedaagde partij,
verder ook te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. A.A. Mahmoud, werkzaam bij FNV Zelfstandigen Bouw te Woerden.
Het procesverloop
-Eswé heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding met producties d.d. 22 december 2012.
-[gedaagde] heeft bij antwoord met producties verweer gevoerd.
-De kantonrechter heeft op 13 februari 2012 een tussenvonnis uitgesproken.
-Naar aanleiding van dat tussenvonnis heeft op 13 april 2012 een comparitie na antwoord plaatsgevonden, waarvan aantekeningen zijn gemaakt.
-De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
-Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
1.1[gedaagde] is als zelfstandige ondernemer in de bouw in 2005 een franchiseovereenkomst aangegaan met Het Klushuis B.V. voor, onder meer, het gebruik van de handelsnaam [X]. In de franchiseovereenkomst tussen Het Klushuis en [gedaagde] is bepaald dat [gedaagde] slechts bedrijfsauto’s mag gebruiken die door Het Klushuis zijn goedgekeurd. Dit kwam er, gelet op de gemaakte afspraken tussen het Klushuis en Eswé op neer dat [gedaagde] zijn bedrijfsauto’s moest leasen bij Eswé.
1.2In 2006 heeft [gedaagde] bij Eswé geleased een bestelauto Renault Traffic (kenteken [nummer]). De looptijd van deze lease bedroeg 60 maanden en de
leasetermijn € 571,20 inclusief btw. Na afloop van de 60 maanden is [gedaagde] deze Renault blijven gebruiken.
1.3Eveneens in 2006 is [gedaagde] een leaseovereenkomst met Eswé aangegaan betreffende een Renault Kangoo (kenteken [nummer]). Na de looptijd van de lease voor de Renault Kangoo, hebben partijen die leaseovereenkomst beëindigd en zijn zij per 19 februari 2010 een leaseovereenkomst aangegaan voor een Dacia Logan (kenteken 31-KNN-8). De leasetermijn voor de Dacia Logan bedroeg 48 maanden tegen een leaseprijs van € 450,42 inclusief btw per maand. Op genoemde leaseovereenkomsten zijn de door Eswé gehanteerde algemene voorwaarden toepasselijk.
1.4Op 15 februari 2011 heeft [gedaagde] een opdrachtbevestiging getekend betreffende de lease van een Renault Traffic welke vanaf de afleverdatum gedurende 60 maanden geleased zou worden voor een bedrag van € 520,- exclusief BTW per maand.
1.5Wegens gezondheidsproblemen heeft [gedaagde] zijn bedrijfsactiviteiten per 1 september 2011 beëindigd. Op 12 september 2011 heeft Eswé de Renault Traffic ([nummer]) en de Dacia Logan bij [gedaagde] laten ophalen door een transporteur.
Het geschil
2.1 Eswé vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 12.470,62, te vermeerderen met de contractuele rente van 1 procent per maand, althans de wettelijke handelsrente, over een bedrag van € 11.522,38 vanaf 1 december 2011 tot de dag van voldoening, kosten rechtens.
2.2 Eswé stelt hiertoe, zakelijk weergegeven, dat zij in verband met de (afwikkeling) van de leaseovereenkomsten een aantal facturen aan [gedaagde] heeft verzonden tot een bedrag van € 13.117,26. Het gaat om de volgende facturen:
-84087 d.d. 1 september 2011 ad € 1.028,96 wegens leasetermijnen september;
-84796 d.d. 26 september 2011 waarbij € 36,87 wordt gecrediteerd wegens “credit leasetermijn Renault”;
-84797 d.d. 26 september 2011 ad € 701,70 wegens kilometerafrekening Renault;
-84967 d.d. 1 oktober 2011 ad € 450,83 wegens leasetermijn oktober Dacia;
-85485 d.d. 12 oktober 2011 waarbij € 407,19 wordt gecrediteerd wegens de leasetermijn oktober voor de Dacia;
-85486 d.d. 12 oktober 2011 ad € 3.217,37 wegens boetebedrag Dacia;
-85487 d.d. 12 oktober 2011 ad € 893,18 wegens kilometerafrekening Dacia;
-86439 d.d. 7 november 2011 ad € 58,26 wegens brandstof;
-86487 d.d. 10 november 2011 ad € 3.033,30 wegens schades Dacia;
-89504 d.d. 10 november 2011 ad € 4.487,72 wegens schades Renault.
Wegens het verzuim de facturen te betalen heeft Eswé haar incassogemachtigde moeten inschakelen. Na diverse aanmaningen heeft [gedaagde] de facturen 84797 en 85487 voldaan. Aan facturen resteert te vorderen € 11.522,38. Daarnaast is [gedaagde] verschuldigd de contractuele rente (tot 1 december 2011 € 148,24) en de buitengerechtelijke kosten (€ 800,-).
2.3[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering van Eswé en voert hiertoe, zakelijk weergegeven aan dat hij Eswé in juni 2011 op de hoogte heeft gebracht van zijn gezondheidsproblemen en zijn voornemen de bedrijfsactiviteiten per 1 september 2011 te staken. Eswé ( de heer Vos) heeft daarop meegedeeld dat dit geen probleem was en dat de auto’s teruggenomen zouden worden omdat de leaseovereenkomsten een dekking hadden wegens arbeidsongeschiktheid (de mogelijkheid deze te beëindigen wegens arbeidsongeschiktheid). Bij e-mailbericht van 15 augustus 2011 heeft [gedaagde] aan de heer Vos van Eswé bevestigd de leaseovereenkomsten per 1 september 2011 te willen beëindigen met het verzoek een datum te bepalen waarop de auto’s kunnen worden opgehaald. Nog dezelfde dag reageerde Eswé met de mededeling dat de lease van de Dacia niet kon worden beëindigd omdat daarop geen AO-dekking was overeengekomen. Omdat Eswé geen contact meer met [gedaagde] opnam over de teruggave van de auto’s, heeft [gedaagde] op 30 augustus 2011 aan Eswé meegedeeld dat de auto’s vanaf 1 september 2011 ter beschikking van Eswé stonden. [gedaagde] heeft nog aangeboden de auto’s volgens de instructies van Eswé aan haar te retourneren maar Eswé heeft daarvan geen gebruik gemaakt. De auto’s zijn (onbeschadigd) op 8 september 2011 door een bergingsbedrijf opgehaald. Nu de leaseovereenkomsten per 1 september 2011 zijn beëindigd, bestaat er geen grond de facturen 84087 en 84967 te voldoen. De facturen 84797 en 85487 zijn meteen voldaan. Voor factuur 86439 is niet duidelijk wat daarvan de grondslag is. De verschuldigdheid van de factuur 85486 betwist [gedaagde], er was een gerechtvaardigde reden de overeenkomst te beëindigen. Bovendien gold voor alle leaseovereenkomst een AO-dekking. Subsidiair stelt [gedaagde] dat de arbeidsongeschiktheid van [gedaagde] een onvoorziene omstandigheid is die als overmacht moet worden gezien. Tegen de hoogte van deze factuur brengt [gedaagde] verder in dat over een boete geen btw kan worden geheven. De facturen 86487 en 86504 is [gedaagde] niet verschuldigd omdat [gedaagde] de auto’s onbeschadigd heeft ingeleverd. Tenslotte betwist [gedaagde] de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten.
De beoordeling
3.1De drie grootste posten en de belangrijkste geschilpunten betreffen de factuur met de boete wegens het voortijdig beëindigen van de lease van de Dacia en de twee facturen wegens schade aan de Renault en de Dacia. De kantonrechter zal eerst op die punten ingaan.
De boete wegens beëindiging van de lease van de Dacia
3.2Eswé grondt de verschuldigdheid van een boete wegens voortijdige contractsbeëindiging op de door haar gebruikte algemene voorwaarden. Niet in geschil is dat die algemene voorwaarden toepasselijk zijn en dat Eswé krachtens de algemene voorwaarden in beginsel bevoegd is een boete in rekening te brengen bij voortijdige contractsbeëindiging. [gedaagde] stelt echter dat alle leaseovereenkomsten een AO-dekking hadden, waardoor [gedaagde] de overeenkomst zonder extra kosten voortijdig mocht beëindigen in geval van arbeidsongeschiktheid. Dat is door Eswé aan hem toegezegd betreffende de Dacia. Eswé heeft dit ook gemeld tijdens de door haar georganiseerde voorlichtingsdagen voor de zzp-ers. Eswé erkent dat voor de Renault Traffic waarvoor in 2011 een overeenkomst is gesloten, een AO-dekking gold. Dat staat ook op de orderbevestiging vermeld. Voor de andere leaseovereenkomsten gold geen AO-dekking en die staat ook niet op de leasecontracten vermeld. Dit is ook niet meegedeeld aan [gedaagde] of andere zzp-ers. Nu Eswé de stellingen van [gedaagde] op dit punt gemotiveerd heeft betwist, is het aan [gedaagde] om te bewijzen feiten en omstandigheden waaruit volgt dat op de leaseovereenkomst voor de Dacia Logan een AO-dekking was afgesloten.
De schadevergoeding wegens schades
3.3Volgens Eswé hadden de teruggenomen Renault en Dacia schades. Die waren niet gemeld, hetgeen volgens de algemene voorwaarden met het oog op de verzekering wel direct had moeten gebeuren. [gedaagde] betwist dat de teruggegevens auto’s schades hadden. Het is daarom aan Eswé om feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit blijkt dat de auto’s op het moment dat zij door de transporteur bij [gedaagde] werden opgehaald de door haar gestelde schades hadden.
3.4In afwachting van de uitkomst van de bewijslevering, zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.
De beslissing
De kantonrechter:
Draagt Eswé op te bewijzen hetgeen hiervoor in het vonnis onder alinea 3.3 als te bewijzen is geformuleerd.
Draagt [gedaagde] op te bewijzen hetgeen hiervoor in het vonnis onder alinea 3.2 als te bewijzen is geformuleerd.
Bepaalt, dat schriftelijke bewijslevering plaatsvindt – door middel van het overleggen van stukken – vóór of uiterlijk op de openbare civiele terechtzitting (rolzitting) van maandag 4 juni 2012 te 11:00 uur.
Wanneer partijen voor de bewijslevering getuigen wil laten horen, moeten uiterlijk op deze rolzitting ook het aantal en de personalia van de getuigen worden opgegeven, alsmede de verhinderdata van beide partijen, de gemachtigden en - voor zover mogelijk - van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden vastgesteld.
Uitstel wordt in beginsel niet verleend. Bij gebreke van tijdig bericht van een partij wordt er van uitgegaan dat deze partij geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid tot bewijslevering.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 7 mei 2012 in het openbaar uitgesproken.