ECLI:NL:RBALK:2012:BX0509
Rechtbank Alkmaar
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de kantonrechter na comparitie van partijen
In deze zaak heeft [VERZOEKER] op 10 mei 2011 een verzoek tot wraking ingediend tegen de kantonrechter, mr. E.M. van der Linde, na een comparitie van partijen in een geschil tussen hem en de besloten vennootschap Heineken B.V. Het wrakingsverzoek is ingediend naar aanleiding van uitlatingen en een voorlopig oordeel van de rechter tijdens de comparitie. De wrakingskamer heeft de zaak behandeld op 19 juni 2012, waarbij zowel [VERZOEKER] als de rechter zijn gehoord. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter in zijn rol als comparitierechter vragen heeft gesteld om de noodzakelijke informatie voor de beoordeling van het geschil te verkrijgen. De wrakingskamer oordeelt dat de vrees van [VERZOEKER] voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd is, aangezien de rechter niet gebonden is aan eerdere uitlatingen en de mogelijkheid heeft om een voorlopig oordeel te geven. De wrakingskamer concludeert dat er geen gegronde vrees voor vooringenomenheid is en wijst het verzoek tot wraking af. De behandeling van de onderliggende zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.