ECLI:NL:RBALK:2012:BW9392
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging en invordering van dwangsommen in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 14 juni 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen drie eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik. De eisers hadden afzonderlijk een last onder dwangsom opgelegd gekregen van € 600 per week, met een maximum van € 6.000, vanwege overtredingen van de voorwaarden van eerder verleende vrijstellingen voor het gebruik van een schuur voor ponyrijles. De rechtbank overweegt dat de handelwijze van verweerder, die eisers afzonderlijk aansprakelijk stelde, resulteert in een potentieel te verbeuren bedrag van € 18.000, wat in de ogen van verweerder onredelijk hoog is. De rechtbank stelt vast dat de last onder dwangsom ten aanzien van twee eisers onherroepelijk is geworden, terwijl de derde eiser bezwaar heeft gemaakt, waardoor de last voor haar nog niet onherroepelijk is. De rechtbank concludeert dat de invorderingsbesluiten onvoldoende zorgvuldig zijn voorbereid, omdat niet duidelijk is hoe het in te vorderen bedrag over de eisers moet worden verdeeld. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de bestreden besluiten en draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder opgedragen de betaalde griffierechten aan de eisers te vergoeden.