ECLI:NL:RBALK:2012:BW7192

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
11 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
133862 - FA RK 11-1107
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing adoptieverzoek en wijziging gezag over minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 11 april 2012 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. Het betreft de adoptie van een minderjarig kind dat voor de tweede keer geadopteerd wordt. De eerste adoptiefouders zijn ontheven van het gezag, waarna Bureau Jeugdzorg (BJZ) met de voogdij is belast. De pleegouders, die het kind hebben verzorgd, hebben een adoptieverzoek ingediend, dat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de wettelijke vereisten en dat de adoptie in het belang van de minderjarige is. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2012 zijn de adoptanten en een vertegenwoordiger van BJZ verschenen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de adoptanten niet gehuwd zijn, maar wel een samenlevingscontract hebben. De minderjarige was eerder op 12 november 2008 geadopteerd volgens het Chinese recht, en deze adoptie is op 6 mei 2009 erkend door de Nederlandse rechtbank. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er geen andere kinderen in het gezin van de adoptanten zijn en dat de geslachtsnaam van de minderjarige zal worden gewijzigd. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en de beschikking van 6 juli 2011 gewijzigd, zodat de adoptanten gezamenlijk met het gezag over de minderjarige worden belast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
BB
zaak- en rekestnummer: 133862 / FA RK 11-1107
datum: 11 april 2012
Beschikking van de meervoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
[VERZOEKER 1],
geboren in de [GEBOORTEPLAATS VERZOEKER 1] op [GEBOORTEDATUM VERZOEKER 1],
en
[VERZOEKER 2],
geboren in de [GEBOORTEPLAATS VERZOEKER 2] op [GEBOORTEDATUM VERZOEKER 2],
verzoekers,
beiden wonende te [WOONPLAATS VERZOEKER 1 EN VERZOEKER 2],
advocaat: mr. M. Koomen.
Verzoekers zullen verder ook worden aangeduid als de adoptanten.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter griffie van deze rechtbank is op 8 december 2011 het verzoekschrift ingekomen strekkende tot:
1. het uitspreken van de adoptie door adoptanten van de minderjarige van het mannelijk geslacht: [NAAM MINDERJARIGE], geboren te [GEBOORTEPLAATS MINDERJARIGE] op [GEBOORTEDATUM MINDERJARIGE];
2. het verstaan dat de minderjarige de geslachtsnaam [NAAM GESLACHTSNAAM] zal dragen, opdat de volledige namen van de minderjarige zullen luiden: [VOLLEDIGE NAMEN MINDERJARIGE].
Bij bericht van 28 december 2011 hebben adoptanten nadere informatie verschaft, alsmede nadere stukken overgelegd. Bij bericht van 6 januari 2012 hebben adoptanten nogmaals een nader stuk overgelegd.
Bij de stukken bevindt zich een beschikking van deze rechtbank van 6 juli 2011 (zaak- en rekestnummer 126987 / FA RK 11-193), waarbij de adoptiefouders, [NAAM ADOPTIEFOUDERS] (verder: de adoptiefouders) zijn ontheven van het gezag over de minderjarige, met benoeming tot voogd(es) van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, locatie Alkmaar, afdeling Jeugdbescherming, Rogier van der Weydestraat 6, 1817 MJ Alkmaar (verder: BJZ), die de uitvoering hiervan zal opdragen aan de William Schrikker Jeugdbescher-ming, Dalsteindreef 69, 1112 XC Diemen (postbus 12685, 1100 AR Amsterdam) (verder: WSJ). Voorts bevindt zich bij de stukken een verklaring van de adoptiefouders, waaruit blijkt dat zij toestemming geven voor adoptie van de minderjarige door adoptanten.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 maart 2012, alwaar zijn verschenen de adoptanten, alsmede mevrouw M. Leersum namens BJZ. Mr. Koomen is, hoewel op de bij de wet voorgeschreven wijze te zijn opgeroepen, niet verschenen.
Adoptanten hebben bij bericht van 20 maart 2012 nog overgelegd een kopie van hun samenlevingscontract.
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
Het ingediende verzoekschrift met overgelegde bescheiden voldoet aan de voorschriften vervat in artikel 799 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Adoptanten zijn niet gehuwd en evenmin geregistreerde partners. Zij hebben op 14 april 2008 ten overstaan van notaris mr. S.M. Feikema te Castricum een samenlevingscontract gesloten. De minderjarige werd op 12 november 2008 naar het recht van China geadopteerd door de adoptiefouders. Bij beschikking van deze rechtbank van 6 mei 2009 is deze adoptie naar Nederlands recht erkend. Deze gegevens zijn, naast de inschrijving van de buitenlandse geboorteakte van de minderjarige, ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage op 18 augustus 2009 onder aktenummer 1V0575/2009. Blijkens voormelde beschikking van 6 juli 2011 zijn de adoptiefouders ontheven van het gezag over de minderjarige. Blijkens de verklaring van M. Leersum ter zitting heeft BJZ de voogdijopdracht uitgevoerd en niet WSJ, zoals in de beschikking staat vermeld. Laatstgenoemde beschikking is in kracht van gewijsde gegaan blijkens de verklaring van 5 januari 2012 van de griffier van het Gerechtshof te Amsterdam.
Uit de verklaring van de adoptiefouders van 29 november 2011 blijkt dat zij met het verzoek tot adoptie instemmen.
Ter zitting heeft M. Leersum verklaard dat zij diverse huisbezoeken heeft afgelegd bij zowel adoptanten als de adoptiefouders. Voorts is aangegeven dat het op alle leefgebieden heel goed gaat met de minderjarige en dat er geen (extra) begeleiding meer is. Ook vindt BJZ het zonder twijfel in het belang van de minderjarige dat de voogdij niet langer bij BJZ berust en dat de minderjarige wordt geadopteerd door adoptanten. BJZ juicht het verzoek daarom van harte toe.
De rechtbank is, gelet op de ter zitting verkregen informatie, van oordeel dat de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is en dat thans vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien dat de minderjarige niets meer van zijn adoptiefouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft.
Uit de stukken blijkt dat aan de in artikel 228 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gestelde voorwaarden is voldaan, zodat het verzoek kan worden toegewezen.
De rechtbank stelt vast dat er geen andere kinderen deel uitmaken van het gezin van adoptanten en dat zij te kennen hebben gegeven dat de geslachtsnaam zal luiden: [NAAM GESLACHTSNAAM].
Met betrekking tot het gezag overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank begrijpt dat BJZ ter zitting heeft verzocht de voogdij te wijzigen in die zin dat adoptanten gezamenlijk met het gezag worden belast.
De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen, aangezien dit in het belang van de minderjarige wordt geacht.
DE BESLISSING
De rechtbank:
Wijst het verzoek tot adoptie toe.
Spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het mannelijk geslacht:
[NAAM MINDERJARIGE], geboren op [GEBOORTEDATUM MINDERJARIGE] te [GEBOORTEPLAATS MINDERJARIGE] door adoptanten voornoemd.
Wijzigt de beschikking van deze rechtbank van 6 juli 2011 en bepaalt dat thans adoptanten gezamenlijk zullen worden belast met de uitoefening van het gezag over de minderjarige.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H.A. van den Berg, voorzitter, tevens kinderrechter, A.S. Friedberg en J.L. Roubos, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 april 2012, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier.
U kunt tegen deze beschikking in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. U kunt dit hoger beroep instellen binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. In plaats van een door de aanvrager van rechtsbijstand over te leggen verklaring van de burgemeester over zijn inkomen en vermogen kan er nu worden volstaan met het opgeven van het sofinummer, op basis waarvan de Raad informatie inwint bij de belastingdienst. In civiele zaken waarin zonder advocaat wordt geprocedeerd geldt dat aan de griffie in plaats van een verklaring van de burgemeester een verklaring van de raad (opgesteld op basis van de door de belastingdienst verstrekte gegevens) wordt overgelegd. Afhankelijk van die draagkracht wordt een zogenaamde toevoeging verstrekt onder oplegging van een eigen bijdrage. Die bijdrage is afhankelijk van de hoogte van de draagkracht.
Als de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, dan geldt de beschikking al wel, zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.