ECLI:NL:RBALK:2012:BW5466
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding met minderjarigen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar, is op 9 februari 2012 een beschikking gegeven met betrekking tot de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van minderjarigen na een echtscheiding. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 24 april 2008, waarin voorlopige voorzieningen waren getroffen. De vrouw was bij uitsluiting gerechtigd tot het gebruik van de echtelijke woning en de minderjarigen werden aan haar toevertrouwd. De man was verplicht een maandelijkse bijdrage te betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding. De omgangsregeling bepaalde dat de kinderen om de veertien dagen een weekend bij de man verbleven.
In de loop van de procedure hebben partijen overeenstemming bereikt over de echtscheiding en de kinderalimentatie, wat leidde tot een verzoek om de voorlopige voorzieningen te beëindigen. De rechtbank constateerde echter dat de voorlopige voorzieningen met betrekking tot de zorg- en opvoedingstaken niet hun werking hadden verloren, ondanks de inschrijving van de echtscheiding. De rechtbank baseerde zich op juridische literatuur die stelt dat voorlopige voorzieningen in dergelijke gevallen van kracht blijven totdat er een definitieve beslissing is genomen over de nevenvoorzieningen.
De rechtbank besloot dat er een definitieve regeling moest komen voor de zorg- en opvoedingstaken, conform het door partijen ondertekende echtscheidingsconvenant. De beschikking werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, A.M. Bergen, en de zaak werd afgesloten met de bepaling dat de zorg- en opvoedingstaken geregeld zouden worden zoals overeengekomen in het convenant.