ECLI:NL:RBALK:2012:BW5434
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.A.C. Everaerts
- B. Liefting-Voogd
- S.I.A.C. Angenent-Bakker
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van de WW-uitkering van een ZZP-er en terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 22 maart 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over de herbeoordeling van de WW-uitkering van de eiser, die als zelfstandig ondernemer werkzaam was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten van 31 juli 2007 en 1 augustus 2007, waarbij de WW-uitkering van eiser was herzien en onverschuldigd betaalde uitkering was teruggevorderd, onherroepelijk zijn geworden. Eiser had geen rechtsmiddelen aangewend tegen deze besluiten.
De rechtbank heeft de relevante regelgeving, met name artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in overweging genomen. Dit artikel stelt dat een aanvrager nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden moet vermelden bij een nieuwe aanvraag na een afwijzende beschikking. Eiser had verzocht om terug te komen van de eerdere besluiten, maar de rechtbank oordeelde dat de door eiser aangevoerde argumenten niet konden worden aangemerkt als nieuwe of veranderde feiten of omstandigheden. Eiser had deze argumenten immers ook al tegen de eerdere besluiten kunnen inbrengen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om de eerdere besluiten te handhaven, met uitzondering van de hoogte van het terugvorderingsbedrag, dat was verlaagd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 maart 2012.