ECLI:NL:RBALK:2012:BW0358
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vervangende toestemming voor geslachtsnaamwijziging van een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 1 februari 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor het indienen van een verzoek tot geslachtsnaamwijziging van een minderjarige, hierna te noemen [MINDERJARIGE]. De vrouw, verzoekster, heeft op 20 oktober 2011 nadere stukken ingediend, terwijl de man, gerekwestreerde, geen verweerschrift heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 januari 2012 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, mr. S.D. Bhagwandin en mr. P.F.M. Deijkers.
De rechtbank overweegt dat partijen gezamenlijk belast zijn met het gezag over [MINDERJARIGE], en dat er een geschil is over de gezamenlijke gezagsuitoefening. De rechtbank heeft vastgesteld dat [MINDERJARIGE], inmiddels dertien jaar oud, geen contact meer heeft met de man en dat hij in het verleden gepest is met zijn achternaam, [PESTNAAM]. Hij heeft de achternaam van de vrouw gebruikt en wenst nu ook officieel deze naam te dragen.
De rechtbank heeft de relevante wetgeving, waaronder artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek en het Besluit geslachtsnaamwijziging, in overweging genomen. Gezien de omstandigheden, waaronder de emotionele belasting voor [MINDERJARIGE] door zijn huidige achternaam, heeft de rechtbank geoordeeld dat het in het belang van [MINDERJARIGE] is om de vrouw vervangende toestemming te verlenen voor het indienen van het verzoekschrift tot geslachtsnaamwijziging. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam.