Uitspraak
RECHTBANK TE ALKMAAR
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
De rijvereniging heeft in haar akte uitlating tevens overlegging producties gesteld dat uit de jaarrekeningen 2010 en 2011 niet is gebleken dat leveranciers gedurende de periode Roodhuyzen contant zijn betaald met het geld van deze pinopnames. Roodhuyzen heeft deze stelling, hoewel dat wel op zijn weg had gelegen, niet betwist in zijn antwoordakte. Het eerdere verweer van Roodhuyzen dat hij het geld van de contante pinopnames heeft gebruikt voor contante betalingen aan leveranciers wordt daarom als onvoldoende onderbouwd verworpen.
kan de vraag van welk bedrag moet worden uitgegaan – het in het tussenvonnis aangehouden bedrag van € 9.640,= of het in de akte uitlating en overlegging producties sub B genoemde en door Roodhuyzen betwiste bedrag van
€ 10.592,= – onbeantwoord blijven.
de contante betalingvan de rekeningen van Drukkerette Langedijk en Faunaland in zijn antwoordakte onder 32 wordt om die reden gepasseerd. Het gaat er immers niet om dat komt vast te staan dat Roodhuyzen deze rekeningen contant heeft betaald, het gaat erom dat komt vast te staan dat Roodhuzyen die rekeningen
uit eigen vermogenheeft betaald. Het bewijsaanbod van Roodhuyzen strekt daar niet toe en kan derhalve niet bijdragen aan het slagen van zijn beroep op verrekening.
2.316,00(4 punten in tarief 3 à € 579,00)