vonnis
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
MvL/JR/DH
zaaknummer / rolnummer: 116564 / HA ZA 10-28
Vonnis van 7 december 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LIMOS INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Heiloo,
eiseres bij dagvaarding van 26 september 1996,
gedaagde in verzet,
advocaat mr. W. van Leuveren te Waddinxveen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 1],
gevestigd te Heiloo,
gedaagde in verzet,
advocaat mr. W. van Leuveren te Waddinxveen,
toevoeging nr.: 5BZ5707
[naam 1],
wonende te Wolvega,
gedaagde,
eiser in het verzet bij verzetdagvaarding van 24 september 2009,
advocaat mr. E.H. de Vries te Wolvega.
Partijen zullen hierna 'Limos', 'Bedrijf 1' en 'Naam 1' genoemd worden.
1.De procedure in verzet en in tussenkomst
1.1.Limos heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, Naam 1, handelend onder de naam Oricon Ltd. zal veroordelen tot betaling aan Limos een bedrag van fl. 41.985,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over fl. 38.500,00 vanaf 25 mei 1995 tot de dag van voldoening, kosten rechtens.
1.2.Bij verstekvonnis van 9 januari 1997 (20731 / HA ZA 96-921) zijn de vorderingen van Limos integraal toegewezen en is Naam 1 veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Limos tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal fl. 1.785,96. Dit vonnis is aan Naam 1 betekend op 15 september 2009.
1.3.Op 24 september 2009 heeft Naam 1 bij verzetdagvaarding gevorderd dat hij wordt ontheven van de veroordeling in voornoemd vonnis, met veroordeling van Limos in de kosten van het verzet.
1.4.Op 7 april 2010 heeft Limos een conclusie van antwoord in oppositie genomen, tevens akte wijziging/vermeerdering van eis. Op dezelfde datum heeft Bedrijf 1 bij conclusie in incident gevorderd dat zij mag tussenkomen in deze procedure.
1.5.Op 9 juni 2010 heeft Naam 1 een conclusie van antwoord in het tussenkomstincident genomen.
1.6.Op 4 augustus 2010 heeft de rechtbank vonnis gewezen in het incident waarbij het aan Bedrijf 1 is toegestaan in de procedure tussen te komen.
1.7.Op 15 september 2010 heeft Bedrijf 1 een conclusie van antwoord in oppositie in tussenkomst genomen.
1.8.Op 10 november 2010 heeft Limos een conclusie in tussenkomst in oppositieprocedure van genomen. Naam 1 heeft op dezelfde datum een conclusie van repliek in oppositie genomen, alsmede een conclusie in tussenkomst in oppositieprocedure.
1.9.Op 22 december 2010 hebben Limos en Bedrijf 1 een akte uitlating producties genomen.
1.10.Op 2 februari 2011 heeft de rechtbank bij vonnis een comparitie bepaald. Deze comparitie heeft plaatsgevonden op 20 juni 2011, en hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.De feiten
2.1.Op 18 mei 1995 zijn L. Naam 2 (hierna: Naam 2), directeur van Limos, en Naam 1 met de auto van Naam 2 naar België gereden. Partijen hadden afgesproken dat zij gezamenlijk een partij goedkope spijkerbroeken zouden kopen in Antwerpen. Naam 2 had daartoe fl. 38.500,00 meegenomen.
2.2. Limos heeft een kopie van een document overgelegd waarin staat: 'Ondergetekende J. Naam 1 verklaart hierbij te hebben ontvangen een bedrag groot xxACHT EN DERTIG DUIZEND EN VIJFHONDERD GULDENxx van de heer L. Naam 2.
Zijnde deelbetaling voor te leveren jeans.
18 mei 1995'
De ondertekening door beide partijen is als volgt:
'Voor Oricon Ltd. Acceptatie ontvangstbewijs
J. Naam 1 (volgt handtekening) voor Limos Int. B.V.
Leonard Naam 2 (volgt handtekening)'
2.3.Op weg naar Antwerpen zijn Naam 2 en Naam 1 in België gestopt bij een geldwisselkantoor. Naam 1 is - met de mededeling dat hij het geld ging wisselen -met het geld van Limos uit de auto gestapt. Hij is niet meer teruggekeerd naar de auto. Naam 2 is alleen naar Nederland teruggereden. Naam 2 heeft op 20 mei 1995 aangifte gedaan van oplichting en wegneming van een bedrag door Naam 1 van fl. 38.500,00.
2.4Op 14 november 2006 hebben Limos en Bedrijf 1 een akte van cessie opgemaakt en ondertekend, waarbij de vordering van Limos op Naam 1 werd gecedeerd aan Bedrijf 1. Op 3 augustus 2007 is de onderneming Limos International B.V. opgeheven. Op 12 januari 2010 is mededeling van de cessie aan Naam 1 gedaan.
3.Het geschil
3.1.Naam 1 vordert in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van Limos alsnog worden afgewezen. Naam 1 heeft, zakelijk samengevat, het volgende verweer gevoerd. Hij betwist dat Limos, als ontbonden vennootschap, rechtsgeldig een vordering kan instellen. Evenmin kan zij als ontbonden vennootschap een vonnis executeren. De cessie van de vordering van Limos aan Bedrijf 1 heeft in 2006 plaatsgevonden maar hem is daarvan pas mededeling gedaan nadat het verstekvonnis aan hem was betekend, zodat op het moment van het betekenen van het verstekvonnis Limos geen vorderingsrecht had, alles aldus Naam 1.
Daarnaast stelt Naam 1 dat hij nimmer op eigen naam zaken heeft gedaan met Limos. Als hier al sprake is van een terechte vordering, dan is dat een vordering op Oricon ltd., een buitenlandse vennootschap. Nu de vordering berust op nakoming is de verkeerde partij gedagvaard, daar de overeenkomst niet met Naam 1 maar met Oricon ltd. is aangegaan. Naam 1 heeft slechts Oricon ltd. vertegenwoordigd.
Voor zover Limos bij conclusie van antwoord in oppositie heeft bedoeld Naam 1 uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid aansprakelijk te stellen, is dit in strijd met een goede procesorde, nu die grondslag te laat is gesteld. Bovendien is de inspanningsverplichting die uit de overeenkomst voortvloeit wel degelijk nagekomen dan wel betreft het een overeenkomst die nietig is omdat zij in strijd is met de wet, aldus Naam 1.
3.2.Limos vordert verbetering van het verstekvonnis in dier voege dat het vonnis d.d.
9 januari 1997 wordt gewezen tegen Johannes Naam 1 en vordert, bij vermeerdering van eis, Naam 1 te veroordelen aan Bedrijf 1, althans Limos (in liquidatie) te voldoen een bedrag van [euro] 45.042,41, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2010 tot de dag van algehele voldoening, kosten rechtens, alles uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet dat toelaat.
Limos heeft daartoe verschillende gronden aangevoerd:
- voor zover de rechtbank van oordeel is dat sprake is van diefstal c.q. verduistering, grondt zij haar vordering op de onrechtmatige daad van Naam 1;
- daarnaast voert Limos aan dat sprake is van wanprestatie en dat de overeenkomst is ontbonden wegens blijvend onmogelijke nakoming; in verband hiermee vordert Limos schadevergoeding;
- indien in rechte wordt aangenomen dat Naam 1 namens Oricon Ltd. handelde, grondt Limos haar vordering ten slotte op de bestuurdersaansprakelijkheid van Naam 1, aangezien deze wist dat Oricon Ltd. niet zou kunnen nakomen.
Aan de vermeerdering van eis heeft Limos de inmiddels verschenen rente over de hoofdsom, de gevorderde buitengerechtelijke kosten en proceskosten ten grondslag gelegd.
3.3.Bedrijf 1 heeft in haar incidentele conclusie van tussenkomst verweer gevoerd tegen de verzetdagvaarding. Als interveniënt heeft zij een eigen vordering ingesteld, die gelijkluidend is aan het hierboven vermelde door Limos gevorderde.
3.4.Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.De beoordeling in de hoofdzaak en in de zaak in tussenkomst
4.1.Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat Naam 1 in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
4.2.Tegen Limos heeft Naam 1 allereerst het verweer gevoerd dat zij het verstekvonnis niet kan executeren omdat de vordering is gecedeerd aan Bedrijf 1 en omdat Limos is ontbonden.
4.3.Dat sprake is geweest van een rechtsgeldige cessie is door Naam 1 niet (gemotiveerd) betwist, waarbij als onweersproken vaststaat dat aan Naam 1 de vereiste mededeling van de cessie, zoals bedoeld in art. 3:94 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW), is gedaan op 12 januari 2010. Dat betekent dat op die datum de vordering is gecedeerd en Naam 1, als schuldenaar, vanaf dat moment nog slechts aan cessionaris Bedrijf 1 bevrijdend kon betalen en niet meer aan Limos. Indien de vordering op Naam 1 slaagt, kan dan ook slechts betaling aan Bedrijf 1 worden toegewezen.
4.4.Naam 1 heeft ook betwist dat Limos als ontbonden en niet bestaande vennootschap het vonnis zou kunnen laten betekenen, doch dit verweer treft geen doel. Art. 2:19 lid 5 BW bepaalt immers dat een rechtspersoon na haar ontbinding blijft voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
De betekening en executie van het onderhavige verstekvonnis valt naar het oordeel van de rechtbank ruimschoots binnen de hiervoor door de Hoge Raad gestelde norm dat niet uitsluitend handelingen die gericht zijn op vermeerdering van het liquidatiesaldo als noodzakelijk voor de vereffening mogen worden beschouwd.
4.5.Naam 1 heeft voorts, onder verwijzing naar het onder 2.2. genoemde document als verweer gevoerd dat hij niet op eigen naam heeft gehandeld met Limos maar uit naam van Oricon Ltd. en - zo begrijpt de rechtbank - dat hij derhalve niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden.
4.6.De vordering van Limos is primair gegrond op een onrechtmatige daad van Naam 1. Dat dit een handeling van Naam 1 'in privé' is, die niet als handeling van een rechtspersoon kan gelden, is door hem niet weersproken. Hier is Naam 1 dan ook zelf voor aansprakelijk. Daaruit vloeit voort dat, indien de vordering wordt toegewezen op deze primaire grondslag, niet relevant is dat - en evenmin in welke hoedanigheid - Naam 1 met Limos een overeenkomst is aangegaan.
4.7.Het verwijt dat Naam 1 wordt gemaakt komt er feitelijk op neer dat hij zonder overleg, laat staan toestemming, geld van Limos heeft weggenomen en dit niet heeft teruggegeven. Dit wordt als zodanig niet betwist door Naam 1. Hij rechtvaardigt zijn handelen met - samengevat - het volgende betoog:
* Naam 2 en Naam 1 gingen in Antwerpen een partij illegale 'merkbroeken' kopen van niet nader genoemde Chinezen;
* Onderweg bleek dat Naam 2 zenuwachtig was geworden en dat hij zich wilde terugtrekken uit de operatie;
* Door het vreemde gedrag van Naam 2 zouden de Chinezen onvoorspelbaar gedrag kunnen gaan vertonen. Naam 1 had daar liever geen angstige en onzekere Naam 2 bij, met ook van zijn kant, onvoorspelbaar gedrag.
* Een en ander leidde tot de 'Alleingang' van Naam 1;
* Het geld is aan de Chinezen gegeven. De partij spijkerbroeken is echter door de Antwerpse havenautoriteiten in beslag genomen.
Wat er van het voorgaande zij, dit alles laat onverlet dat Naam 1 er zonder toestemming met het geld van Limos vandoor is gegaan. Dit is onrechtmatig tegenover Limos. Het betoog van Naam 1 over het hoe en waarom biedt daarvoor geen enkele rechtvaardigingsgrond. Naam 1 dient de door Limos geleden schade te vergoeden. De daartoe strekkende vordering is inmiddels overgedragen op
Bedrijf 1.
4.8.Bovenstaande overwegingen leiden tot de volgende conclusies.
Nu Naam 1 niet meer aan Limos bevrijdend kan betalen slaagt het verzet in zoverre dat Naam 1 wordt ontheven van de veroordeling tot betaling aan Limos. Het verstekvonnis zal wat dat betreft worden vernietigd. De kosten die Limos heeft gemaakt in de verstekprocedure blijven echter wel voor rekening van Naam 1, gelet op het feit dat Limos die kosten niet onnodig heeft gemaakt. De na wijziging van eis gevorderde wettelijke rente over deze proceskosten zal worden toegewezen vanaf 15 september 2009, de dag van betekening van het verstekvonnis.
De kosten in de verzetprocedure zullen worden gecompenseerd, gelet op de cessie van de vordering van Limos op Naam 1 aan Bedrijf 1 en de daaropvolgende tussenkomst van laatstgenoemde.
4.9.Limos heeft aan Bedrijf 1 de vordering ad fl. 38.500,00 (= [euro] 17.470,54) inclusief de wettelijke rente gecedeerd. Voor zover de vordering van Bedrijf 1 hierop betrekking heeft is deze toewijsbaar. Evenwel was Bedrijf 1 geen partij in de verstekzaak en begrijpt de rechtbank haar vordering dan ook als een zelfstandige vordering in de tussenkomstprocedure, uit hoofde van cessie, op Naam 1. Deze vordering ligt onder verwijzing naar het voorgaande voor toewijzing gereed.
De door Bedrijf 1 gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen nu gesteld noch gebleken is dat zij deze kosten heeft gemaakt. Voor zover haar vordering, ten slotte, betrekking heeft op door Limos gemaakte proceskosten, bestaat evenmin een grond voor toewijzing.
4.10 De door Naam 1 te vergoeden kosten aan de zijde van Bedrijf 1 worden begroot op 2,5 punten salaris advocaat. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. Deze nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.
Ten slotte heeft Bedrijf 1 gevorderd aan haar te voldoen de wettelijke rente over de proceskosten vanaf veertien dagen na vonniswijzing.
De rechtbank begrijpt deze vordering aldus dat Naam 1 in verzuim komt indien niet tijdig aan de proceskostenveroordeling wordt voldaan. Deze vordering wordt toegewezen als na te melden.
5.De beslissing
De rechtbank
in de verzetprocedure tussen Naam 1 en Limos
5.1.verklaart het verzet gegrond en vernietigt het door deze rechtbank op 9 januari 1997 onder zaaknummer/rolnummer 20731 / HA ZA 96-921 gewezen verstekvonnis;
5.2.wijst het gevorderde af,
5.3 veroordeelt Naam 1 in de in de verstekprocedure gemaakte proceskosten aan de zijde van Limos begroot op [euro] 397,49 aan verschotten en op [euro] 412,93 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na
15 september 2009;
5.4 compenseert de kosten in de verzetprocedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5 verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
in de procedure in tussenkomst tussen Naam 1 en Bedrijf 1:
5.3.veroordeelt Naam 1 tot betaling aan Bedrijf 1 een bedrag van [euro] 17.470,54 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 mei 1995 tot de dag van algehele voldoening;
5.4. veroordeelt Naam 1 tot betaling van de proceskosten van Bedrijf 1, die tot op heden [euro] 1.130,- bedragen aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis;
5.5. veroordeelt Naam 1 in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op [euro] 131,00 aan salaris advocaat te vermeerderen met [euro] 68,00 aan salaris advocaat indien betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en Naam 1 niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis;
5.6. wijst af het anders of meer gevorderde;
5.7. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. J.S. Reid en in het openbaar uitgesproken op7 december 2011.