ECLI:NL:RBALK:2011:BV0779
Rechtbank Alkmaar
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter in verband met de Wet Mulder
In deze zaak heeft verzoeker op 24 februari 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter, in het kader van twee vorderingen van de officier van justitie te Leeuwaren. Deze vorderingen betroffen het verkrijgen van een machtiging tot gijzeling, omdat verzoeker een opgelegde administratieve sanctie niet had betaald. Het verzoek tot wraking is behandeld op de openbare zitting van de wrakingskamer op 3 maart 2011, waarbij de gewraakte rechter niet aanwezig was. Verzoeker heeft zijn gronden voor het wrakingsverzoek toegelicht, waarbij hij aangaf geen persoonlijke bezwaren tegen de rechter te hebben, maar twijfels te koesteren over eerdere beslissingen in vergelijkbare zaken. Hij betwistte de rechtskracht van de Wet Mulder en gaf aan dit aan te kaarten bij het Hof van Justitie in Luxemburg.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek in wezen gericht was tegen de procedure en de rol van het Openbaar Ministerie, en niet specifiek tegen de gewraakte rechter. De kamer oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De behandeling van de onderliggende zaken zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.