ECLI:NL:RBALK:2011:BU6789

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
16 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
366454 \ CV EXPL 11-2185
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst bij koop op afstand en de gevolgen van een verkeerd e-mailadres

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Tom Bikes B.V. een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, die in persoon procederen. De vordering betreft de betaling van een bedrag van € 67,22, dat voortvloeit uit een koopovereenkomst voor een fietsmand die via internet is afgesloten. De eiser stelt dat de gedaagde partij de factuur niet heeft voldaan, ondanks meerdere sommaties. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koopovereenkomst op 4 december 2010 tot stand is gekomen, maar dat de gedaagde partij op 12 januari 2011 heeft aangegeven de overeenkomst te willen ontbinden. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde, op basis van artikel 7:46d BW, ook vóór ontvangst van de gekochte zaak het recht heeft om de overeenkomst te ontbinden. Dit is gebaseerd op de overweging dat het wachten op de ontvangst van de zaak een nutteloze exercitie zou zijn. De kantonrechter wijst de vordering van Tom Bikes af, omdat de gedaagde geacht wordt de overeenkomst te hebben ontbonden. Tevens wordt Tom Bikes veroordeeld in de proceskosten, die op nihil worden vastgesteld. De uitspraak is gedaan op 16 november 2011 door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 366454 \ CV EXPL 11-2185 (SEK)
Uitspraakdatum: 16 november 2011
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Tom Bikes B.V., rechtsopvolger van de eenmanszaak [naam], h.o.d.n. Internet-Bikes, tevens h.o.d.n. GiGa Bikes, gevestigd te Bladel
eisende partij
verder ook te noemen: Tom Bikes
gemachtigde: voorheen: Van Lith gerechtsdeurwaarders en incasso, thans in persoon
tegen
1. [gedaagde sub 1], wonende te [plaats]
2. [gedaagde sub 2], wonende te [plaats]
gedaagde partijen
verder ook te noemen: [gedaagde]
in persoon procederend.
Het procesverloop
Tom Bikes heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 19 april 2011.
[gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Vervolgens is gediend van repliek en dupliek.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
1.[gedaagde] heeft op 4 december 2010 via internet een fietsmand, ad € 29,95, bij Tom Bikes besteld.
2.[gedaagde] heeft op het elektronische bestelformulier [e-mailadres] als e-mailadres opgegeven.
3.Tom Bikes heeft per e-mail op dezelfde dag de bestelling bevestigd en gelijktijdig de factuur verzonden.
4.Op 7 december 2010 heeft [gedaagde] via internet een zelfde bestelling geplaatst bij Tom Bikes, die na betaling, aan [gedaagde] is geleverd.
5.Op 18 december en 24 december 2010 heeft Tom Bikes, in verband met het uitblijven van betaling van de eerste bestelling, aan [gedaagde] een betalingsherinnering gestuurd. Hierna heeft de gemachtigde van Tom Bikes [gedaagde] aangemaand tot betaling.
6.Bij e-mail van 12 januari 2011 heeft [gedaagde] aan Tom Bikes uitleg gegeven over de reden van een tweede bestelling en heeft hierbij verzocht om tot een oplossing te komen.
7.In reactie hierop heeft Tom Bikes bij e-mail van 12 januari 2011 bericht dat [gedaagde] zich tot haar gemachtigde dient te wenden.
8.Bij brief van 17 februari 2011 heeft de gemachtigde van Tom Bikes aan [gedaagde] bericht dat de vordering gehandhaafd blijft.
9.Betaling door [gedaagde] van de eerste bestelling is evenwel uitgebleven.
Het geschil
10.Tom Bikes vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling, hoofdelijk, zodat indien de een betaalt, de ander daarvan zal zijn bevrijd, een bedrag van € 67,22, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van
€ 29,22 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, kosten rechtens.
11.Tom Bikes stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende. [gedaagde] heeft via internet bij Tom Bikes een fietsmand gekocht, ad € 29,22. Ondanks sommaties heeft [gedaagde] de factuur niet voldaan, zodat Tom Bikes van [gedaagde] een opeisbaar bedrag te vorderen heeft van € 29,22. Tom Bikes maakt tevens aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten, ad € 37,-, en wettelijke rente, ad
€ 0,27.
12.[gedaagde] heeft tegen de vordering verweer gevoerd en voert, zakelijk samengevat, aan dat bij het invoeren van het e-mailadres op de elektronische bestellijst hij een typefout heeft gemaakt. Als gevolg hiervan is de bevestiging van de bestelling en de factuur naar een verkeerd e-mailadres verzonden en is [gedaagde] ervan uit gegaan dat de bestelling was mislukt. [gedaagde] heeft daarom op 7 december 2010 de fietsmand bij Tom Bikes opnieuw besteld. Omdat deze tweede bestelling inmiddels is betaald en ook ontvangen ziet [gedaagde] geen reden om de eerste fietsmand alsnog te betalen en af te nemen.
De beoordeling
13.De kantonrechter is van oordeel dat tussen [gedaagde] en Tom Bikes op 4 december 2010 een koopovereenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot een fietsmand, ad € 29,22. [gedaagde] heeft immers erkend dat hij op deze dag de fietsmand bij Tom Bikes via internet heeft besteld. Dat [gedaagde] van deze overeenkomst geen bevestiging heeft ontvangen, is aan hem te wijten omdat hij een verkeerd e-mailadres heeft opgegeven.
14.Wat betreft de gevolgen hiervan overweegt de kantonrechter het volgende. [gedaagde] heeft bij e-mail van 12 januari 2011 aan Tom Bikes duidelijk uitgelegd waarom hij een tweede bestelling heeft geplaatst en heeft hierbij verzocht om tot een oplossing te komen. Tom Bikes had hieruit kunnen begrijpen dat het niet de bedoeling van [gedaagde] is geweest om een dubbele bestelling te plaatsen en dat [gedaagde], nu is gebleken dat hiervan sprake is, de eerste overeenkomst daarom wilde annuleren. De vraag doet zich hier voor of [gedaagde] gerechtigd is om de koopovereenkomst te ontbinden. In casu is sprake van een koop op afstand omdat de koopovereenkomst via internet tot stand is gekomen. Dit betekent dat artikel 7:46d BW van toepassing is.
In dit artikel is bepaald dat de koper gedurende zeven werkdagen na de ontvangst van de gekochte zaak het recht heeft de koop op afstand zonder opgave van redenen te ontbinden. Onbetwist staat vast dat de levering van de eerste bestelling niet heeft plaatsgevonden. De kantonrechter is van oordeel dat een koper ook vóór ontvangst van de zaak bevoegd is om de koopovereenkomst te ontbinden, vanwege de nutteloze exercitie die zou volgen indien de koper zou moeten wachten met de ontbinding van de overeenkomst totdat de zaak is ontvangen. Dit betekent dat [gedaagde] geacht moet worden de eerste overeenkomst te hebben ontbonden, zodat hij niet is gehouden tot betaling van de fietsmand. De gevorderde hoofdsom, evenals de wettelijke rente, zal worden afgewezen.
15.Ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten overweegt de kantonrechter dat de omstandigheid van het verkeerde e-mailadres heeft geleid tot het versturen van aanmaningsbrieven aan [gedaagde], zodat deze kosten in beginsel voor vergoeding in aanmerking komen. Uit de eerder genoemde e-mail van 12 januari 2011 van [gedaagde] had Tom Bikes evenwel moeten begrijpen dat [gedaagde] de overeenkomst wilde ontbinden. Desondanks heeft Tom Bikes de incassowerkzaamheden voortgezet. Daarom laat de kantonrechter de incassowerkzaamheden die na 12 januari 2011 zijn verricht buiten beschouwing. Dit betekent dat de brieven die door de incassogemachtigde op 3 januari 2011 en op 10 januari 2011 zijn verstuurd, resteren. Deze werkzaamheden rechtvaardigen echter onvoldoende het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten. Het gevorderde bedrag, ad € 37,-, wordt daarom afgewezen.
16.Tom Bikes dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden
veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
verwijst Tom Bikes in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 16 november 2011 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter