ECLI:NL:RBALK:2011:BT8356
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident met betrekking tot schadevergoeding door horeca-exploitant na sluiting wegens drugshandel
In deze zaak, die diende bij de Rechtbank Alkmaar, gaat het om een incident in een civiele procedure waarbij de eiseres, een horeca-exploitant, schadevergoeding vordert van de gedaagde, een klant, wegens schade die is ontstaan door de tijdelijke sluiting van haar café op last van de gemeente. De sluiting vond plaats vanwege de handel in harddrugs die plaatsvond in het café, waarbij zowel de gedaagde als een (ex)-werkneemster betrokken waren. De eiseres heeft twee procedures aangespannen: één tegen de (ex)-werkneemster bij de sector kanton van de rechtbank Amsterdam en één tegen de gedaagde bij de sector civiel van de rechtbank Alkmaar. In de procedure bij de rechtbank Alkmaar heeft de eiseres een incidentele vordering ingediend om de zaak te verwijzen naar de sector kanton in Amsterdam, zodat beide zaken gezamenlijk behandeld kunnen worden.
De rechtbank Alkmaar heeft in haar tussenvonnis van 13 april 2011 beslist om de incidentele vordering van de eiseres toe te wijzen en de zaak te verwijzen naar de sector kanton in Amsterdam. De rechtbank overweegt dat er voldoende redenen zijn voor een gezamenlijke behandeling van de zaken, gezien de nauwe band tussen de vorderingen tegen de gedaagde en de (ex)-werkneemster. De rechtbank heeft de eiseres in de gelegenheid gesteld om de dagvaarding tegen de (ex)-werkneemster in het geding te brengen, zodat de rechtbank Amsterdam op de hoogte is van de relevante informatie. De gedaagde heeft verweer gevoerd tegen de vordering en betwist dat er voldoende grond is voor de gevorderde verwijzing.
De rechtbank heeft de zaak aangehouden in afwachting van de beslissing in het incident en heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten verder toe te lichten. De uitspraak van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 13 april 2011.