ECLI:NL:RBALK:2011:BR3536
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in verkeerszaak met dodelijke afloop door ongelukkige samenloop van omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 29 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een dodelijk verkeersongeluk. De verdachte, een ervaren chauffeur, reed op 29 augustus 2010 met een vrachtwagencombinatie achteruit op de Hofstraat te Den Oever, gemeente Wieringen. Tijdens deze manoeuvre overreed hij een voetgangster, mevrouw [slachtoffer], die zich achter de aanhangwagen bevond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich voldoende had vergewist van de verkeerssituatie voordat hij achteruit reed. Hij had gecontroleerd of er verkeer achter zijn voertuig was en had zijn spiegels goed afgesteld. Ondanks dat de remlichten en achteruitrijlichten van de aanhangwagen niet functioneerden, oordeelde de rechtbank dat de verdachte niet kon voorzien dat er zich twee personen vlak achter zijn voertuig bevonden.
De rechtbank concludeerde dat het ongeval het gevolg was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en niet van enige schuld van de verdachte. De officier van justitie had de verdachte verweten dat hij zich onvoorzichtig had gedragen, maar de rechtbank was van mening dat de verdachte, gezien zijn handelingen en de omstandigheden, niet aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend had gehandeld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde, waarbij werd opgemerkt dat de ernst van de gevolgen van het ongeval niet automatisch leidt tot schuld in de zin van de Wegenverkeerswet.
De uitspraak benadrukt het belang van de specifieke omstandigheden van een verkeersongeluk en de rol van de bestuurder in het vaststellen van schuld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.