ECLI:NL:RBALK:2011:BR2948
Rechtbank Alkmaar
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Tweede verzoek tot wraking van de bestuursrechter tijdens zitting
In deze zaak gaat het om een tweede verzoek tot wraking van de bestuursrechter door een verzoeker, die eerder al een wrakingsverzoek had ingediend. Het verzoek werd behandeld op de openbare zitting van de wrakingskamer op 31 mei 2011. De verzoeker was aanwezig, maar de behandelend rechter was afwezig vanwege vakantie. De voorzitter van de wrakingskamer heeft de behandeling gesloten en beraadslaagd over de uitspraak. De rechtbank oordeelde dat de rechter haar taak om de orde op de zitting te handhaven correct had uitgevoerd en dat er geen sprake was van vooringenomenheid of schijn van partijdigheid. De wrakingskamer merkte op dat de verzoeker in de gelegenheid was gesteld zijn beroep toe te lichten, maar dat de rechter de wijze van voordracht had afgebakend in het belang van de zitting. De wrakingskamer concludeerde dat het tweede verzoek tot wraking dezelfde grond had als het eerdere verzoek en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die dit verzoek rechtvaardigden. De wrakingskamer besloot het verzoek niet in behandeling te nemen en de behandeling van de hoofdzaak voort te zetten in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, in aanwezigheid van de griffier.