ECLI:NL:RBALK:2011:BR1941

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
9 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
359200 \ CV EXPL 11-448
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van bemiddelingsfee in arbeidsrelatie

In deze zaak vorderde eiseres, de besloten vennootschap PA Online B.V., van gedaagde, de besloten vennootschap Techno Plast Marine B.V., betaling van een bemiddelingsfee van € 5.000,00. De vordering was gebaseerd op de stelling dat gedaagde opdracht had gegeven aan eiseres voor de werving en selectie van een kandidaat, die vervolgens in dienst was getreden bij gedaagde. Gedaagde betwistte echter dat er een overeenkomst was gesloten en stelde dat de algemene voorwaarden van eiseres niet van toepassing waren.

De kantonrechter overwoog dat gedaagde op de hoogte had moeten zijn van de bemiddelingsfee, zoals vermeld in de opdrachtbevestiging van 6 juli 2010. De rechter stelde vast dat gedaagde eerder een opdracht had gegeven aan eiseres voor werving en selectie, maar dat deze niet had geleid tot indiensttreding. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde, door de indiensttreding van de door eiseres voorgedragen kandidaat, een bemiddelingsfee verschuldigd was aan eiseres.

Na een comparitie van partijen en hun gemachtigden, waarin de feiten en omstandigheden werden besproken, oordeelde de kantonrechter dat de vordering van eiseres toewijsbaar was. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 9 juni 2011 door de kantonrechter H.A. van den Berg, en de veroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton - locatie Den Helder
zaak/rolnr.: 359200 \ CV EXPL 11-448 WG
Uitspraakdatum: 9 juni 2011
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap PA Online B.V. te IJmuiden
eisende partij
verder ook te noemen: PA
gemachtigde: mr. T. Slinger, werkzaam ten kantore van ARAG Rechtsbijstand te Amsterdam
tegen
de besloten vennootschap m.b.a. Techno Plast Marine B.V., h.o.d.n. TP Marine, statutair gevestigd te Wieringerwaard
gedaagde partij
verder ook te noemen: TP
gemachtigde: mr. A.P. Marco, advocaat te Amsterdam.
Het procesverloop
PA heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 26 januari 2011.
TP heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter bij vonnis d.d. 24 maart 2011 een comparitie gelast, die is gehouden op 28 april 2011, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil
1.PA vordert betaling van een bedrag van € 5.000,00, te verhogen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, kosten rechtens.
PA heeft haar vordering – kort gezegd - gebaseerd op de stelling dat TP haar opdracht heeft gegeven tot werving en selectie van de heer [x], die vervolgens ook in dienst is getreden bij TP.
2.TP verweert zich met de stelling dat tussen partijen geen overeenkomst is gesloten. Zij betwist voorts dat de algemene voorwaarden van PA zijn aangereikt en dat zij van toepassing zijn op de overeenkomst.
TP heeft de heer [x] voor een half jaar in dienst genomen. De vergoeding die zij reeds aan PA heeft betaald, die is gerelateerd aan een bemiddelingsfee op grond van een arbeidscontract voor een half jaar, is alleszins redelijk, aldus TP.
De beoordeling
3.De kantonrechter overweegt dat [[y]], bestuurder van TP, ter gelegenheid van de mondelinge behandeling desgevraagd verklaarde dat de bevestiging van de opdracht waarvan PA thans betaling vordert, gedateerd 6 juli 2010 (productie 1 bij dagvaarding), op 6 juli 2010 door TP is ontvangen. [[y]] heeft voorts aangegeven, dat de door PA voorgedragen kandidaat [x] op 7 juli 2010 bij TP in dienst is gekomen.
4.Tussen partijen staat niet ter discussie dat TP, vanwege de indienstneming van een door PA voorgedragen kandidaat, een bemiddelingsfee aan PA verschuldigd zou zijn.
De kantonrechter overweegt voorts dat TP al eerder aan PA een opdracht had gegeven voor werving en selectie, maar dan ten behoeve van een andere functie.
Deze eerdere bemiddelingsopdracht heeft op het laatste moment niet tot indiensttreding van de beoogde kandidaat geleid, omdat de door PA voorgedragen - en in eerste instantie door TP goed bevonden - kandidaat [[z]] een nationaliteit bezat die geen goede match opleverde met de beoogde werkomgeving in Algerije.
5.Bij deze eerdere opdrachtbevestiging van 7 mei 2010 waren algemene voorwaarden gevoegd en deze zijn ook door TP ontvangen. TP heeft de ontvangst van de algemene voorwaarden van PA erkend.
In deze eerdere opdracht is - evenals in de opdrachtbevestiging van 6 juli 2010 - een vergoeding vermeld die is berekend op basis van 20 procent van het bruto jaarsalaris (incl. vakantievergoeding) tegen een 24-urige werkweek. Daarnaast is overigens in de opdrachtbevestiging van 7 mei 2010 een korting toegepast op grond van de bijzondere omstandigheden zoals beschreven in deze opdracht.
6.De voorgaande feiten en omstandigheden leiden de kantonrechter tot de slotsom dat TP ervan op de hoogte was, althans had moeten zijn, dat PA haar bij indiensttreding van [x] een bemiddelingsfee in rekening zou mogen brengen voor het bedrag zoals beschreven op de opdrachtbevestiging van 6 juli 2010.
TP had bovendien de gelegenheid om, voorafgaande aan de indiensttreding van [x], nog met PA van gedachten te wisselen over de omvang van de bemiddelingsfee. Vaststaat dat TP dat niet heeft gedaan; eerst na terugkeer van zijn vakantie in augustus 2010 heeft [[y]] contact met PA gehad. Dat [[y]] destijds op vakantie was is een omstandigheid die voor rekening van TP moet blijven.
Onder deze omstandigheden mocht PA ervan uit gaan dat TP zich verbonden had voor de bemiddelingsfee als beschreven op de opdrachtbevestiging van 6 juli 2010.
7.Dit betekent dat de vordering van PA toewijsbaar is zoals hierna vermeld.
8.TP dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt TP om aan PA tegen kwijting te betalen € 5.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.000,00 vanaf 26 januari 2011 tot de dag van betaling.
Veroordeelt TP in de proceskosten, die tot heden voor PA worden vastgesteld op een bedrag van € 760,89, waaronder begrepen een bedrag van € 400,00 voor salaris van de gemachtigde van PA [waarover TP geen btw verschuldigd is].
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. van den Berg , kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 9 juni 2011 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter