RECHTBANK ALKMAAR
Sector straf
Parketnummer: 14.900003-10 (P)
Datum uitspraak: 7 juli 2011
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
verdachte (hierna te noemen ‘Man’),
thans gedetineerd in de …..……..
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 31 maart 2011 en 23 juni 2011.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. H. Ruiter, advocaat te Amsterdam, en door de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte (Man) is, nadat een vordering van de officier van justitie ex artikel 314a jo 313 van het Wetboek van Strafvordering, strekkende tot aanpassing van de tenlastelegging is toegelaten, ten laste gelegd,
feit 1.
dat hij in de periode van 14 december 2001 tot 14 september 2010, te W. en/of te D.,in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, één of meer voorwerpen, te weten
a. - (periode 14-12-2001 t/m 14-09-2010) de woning(en) met ondergrond(en), tuin(en) en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de X-straat 21 en/of X-straat 23, te W. voorhanden heeft/hebben gehad en/of van die woning(en) gebruik heeft/hebben gemaakt en/of van die woning(en) heeft/hebben verhuld en/of verborgen en/of heeft/hebben verhuld en/of verborgen gehouden wie de rechthebbende(n) op die voornoemde woning(en) is/zijn en/of wie die woning(en) voorhanden heeft/hebben (gehad) (OPV pag. 38-82, AH-101)
b. - (periode 14-12-2001 t/m 14-09-2010) (telkens) één of meer geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 402.000,- euro, in elk geval een of meer geldbedragen, (bestaande uit (een) betaling(en) voor de inrichting en/of verbouwing(en) van die voornoemde woning(en) en/of tuin) voorhanden heeft/hebben gehad en/of van dat/die geldbedrag(en) gebruikt heeft/hebben gemaakt en/of dat/die geldbedrag(en) heeft/hebben omgezet (OPV pag. 38-82, AH-101)
c. - (periode 01-05-2003 t/m 30-09-2006) (telkens) een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer 399.987,- euro, althans enig(e) geldbedrag(en), bestaande uit aflossing(en) en/of (rente)betaling(en) van (een) (hypothecaire) lening(en), in elk geval overboekingen (afkomstig van rekeningnummer 591704137 ten name van P. Dispenza), betaald aan X en/of X B.V. en/of X Holding B.V. heeft/hebben voorhanden gehad en/of gebruik gemaakt en/of omgezet (AH-019, AH-019a, AH-101, D-092 en OPV pag. 90-92)
d. - (periode 01-01-2006 t/m 31-05-2008) (telkens) een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer 147.800,- euro, in elk geval enig(e) geldbedrag(en) (bestaande uit (contant) ontvangen money transfers) heeft/hebben voorhanden gehad en/of omgezet (AH-065, AH-101, D-350, D-350A en D-350B)
e. - (periode 01-01-2002 t/m 30-06-2010) (telkens) een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer 61.500,- euro, althans enig(e) geldbedrag(en), (bestaande uit (een) uitgave(n) aan/voor/tijdens (een) vakantie(s) en/of (een) cruise(s)) heeft/hebben voorhanden gehad en/of van dat/die geldbedrag(en) heeft/hebben gebruik gemaakt en/of omgezet (AH-020, AH-101, D-110 en OPV pag. 111-114)
f. - (periode 01-04-2009 t/m 14-09-2010) (telkens) een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer 30.400,- euro, althans enig(e) geldbedrag(en), (bestaande uit betalingen aan huur van (een) auto('s) en/of de aankoop van een auto, te weten een Dacia Duster), heeft/hebben voorhanden gehad en/of gebruik gemaakt en/of omgezet en/of een Dacia Duster voorhanden heeft/hebben gehad (AH-063, D-154, D-156, AH-056, AH-101, D-244, D-308/2 en OPV, pag. 115-121)
g. - (periode 01-09-2010 t/m 14-09-2010) een geldbedrag van in totaal ongeveer 15.000,- euro, althans enig geldbedrag, voorhanden heeft/hebben gehad en/of gebruik heeft/hebben gemaakt (zie de overboeking van een rekening in Duitsland (ten name van X-wire Unlimited) naar ING-rekening 65.71.739 ten name van Man en/of Man-Vrouw) (D-308/1 en OPV pag. 115-121)
h. - (periode 01-09-2010 t/m 14-09-2010) een geldbedrag van in totaal ongeveer 800,- euro, althans enig geldbedrag, voorhanden heeft/hebben gehad en/of gebruik heeft/hebben gemaakt (zie overboeking van een rekening in Duitsland (ten name van X-wire Unlimited) naar bankrekening 59.17.04.137 ten name van P. Dispenza) (AH-100 en D-308/1)
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), althans hij, verdachte, wist(en), dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - middellijk of onmiddellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven), en van het witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt (in de zin van artikel 420 ter Wetboek van Strafrecht);
feit 2. primair dat hij op of omstreeks 9 juli 2001 en/of op of omstreeks 29 oktober 2001, althans op één of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2001 tot en met 29 oktober 2001, te H. en/of te W. in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, in een of meer authentieke akte(n), te weten
- een akte van levering van 9 juli 2001 (D-011) en/of
- een akte van levering van 29 oktober 2001 (D-013)
(telkens) een of meer valse opgave(n) aangaande een of meer feit(en) van welks waarheid de akte(n) moet(en) doen blijken heeft/hebben doen opnemen, bestaande die valse opgave(n) (telkens) hierin
dat de in die akte(n) vermelde schriftelijke volmacht aan de notarisklerk, om de koper, Real Estate Brokers Incorporated, te vertegenwoordigen, was gegeven door een persoon, geheten Pedro Dispenza, wonende te Belize City (Belize, Centraal Amerika), 31 Regent Street, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, ongehuwd,
(in de akte van 29 oktober 2001) dat er een (voorafgaande) koopovereenkomst was gesloten tussen koper Real Estate Brokers Incorporated en verkopers (de buren)
(telkens) met het oogmerk om die akte(n) te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken als ware die opgave(n) in overeenstemming met de waarheid;
feit 2. subsidiair dat hij op of omstreeks 9 juli 2001 en/of op of omstreeks 29 oktober 2001, althans op een of meer tijdstip(pen) vanaf 1 juni 2001 tot en met 29 oktober 2001, te H. en/of te W, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een notaris 1 en een of meer anderen, althans hij toen en daar tezamen en in vereniging met notaris 1 , valselijk hebben opgemaakt en/of vervalst één of meer authentieke akte(n), althans één of meer geschriften, te weten
- een akte van levering van 9 juli 2001 (D-011) en/of
- een akte van levering van 29 oktober 2001 (D-013)
(telkens) met het oogmerk om die akte(n) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, elk zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die valsheid (telkens) hierin
dat in strijd met de waarheid in die akte(n), althans in dat/die geschrift(en) (telkens) is opgenomen dat de schriftelijke volmacht aan de notarisklerk, om de koper, Real Estate Brokers Incorporated, te vertegenwoordigen, was gegeven door een persoon, geheten P. Dispenza, wonende te Belize City (Belize, Centraal Amerika), 31 Regent Street, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, zijnde ongehuwd
(in de akte van 29 oktober 2001)
dat er een (voorafgaande) koopovereenkomst was gesloten tussen koper Real Estate Brokers Incorporated en verkopers (de buren) (D-161);
feit 3.
dat hij op of omstreeks 4 november 2002 te H., in elk geval in Nederland, in een authentieke akte(n), te weten een hypotheekakte van 4 november 2002, heeft doen opnemen een of meer valse opgave(n) aangaande een feit van welks waarheid de akte moet doen blijken, bestaande die valse opgave(n) hierin
dat hij, verdachte, is geheten P. Dispenza, wonende te Belize City te Belize, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952 en/of dat hij, verdachte, die akte ter bevestiging van hetgeen in de akte is opgegeven, heeft ondertekend met een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van P. Dispenza,
met het oogmerk om die akte te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken als ware die opgave(n) in overeenstemming met de waarheid (D-117, D-500 en AH-101);
feit 4.
dat hij op een of meer tijdstippen in de periode van 22 januari 2001 tot en met 15 mei 2007, te W. en/of te S. en/of te H. en/of te H. in elk geval in Nederland, meermalen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een paspoort met nummer A008137 op naam van P. Dispenza, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, uitgegeven door Belize op 22 januari 2001 (D-185 en OPV pag. 32-38),
bestaande dat gebruik er uit dat verdachte zich (telkens) met genoemd paspoort identificeerde,
(a)
bij een of meer notaris(sen) (ten behoeve van het opstellen en ondertekenen van één of meer volmachten en/of het ondertekenen van een of meer hypotheekakten) (D-011, D-013, D-117, D-500) en/of
(b)
(een) postkanto(o)r(en) en/of (Wester Union) money transfer kanto(o)r(en) (ten behoeve van (een) geldbetaling(en) en/of ontvangst(en) van geld) (D-350, D-350A, D-350B en OPV pag. 121-123);
feit 5.
dat hij op of omstreeks 14 september 2010 te W., in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) (een) gegevensdrager(s), te weten één of meer computer(s) en/of (een) en/of (een) externe harddisk(s) en/of een of meer zip-drive(s), in elk geval een of meer gegevensdragers, bevattende 585, althans een of meer afbeelding(en), in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden
(onder meer foto [bestandsnaam 1 t/m 8] zie PV nummer PL10RR 2010110418-2 pag. 26-27 en/of [bestandsnaam 9 t/m 23] zie pv. PL10RR 2010110418 pag. 32 - 40)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden
(onder meer foto [bestandsnaam 24 en 25], zie pv nummer PL10RR 2010110418-2 pag. 27-28 en/of foto [bestandsnaam 26 t/m 30] zie pv PL10RR 2010110418 pag.32, 34, 36 en 41);
feit 6.
dat hij op of omstreeks 14 september 2010 te W. in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) (een) gegevensdrager(s), te weten een harddisk bevattende (een) afbeelding(en), te weten een of meer film(s) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldinge(n)), (een) ontuchtige handelinge(en) waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken zichtbaar is/zijn,
welke voornoemde ontuchtige handeling(en) bestonden uit (onder meer)
het door een hond met de penis vaginaal en/of anaal penetreren van een vrouw en/of
het likken van de vagina van een vrouw door een hond en/of
het door een vrouw in de mond nemen of likken van een penis van een hond
([bestandsnaam 31 t/m 34] zie pv PL10RR 2010110418 pag. 30A en 30B ).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
De rechtbank heeft de afzonderlijke onderdelen waaruit feit 1 is opgebouwd voorzien van een letter-aanduiding (a tot en met h). Bij de bespreking van de afzonderlijke onderdelen zal de rechtbank deze aanduidingen aanhouden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. Overweging ten aanzien van het bewijs
Verdachte (hierna ook te noemen: Man) wordt er in de eerste plaats van verdacht dat hij zich over een periode van bijna negen jaar, samen met zijn echtgenote (de medeverdachte, hierna ook te noemen: Vrouw), heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van grote geldbedragen en andere voorwerpen.
Verdachten hebben toegegeven dat zij de in de tenlastelegging genoemde bedragen en voorwerpen voorhanden hebben gehad, dan wel er gebruik van hebben gemaakt.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank zal bewezen verklaren dat Man en Vrouw zich tezamen en in vereniging hebben schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken. Zijn cliënt ontkent niet dat hij en Vrouw de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen en gelden voorhanden hebben gehad of hebben gebruikt, maar ontkent dat deze middellijk of onmiddellijk van misdrijf afkomstig zijn.
De officier van justitie heeft nagelaten te verduidelijken om welke misdrijven het gaat en op welke wijze de bestanddelen van die misdrijven vervuld zijn. De tenlastelegging geeft geen omschrijving van het misdrijf of de misdrijven waaruit de voorwerpen afkomstig zouden zijn. Van het bestanddeel ‘uit enig misdrijf verkregen’ moet uit de bewijsmiddelen blijken en dat is niet het geval.
De officier van justitie is er niet in geslaagd te bewijzen dat cliënt zijn in het buitenland verdiende geld heeft verkregen door frauduleuze praktijken. Het FIOD-proces-verbaal en met name hoofdstuk 5.7 van het overzichtsproces-verbaal biedt daarvoor onvoldoende aanknopingspunten. De veroordeling in de Verenigde Staten van Judge Baer Jr. is een civielrechtelijk of bestuursrechtelijk vonnis en niet het resultaat van een strafrechtelijke procedure op tegenspraak. De bevindingen van de Amerikaanse autoriteiten, zoals beschreven in het rechtshulpverzoek, zijn tot nu toe slechts verdenkingen. Zelfs indien dit alles in samenhang wordt gezien, levert het nog geen overtuigend bewijs op dat de voorwerpen van misdrijf afkomstig zijn.
Uit het onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat het niet anders kan dan dat de voorwerpen en gelden van misdrijf afkomstig zijn, aangezien Man voldoende uitleg heeft gegeven over de herkomst van het geld.
Mocht het al zo zijn dat de rechtbank concludeert dat de voorwerpen en gelden middellijk of onmiddellijk van misdrijf afkomstig zijn, dan is niet bewezen dat Man dat wist.
Subsidiair verzoekt de raadsman dat cliënt wordt ontslagen van rechtsvervolging, aangezien uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie volgt dat het enkele voorhanden hebben van voorwerpen die afkomstig zijn uit misdrijf niet in alle gevallen als witwassen kan worden gekwalificeerd. In deze zaak zijn geen handelingen verricht om de voorwerpen / gelden te verhullen.
Beoordeling door de rechtbank
Aan Man wordt verweten dat hij zich tezamen en in vereniging met Vrouw heeft schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen van voorwerpen (waaronder gelden), terwijl hij en zijn mededader(s) wisten dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk, middellijk of onmiddellijk, afkomstig waren uit enig(e) misdrij(f)(ven). In de tenlastelegging worden deze voorwerpen nader omschreven. Aan de hand van deze omschrijving zal de rechtbank de volgende vragen beantwoorden:
A) Welke handelingen heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte gepleegd met betrekking tot de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen?
B) Zijn deze voorwerpen van misdrijf afkomstig en zo ja, wist(en) verdachte en/of zijn medeverdachte dat?
C) Is er sprake van medeplegen samen met Vrouw?
D) Vervolgens zal de rechtbank de verweren van de verdediging bespreken.
a) Met betrekking tot de woningen X-straat 21 en 23
X-straat 21
Man en zijn echtgenote Vrouw hebben op 9 juli 2001 hun woning aan de X-straat 21 in W. voor ƒ 540.000,- geleverd aan de naar het recht van Belize opgerichte rechtspersoon Real Estate Brokers Incorporated (hierna te noemen REBI). Man en Vrouw waren ten tijde van het transport bij de notaris als verkopers aanwezig. REBI werd vertegenwoordigd door Pedro Dispenza, die zich weer bij volmacht liet vertegenwoordigen door een medewerker van het notariskantoor. Dit alles is terug te vinden in de akte van levering die door de notaris van dit transport is opgemaakt.
Volgens het kadaster is voor deze aankoop geen financiering verstrekt. Met de koopprijs zijn drie op het pand rustende hypotheken tot een gezamenlijk bedrag van ƒ 410.000,- afgelost. Wat Man en Vrouw met de overwaarde hebben gedaan is niet duidelijk geworden. Man heeft verklaard dat, als er overwaarde was, hij deze vrijwel zeker heeft gebruikt voor de verbouwing van het pand of misschien ook wel voor de aanschaf van meubels. Vrouw heeft verklaard dat de hypotheekschuld met de verkoop is afgelost en dat de overwaarde is gebruikt om het huis op te knappen.
Met betrekking tot X-straat 21 is een huurovereenkomst opgemaakt tussen REBI als verhuurder en Vrouw als huurder. Volgens de verklaring van Man op de terechtzitting zijn hij en Vrouw na dit transport tot de datum van hun aanhouding in het huis blijven wonen.
X-straat 23
Enige maanden later vroeg Man aan de buren van X-straat 23 of zij hun huis aan hem en Vrouw wilden verkopen. Tijdens een bijeenkomst waarbij Man, Vrouw en de buren aanwezig waren, werd een onderhands koopcontract ondertekend. In dit stuk met als kop 'verklaring van overeenkomst' en gedateerd 24 september 2001, komen partijen Man, Vrouw, buurman en buurvrouw overeen dat de woning X-straat 23 zal worden verkocht aan Man en Vrouw voor ƒ 500.000,-. Een en ander is door Man bij de FIOD en op de terechtzitting bevestigd.
Volgens de akte van levering van 29 oktober 2001 is X-straat 23 echter niet geleverd aan Man en Vrouw, maar aan REBI. In deze akte wordt verwezen naar een koopovereenkomst tussen buurman en buurvrouw en REBI. Deze overeenkomst is echter nooit aangetroffen. Op de terechtzitting heeft Man verklaard dat hij niet weet of een dergelijke overeenkomst bestaat en, zo ja, waar deze is. Buurvrouw heeft als getuige op de terechtzitting verklaard dat zij pas na het transport thuis in de akte van levering heeft gezien dat niet Man en Vrouw maar REBI hun huis had gekocht. Zij heeft Man er op aangesproken en gevraagd of zij hier last mee zouden kunnen krijgen, maar Man vertelde haar dat zijn bedrijf het huis had gekocht en dat dit voor haar en haar man geen enkel probleem zou opleveren.
Volgens buurvrouw waren bij het transport Man, Vrouw en hun dochter aanwezig. Uit de eerdergenoemde akte van levering (D-013) blijkt dat de koper REBI werd vertegenwoordigd door Pedro Dispenza die weer bij volmacht werd vertegenwoordigd door een medewerker van het notariskantoor. De rechtbank merkt op dat de aanwezigheid van Man en Vrouw op deze wijze niet noodzakelijk was. Man heeft daarover verklaard dat hij en zijn vrouw bij het transport bij de notaris aan tafel hebben gezeten om de buren niet in de war te brengen, omdat deze het idee hadden dat zij hun huis hadden verkocht aan Man en Vrouw en niet aan REBI.
Volgens twee aangetroffen kwitanties heeft Man op 2 en 5 oktober 2001 respectievelijk ƒ 125.000,- en ƒ 30.000,- contant aan buurman betaald. Op beide kwitanties staat: 'voor aanbetaling X-straat 23' en ze zijn ondertekend door buurman. Buurvrouw heeft als getuige op de terechtzitting verklaard dat zij zich herinnert dat Man en Vrouw naast de afgesproken koopprijs volgens mondelinge afspraak ook nog eens ƒ 100.000,- contant hebben betaald, welk bedrag door Vrouw aan haar is overhandigd. Man heeft hierover op de terechtzitting verklaard dat hij en Vrouw inderdaad een groot geldbedrag contant aan de buren hebben betaald in verband met deze transactie.
Voor de aankoop van X-straat 23 is volgens het kadaster geen financiering verstrekt.
Met betrekking tot X-straat 23 is een huurovereenkomst opgemaakt tussen REBI als verhuurder en Man als huurder. Volgens de verklaring van Man op de terechtzitting hebben hij en Vrouw na dit transport tot de datum van hun aanhouding in het huis gewoond.
Over REBI en Pedro Dispenza
Man heeft bij de FIOD en op de terechtzitting verklaard dat hij de oprichter en de enige (anonieme) aandeelhouder (beneficial owner) is van REBI. Ook heeft hij verklaard dat hij de alias Pedro Dispenza voert en zich bedient van een paspoort op naam van Dispenza van de staat Belize. Als bewindvoerder van REBI heeft Man zijn alias Pedro Dispenza aangesteld. Bij beide transporten heeft hij zich van deze alias bediend, volgens Man met medeweten en instemming van de notaris.
In zijn verhoor op 14 september 2010 heeft Man verklaard: ‘Met het geld dat ik als Pedro Dispenza op Belize verdiend heb, heeft Real Estate Brokers met Dispenza als vertegenwoordiger de woning van de buren gekocht. De aankoop is volledig gefinancierd met het geld uit Belize. Dit geld dat was verdiend in Belize was voor de Nederlandse autoriteiten niet zichtbaar. Dit hoefde volgens mij ook niet omdat ik het geld in Belize had verdiend.’ en ‘Ik heb mijn eigen woning, X-straat 21, ook verkocht aan Real Estate Brokers.’ en ‘Real Estate Brokers bestaat alleen op papier en is alleen opgericht om de panden te kopen. Er zijn geen verdere activiteiten in Real Estate Brokers.’
Op 15 september 2010 heeft Man verklaard : ‘De constructie van de trust is ooit in het leven geroepen om te voorkomen dat je eigendommen afgepakt kunnen worden. (…) Ik neem aan dat u begrijpt dat ik het geld dat ik in het buitenland heb verdiend met de verkoop van IBC’s ook daar in Belize wilde houden. Ik wilde dat niemand wist dat ik het geld had.’
Man heeft over de huur van de woningen verklaard : ‘Mijn vrouw en ik zijn (met REBI) een huurovereenkomst aangegaan. Ik heb één keer huur overgemaakt op de ABN-AMRO Bank rekening van Dispenza. Daar zijn we mee gestopt omdat het vestzak-broekzak is.’
Vrouw heeft bij de FIOD verklaard dat zij op het moment van de aankoop van X-straat 21 aan REBI wist dat het geld waarmee de woning werd aangekocht van Man was. Het geld was door Man verdiend met zijn programma’s op internet. Over het gebruik van de naam Pedro Dispenza heeft zij verklaard: ‘Ik dacht dat hij ermee was gestopt, met die dingen. Met zich voordoen als Pedro Dispenza. Misschien was het wel hoop van mij. Waarom moet hij zaken doen onder een andere naam?’ In dezelfde verklaring wordt aan Vrouw de vraag gesteld of het gebruik van de alias Pedro Dispenza en het gebruik van buitenlandse bedrijven door Man bedoeld zou kunnen zijn om zichzelf onzichtbaar te maken. Vrouw antwoordt: ‘Dat heb ik wel gedacht met dat huis. Ik dacht waarom doe je dat?’
Uit de agenda’s van Vrouw blijkt dat zij op 25 en 29 oktober 2001 op het kantoor van notaris 1 is geweest. Op 29 oktober 2001 heeft het transport van X-straat 23 plaatsgevonden.
Man heeft bij de FIOD verklaard dat Vrouw al in januari 2001 wist dat hij de alias Pedro Dispenza gebruikte.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw
- de woningen X-straat 21 en 23 te W. voorhanden hebben gehad en
- van die woningen gebruik hebben gemaakt en
- van die woningen hebben verhuld en verhuld gehouden wie de rechthebbende op die woningen is
b) met betrekking tot de uitgaven voor inrichting en/of verbouwingen en/of tuinaanleg van X-straat 21 en 23 tot een totaalbedrag van € 402.000,-.
Man heeft in zijn verklaringen bij de FIOD en op de terechtzitting verklaard dat hij en Vrouw direct na het tweede transport de woningen X-straat 21 en 23 hebben laten verbouwen tot één woonhuis. Ook zijn de woningen ingericht. In 2007 heeft er nogmaals een verbouwing plaatsgevonden en is rond beide woningen een tuin aangelegd.
In het strafrechtelijk onderzoek zijn verscheidene aannemers gehoord over de werkzaamheden die zij in overleg met Man en Vrouw hebben verricht en de betalingen die zij hebben ontvangen. Uit de verhoren van een aantal aannemers blijkt bovendien dat Man grote bedragen contant heeft betaald. Er zou voor een totaalbedrag van € 228.297,- contant zijn betaald. Man heeft op de terechtzitting verklaard dat het mogelijk is dat hij ongeveer ƒ 500.000,- contant heeft betaald aan de architect en de aannemer.
In het dossier is een overzicht gemaakt van die uitgaven die zijn gedaan vanaf 14 december 2001, zijnde de datum van inwerkingtreding van de witwasbepalingen. Eerdere uitgaven met betrekking tot de verbouwing zijn in deze optelling niet meegenomen. Tussen 22 december 2001 en 15 oktober 2009 hebben Man en Vrouw in totaal € 402.313,04 aan diverse aannemers betaald. Man heeft op de terechtzitting deze optelling niet weersproken. Uit dit overzicht blijkt ook dat de betalingen zijn gedaan van diverse rekeningen. Er zijn betalingen gedaan van de rekening van Man, de rekening van Man en/of Vrouw, rekeningen van P. Dispenza, X-Wire Unlimited, Ace Global en Eurowire. Ook blijkt van een aantal contante betalingen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw van geldbedragen tot een totaalbedrag van ongeveer € 402.000,-, bestaande uit betalingen voor de inrichting en/of verbouwingen van de woningen X-straat 21 en 23 en tuin:
- gebruik hebben gemaakt en
- die geldbedragen hebben omgezet.
c) aflossingen en rentebetalingen op een hypothecaire lening van X en/of X B.V. en/of X Holding B.V. tot een bedrag van € 399.987,-
Tijdens eerste de verbouwing van de panden X-straat 21 en 23 ontstonden betalingsproblemen. Dit heeft ertoe geleid dat de aannemer tot zekerheid van de nog openstaande rekeningen op 4 november 2002 hypothecaire zekerheid heeft gekregen op deze woningen. Omdat verkoop van de woningen dreigde, heeft Man zijn zwager X om hulp gevraagd. X Holding B.V. heeft € 295.000,- ter beschikking gesteld om de schuld aan de aannemer te voldoen en op 10 april 2003 is er ten gunste van X Holding B.V. een hypotheek gevestigd op de woningen.
Deze hypothecaire lening is in de periode 2 mei 2003 tot en met 15 september 2006 geheel afgelost. Er is in die periode in totaal € 399.987,33 aan rente en aflossing betaald. Er bevindt zich een overzicht van deze betalingen in het dossier. Man heeft op de terechtzitting verklaard dat hij de op dit overzicht genoemde betalingen heeft gedaan via rekening 59.17.04.137 van P. Dispenza bij de ABN-AMRO Bank , welke rekening werd gevoed uit de inkomsten uit de bedrijven in het buitenland. Man heeft verklaard dat deze rekening werd gevoed met geld uit Belize.
Man heeft bij de FIOD verklaard dat er kort na de aankoop van X-straat 23 betalingsproblemen ontstonden bij de verbouwing en dat hij zijn zwager X heeft verzocht om hem een lening te verstrekken en dat X hem geholpen heeft. Uiteindelijk is er een lening onder hypothecaire zekerheid verstrekt door X Holding B.V. aan REBI. De lening is helemaal terugbetaald door betalingen van bankrekeningnummer 59.17.04,137 ten name van P. Dispenza.
Medeverdachte Vrouw heeft bij de politie verklaard: ‘X was er niet van op de hoogte dat Pedro Dispenza als schuldenaar werd opgevoerd. X was niet bij de notaris aanwezig. De aflossing van de lening verliep moeizaam, maar uiteindelijk is alles wel afbetaald.’
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw van geldbedragen tot een totaalbedrag van ongeveer € 399.987,-, bestaande uit aflossingen en rentebetalingen van een hypothecaire lening, afkomstig van rekeningnummer 59.17.04.137 ten name van P. Dispenza, hebben betaald aan X Holding B.V.:
- gebruik hebben gemaakt en
- die geldbedragen hebben omgezet.
d) (contant) ontvangen money transfers tot een bedrag van € 147.800,-
Tijdens de doorzoeking in de woning van Man en Vrouw is een ordner in beslag genomen met formulieren van Western Union money transfers. De transfers zijn verwerkt in een Excel-bestand. De money transfers beslaan een periode van 3 januari 2006 tot en met 10 mei 2008 en er is in die periode in totaal € 147.857,51 ontvangen. Als gekeken wordt naar de begunstigde van de money transfers, dan blijkt uit D-350B dat P. Dispenza voor € 141.460,73 en Vrouw voor € 6.396,78 begunstigd was. Als gekeken wordt wie zich aan het loket heeft gemeld om de money transfer te innen, dan blijkt dat Man voor € 42.517,48 en Vrouw voor € 105.240,03 heeft geïnd. Uit de formulieren van de money transfers blijkt dat bij het verzilveren van de money transfers ten gunste van P. Dispenza steeds het paspoort A008137 ten name van P. Dispenza is gebruikt. Uit overzicht 350B blijkt dat het geld afkomstig is uit diverse landen, maar dat ruim
€ 100.000,- afkomstig is uit de Verenigde Staten.
Man heeft op de terechtzitting verklaard dat alle money transfers door hem of door Vrouw zijn verzilverd bij het postkantoor in W. Voor zover Pedro Dispenza de begunstigde was, is steeds gebruik gemaakt van het paspoort van Dispenza. Omdat Man veel in het buitenland was, zijn de meeste geldopnamen gedaan door Vrouw. Man had met de beheerder van het postkantoor geregeld dat Vrouw het geld kon ophalen. Hij heeft Vrouw hiertoe gemachtigd en er lag er een kopie van het paspoort van Dispenza op het postkantoor.
Man heeft bij de FIOD verklaard dat de betalingen via de money transfers van Western Union aan Dispenza en Vrouw betalingen zijn geweest ten behoeve van Ace Invest. Man heeft op de terechtzitting verklaard dat het geld dat hij via de money transfers ontving betalingen waren voor producten of diensten die door een van zijn bedrijven waren geleverd.
Vrouw heeft bij de FIOD verklaard dat zij in opdracht van Man money transfers heeft geïncasseerd.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw geldbedragen tot een totaalbedrag van ongeveer € 147.800,-, bestaande uit contant geld uit ontvangen money transfers:
- hebben omgezet en
- voorhanden hebben gehad
e) vakanties en cruises voor een bedrag van € 61.500,-
Tijdens het opsporingsonderzoek is gebleken dat Man en Vrouw in de periode van 1 januari 2002 tot en met 30 juni 2010 € 61.555,30 hebben uitgegeven aan vakanties en cruises. Van deze uitgaven is een overzicht gemaakt dat als 1e bijlage bij AH-101 in het dossier is gevoegd.
Man heeft op de terechtzitting verklaard dat het kan kloppen dat hij en zijn gezinsleden in deze periode € 61.555,30 hebben uitgegeven aan vakanties en cruises.
Vrouw heeft bij de FIOD verklaard dat zij en Man heel luxe vakanties hadden. Er zijn jaren geweest dat zij elke schoolvakantie op vakantie gingen, zoals cruises enz. Ook verklaart zij over een reis naar Riga in 2006 die Man had georganiseerd voor ongeveer 30 oud schoolgenoten. Man heeft voor allen de vliegreis en het hotel betaald.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw van geldbedragen tot een totaalbedrag van ongeveer € 61.500,-, bestaande uit uitgaven voor vakanties en cruises:
- gebruik hebben gemaakt en
- die geldbedragen hebben omgezet.
f) huur van auto’s en de aankoop van een Dacia Duster tot een bedrag van € 30.400,-
Tijdens het onderzoek is gebleken dat Man en Vrouw in de periode van 1 april 2009 tot en met 14 september 2010 € 30.400,- hebben besteed aan de huur van auto’s en de aanschaf van een Dacia Duster.
Dit blijkt onder meer uit gegevens die zijn verstrekt door een autoverhuurbedrijf in Hoorn. Het garagebedrijf G B.V. heeft de koopovereenkomst van 29 april 2010 met betrekking tot de Dacia Duster aan de FIOD verstrekt. Voor deze auto is op 14 september 2010 € 18.902,25 betaald door overboeking van dit bedrag van een Duitse bankrekening ten name van X-Wire Unlimited.
Man heeft bij de FIOD en op de terechtzitting verklaard dat het klopt dat hij en Vrouw na 2008 diverse auto’s hebben gehuurd. Ook bevestigt Man dat hij in april 2010 de Dacia Duster heeft gekocht en dat hij deze pas kon betalen nadat er ca € 50.000,- was gestort op de rekening van X-Wire Unlimited. Uit een rekeningafschrift nr. 37 van de rekening van X-Wire Unlimited bij de Deutsche Bank blijkt dat op 10 september 2010
€ 53.249,93 is gestort door Wharfside Holding Limited, terwijl er voor die storting nog maar € 42,18 op die rekening stond.
Vrouw heeft bij de FIOD verklaard: ‘Mijn man heeft een auto uitgezocht zonder dat een van ons tweeën een proefrit had gemaakt. Het bleek dat een huurauto namelijk wel héél duur was. De auto zou betaald worden met geld afkomstig uit fondsen op rekeningen van X-Wire in Duitsland. Hij zou ongeveer € 18.000,- kosten.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw van geldbedragen tot een totaalbedrag van ongeveer € 30.400,-, bestaande uit betalingen voor huur van auto’s en de aankoop van een Dacia Duster:
- gebruik hebben gemaakt en
- die geldbedragen hebben omgezet en
- een Dacia Duster voorhanden hebben gehad.
g) een overboeking van € 15.000,- van de rekening in Duitsland ten name van X-Wire Unlimited naar bankrekening 65.71.739 ten name van Man en/of Man-Vrouw
Uit rekeningafschrift nr. 38 van de rekening van X-Wire Unlimited bij de Deutsche Bank blijkt dat op 13 september 2010 € 15.000,- is overgeboekt naar de rekening 65.71.739 bij de ING-bank van Man-Vrouw.
Man heeft over deze overboeking op de terechtzitting verklaard: “Dat zijn (beide) gewoon inkomsten van ons privé. Dit is een stukje rendement en commissie van het crambe seed olie-verhaal.’
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw een geldbedrag van € 15.000,-:
- voorhanden hebben gehad en
- van dat geldbedrag gebruik hebben gemaakt.
h) een overboeking van € 800,- van de rekening in Duitsland ten name van X-Wire Unlimited naar bankrekening 59.17.04.137 ten name van P. Dispenza
Uit rekeningafschrift nr. 38 van de rekening van X-Wire Unlimited bij de Deutsche Bank blijkt dat op 13 september 2010 € 800,- is overgeboekt naar de rekening 59.17.04.137 bij de ABN-AMRO-bank van Pedro Dispenza.
Man heeft over deze overboeking op de terechtzitting verklaard: “Dat zijn (beide) gewoon inkomsten van ons privé. Dit is een stukje rendement en commissie van het crambe seed olie-verhaal.’
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Man en Vrouw een geldbedrag van € 800,-:
- voorhanden hebben gehad en
- van dat geldbedrag gebruik hebben gemaakt.
Bij de beoordeling van de vraag of de bovenvermelde voorwerpen (waaronder het geld) geheel of gedeeltelijk, middellijk of onmiddellijk, van misdrijf afkomstig zijn en of de verdachte en/of zijn medeverdachte dit wisten, is naar het oordeel van de rechtbank het volgende van belang.
Geregistreerd inkomen in Nederland
Volgens gegevens van de belastingdienst bedroeg het verzamelloon van Man in de jaren 2002 tot en met 2008 in totaal € 76.416,-, terwijl Vrouw in deze periode een negatief verzamelloon had van € 46.831,-. Dat betekent een gezamenlijk verzamelloon van gemiddeld € 4.226,- per jaar. Op grond van deze cijfers kan worden geconcludeerd dat de woningen X-straat 21 en 23 niet aangekocht, verbouwd en ingericht kunnen zijn uit het bij de Nederlandse autoriteiten bekende inkomen.
De aanwezigheid van veel contant geld
Een ander aspect dat opvalt in deze zaak is dat Man en Vrouw in 2001 over zeer veel contant geld beschikten. Of het geld voor de aankoop van de woningen of een deel daarvan contant bij de notaris is gekomen is niet duidelijk. Man en Vrouw en de transporterende notaris hebben hierover niet willen verklaren. Wel is vastgesteld en door Man bevestigd dat hij bijna ƒ 500.000,- contant heeft betaald voor de verbouwing van de woningen. Op 1 januari 2002 is de gulden vervangen door de euro. Het is een feit van algemene bekendheid dat mensen die op dat moment over veel contant geld beschikten bij inwisseling ervan geconfronteerd werden met de verplichte MOT-melding. Dat is voor veel mensen aanleiding geweest nog vóór 1 januari 2002 grote aankopen te doen of opdrachten te geven en deze contant te betalen.
De herkomst van het geld waarmee X-straat 21 en 23 zijn gekocht
In zijn verhoor op 14 september 2010 heeft Man verklaard: ‘Met het geld dat ik als Pedro Dispenza op Belize verdiend heb, heeft Real Estate Brokers met Dispenza als vertegenwoordiger de woning van de buren gekocht. De aankoop is volledig gefinancierd met het geld uit Belize. Dit geld dat was verdiend in Belize was voor de Nederlandse autoriteiten niet zichtbaar. Dit hoefde volgens mij ook niet omdat ik het geld in Belize had verdiend.’ en ‘Real Estate Brokers bestaat alleen op papier en is alleen opgericht om de panden te kopen. Er zijn geen verdere activiteiten in Real Estate Brokers.’
In zijn zesde verklaring heeft Man verklaard: ‘Ik had nog wat geld over van de Oxford Savings Club, ik denk dat dit nog in Antigua op mijn eigen rekening stond. Een gedeelte van dit geld behoorde eigenlijk aan Z. en de Oxford Savings Club toe. Met dit geld dat eigenlijk nog afgestort had moeten worden aan van Z. en een stukje commissie van de Oxford Savings Club dat mij nog toekwam, heb ik de woningen in W. gekocht.’ Later is Man op deze verklaring teruggekomen, waarbij hij stelde dat hij zich vergist had. Op de terechtzitting heeft hij verklaard dat hij het geld had verdiend met andere zakelijke activiteiten in het buitenland en dat dit een manier was om zijn in het buitenland verdiende geld veilig te stellen.
Vonnis van rechter Harold Baer Jr.
Met betrekking tot de Oxford Savings Club heeft de Amerikaanse beurscommissie (SEC) een onderzoek gedaan. Vervolgens is de SEC een procedure gestart tegen Man, waarbij hij ervan werd beschuldigd dat hij anti-fraude bepalingen van de federale effectenwetgeving heeft overtreden. Deze procedure heeft geresulteerd in een uitspraak van 29 augustus 2004 van rechter Harold Baer Jr., rechter in the United States District Court, Southern district of New York.
De rechter stelde vast dat Man eind 1998 begin 1999 als directeur internationale zaken betrokken was bij het investeringsprogramma Oxford Savings Club en dat Man op zijn website en in zijn reclamemateriaal een onjuiste voorstelling van zaken gaf en dingen beloofde die konden worden omschreven als illusoire rendementen op vermeend risicoloze beleggingen (‘phantasmagorical returns on purportedly risk-free investments’). Via deze frauduleuze programma's verkregen Man en een andere betrokkene bij de Oxford Savings Club ieder tenminste 1 miljoen US dollars. Man werd veoordeeld om 1 miljoen US dollars aan illegale inkomsten terug te betalen. Deze maatregel is vergelijkbaar met de ontnemingsmaatregel in het Nederlandse strafrecht. Aan Man werd daarnaast een boete (civil penalty) van 100.000,- US dollars opgelegd.
Man heeft gesteld dat hij tijdens zijn activiteiten voor the Oxford Savings Club niet wist dat beleggers bedrogen werden en dat er zonder de vereiste vergunningen werd gehandeld. Man is in het kader van het onderzoek door de SEC op 25 februari en 8 maart 1999 door medewerkers van de SEC verhoord. Hij is na die verhoren uit de Verenigde Staten weggegaan en is sindsdien niet meer teruggekeerd uit angst gearresteerd te worden. Na deze verhoren moet hij in ieder geval geweten hebben dat er beleggers bedrogen werden en dat er zonder vergunning werd gewerkt.
Rechtshulpverzoek van de Verenigde Staten
Op 23 juni 2009 heeft het Ministerie van Justitie van de Verenigde Staten een rechtshulpverzoek gedaan aan de Nederlandse autoriteiten. Op 29 april 2010 en 31 augustus 2010 zijn er aanvullende verzoeken gedaan. Uit deze verzoeken blijkt dat de Amerikaanse officier van justitie onderzoekt of Man en Vrouw de Amerikaanse strafwetgeving hebben overtreden door investeringsprogramma’s op internet te exploiteren die beleggers onwerkelijk hoge rendementen beloofden. De beloften werden echter nooit, althans hoogst zelden, waargemaakt. Volgens het rechtshulpverzoek hebben Man en Vrouw gebruik gemaakt van investeringsprogramma’s met namen als: Ace Invest, Ace Exclusive Circle, Ace Global, AceXChange, Ace Space, MiAmigo Services, MiAmigo Friends, Champ Amigo Central, ChampPay, Privy Pay, Champ Cash Card, Pay Ace, X-Scape, Dollar Dazzler, X-Wire, We Let Your Money Grow en Happy Plaza. Er is een aanklacht ingediend tegen Man en Vrouw terzake van (elektronische) fraude. Het rechtshulpverzoek vermeldt dat de officier van justitie weet dat er 20.000 mogelijke slachtoffers zijn, van wie er 17.967 in de Verenigde Staten wonen. De onderzoekers hebben vastgesteld dat het van beleggers aangetrokken geld telkens voor andere doeleinden is gebruikt dan waarvoor het door de beleggers bedoeld was. In het rechtshulpverzoek worden daarvan verschillende voorbeelden gegeven.
De Amerikaanse autoriteiten hebben in november 2010 terzake van deze verdenking tevens de uitlevering verzocht van Man en Vrouw. De Haarlemse rechtbank heeft de uitlevering van Man en Vrouw op 4 februari 2011 toelaatbaar verklaard. De ingestelde cassatieberoepen zijn op 14 juni 2011 door de Hoge Raad verworpen.
Man heeft bij de FIOD en op de terechtzitting erkend dat hij onder de hierboven vermelde namen investeringsprogramma’s via het internet heeft geëxploiteerd en producten heeft aangeboden, waarbij hij veelal gebruik maakte van het zg. Multi Level Marketing-systeem. Hij heeft verwezen naar een bij hem thuis aangetroffen visitekaartje waarop het grootste deel van de in het rechtshulpverzoek voorkomende namen voorkomt. Volgens Man is het juist dat een aantal beleggers geld is kwijtgeraakt. Er zijn helaas wel dingen fout gegaan, maar hij ontkent dat er sprake is van fraude. Hij stelt uitdrukkelijk dat hij zich altijd heeft laten adviseren door deskundigen. Hij heeft expliciet erkend dat een deel van het geld dat voor Ace-Invest is aangetrokken niet belegd is en dat het overgrote deel van de investeerders hun geld niet heeft teruggekregen. Volgens Man is alleen al door zijn arrestatie een deel van de lopende programma’s ongewild vastgelopen. Verdachte heeft zijn beweringen, dat de onder a tot en met h besproken uitgaven zijn gedaan met geld dat hij op een legale manier door hem is verdiend, op geen enkele wijze ondersteund met administratieve bescheiden.
IBC Real Estate Brokers Inc. (REBI)
Man heeft zich bediend van een off-shore vennootschap. REBI is een zogenaamde. International Business Company (IBC) die is opgericht in het Midden-Amerikaanse staatje Belize. Deze Belizeaanse IBC voldoet geheel aan één van de typologieën van witwassen, nl. het werken met een dekmantelorganisatie. Bij IBC's is niet duidelijk wie de Ultimate Beneficial Owner (UBO) is. De IBC wordt door een lokaal geregistreerde agent opgericht. Veelal is dit een advocaat die zich kan beroepen op zijn beroepsgeheim. Er is geen verplichting om de UBO of de aandeelhouders of de directie te registreren. De administratieve verplichtingen van IBC’s zijn zeer gering.
Man heeft verklaard dat REBI alleen op papier bestaat en door hem is opgericht om de woningen X-straat 21 en 23 te kopen. Hij heeft op de terechtzitting verklaard dat hij vanaf de oprichting de enige financieel belanghebbende bij REBI is. Man heeft als directeur van REBI in 2006 een zg. General Power of Attorney afgegeven aan zichzelf, aan Vrouw en aan zijn dochter.
Alias Pedro Dispenza
Man heeft zich in Nederland en bij zijn activiteiten in het buitenland bediend van de alias Pedro Dispenza en gebruikte daarbij een in Belize uitgegeven paspoort op die naam. Ook dat is één van de typologieën van witwassen. Man heeft verklaard dat hij het paspoort via een tussenpersoon voor 25.000,- US dollars heeft gekocht. Volgens Man was het destijds mogelijk om in Belize een geldig paspoort te verkrijgen onder een gefingeerde naam. De rechtbank acht deze bewering volstrekt onaannemelijk. Uit document D-284 blijkt dat degene die het ‘economic citizenship’voor Belize aanvraagt onder meer een geboortebewijs moet overleggen. Aangezien Pedro Dispenza een verzonnen naam is, kan Man geen geboortewijs op deze naam hebben overgelegd. Maar als dat al zo zou zijn, dan is het volstrekt duidelijk dat een dergelijk paspoort niet in Nederland mag worden gebruikt. Het verweer dat het ook volgens Nederlandse wettelijke regels mogelijk is om een ‘alias’ paspoort te hebben wordt verworpen. Naar Nederlands recht is het onder bepaalde omstandigheden wel toegestaan om een alias in een paspoort te vermelden, maar deze wordt dan vermeld naast de werkelijke naam.
Voorts heeft Man verklaard dat hij als Pedro Dispenza verschillende bankrekeningen aanhield in het buitenland en in Nederland.
In het dossier bevindt zich een Request of Information van 28-2-2003 van de State Revenue Service van de Letlandse overheid. Hierin wordt gesteld dat er onderzoek heeft plaatsgevonden naar een in Letland gevestigde onderneming SIA ‘Magnet Enterprises’. Man is geregistreerd als een van de oprichters en heeft in de onderneming een bedrag ad LVL 497.748,72 cash geïnvesteerd.
Ook bevindt zich een verslag van de belastingdienst Holland Noord van 10 juli 2003 in het dossier, waarin wordt gerelateerd dat er na veel moeite een afspraak gemaakt is kunnen worden met Man. Zijn verklaring voor de investering was dat hij gebruikt zou zijn als stroman in een zaak waarbij de Russische maffia zou zijn betrokken, op grond waarvan hij geen namen durfde te noemen. In het verslag wordt vermeld dat het Letse bedrag
ƒ 1.910.245, - of € 866. 832, - vertegenwoordigt.
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat er door Man en Vrouw gebruik is gemaakt van een groot aantal bankrekeningen. Het betreft hier negen rekeningen in Nederland op naam van Man en/of Vrouw, Travel Giant, Dispenza, Private Clearing Brokers. In Zwitserland drie rekeningen ten name van Man en/of Vrouw. In Letland rekeningen ten name van Ace Global SIA, Man en Dispenza. In Duitsland vier rekeningen ten name van Private Clearing Brokers, X Wire en Man. Verder in de VS, UK, Oostenrijk en Egypte op naam van MyChampServices. Bij Man en Vrouw werden nog elf bankkaarten gevonden van banken in onder andere Belize, Letland, Dominicaanse Republiek en Panama
Tot zover de vaststelling van de feiten en omstandigheden zoals deze met betrekking tot de inkomstenvergaring uit het dossier naar voren komen.
Op grond van deze vastgestelde feiten en omstandigheden kan het niet anders zijn dan dat de voorwerpen/geldbedragen middellijk of onmiddellijk, geheel althans voor een groot deel van misdrijf afkomstig zijn. De in de tenlastelegging omschreven handelingen kunnen worden aangemerkt als witwassen van criminele opbrengsten. De rechtbank acht daarmee witwassen bewezen.De verklaringen van Man en Vrouw bij de FIOD en op de terechtzitting dat het geld legale opbrengsten waren van bedrijfsactiviteiten van Man zijn onaannemelijk en oncontroleerbaar.
Gezien de veelheid van verschillende witwashandelingen en de lange duur waarin deze hebben plaatsgevonden, acht de rechtbank ook bewezen dat sprake is van gewoontewitwassen.
De rol van Vrouw. Medeplegen van gewoontewitwassen
Voor het bewijs van opzet bij (gewoonte)witwassen moet op zijn minst genomen bewezen worden dat Vrouw bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het geld of de goederen van misdrijf afkomstig waren.
Daarbij zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang:
Voor 1999-2000 hadden Vrouw en Man af en toe moeite de eindjes aan elkaar te knopen en de hypotheek te betalen. De buurvrouw heeft verklaard dat Vrouw af en toe erg in de put zat, omdat de zaken van Man niet goed liepen. In 1998 werd er vanwege een schuld van f 35.000,- conservatoir beslag op de echtelijke woning gelegd. De echtelijke woning heeft vaker als zekerheid gediend voor leningen dan voor de eerste hypothecaire lening alleen. Vrouw heeft op de terechtzitting bevestigd dat de financiële situatie voor 2001 zorgelijk was.
Sinds januari 2001 gebruikt Man ook de naam Pedro Dispenza. Man heeft hierover verklaard dat Vrouw vanaf dat moment op de hoogte is van deze identiteit.
In 2002 was er plotseling geld om haar een Renault Scenic van f 65.000 cadeau te doen en voor een vakantiecruise (met bezoek aan Belize). In juli 2001 was er heel veel geld om de eigen woning via REBI te kopen en de hypotheek af te lossen. Vrouw wist dat daarvoor het eigen geld van haar man is gebruikt, geld dat was verdiend met programma’s op internet. Enige maanden later was er weer veel geld om de woning van de buren te kopen, waarbij Vrouw de koopovereenkomst mede heeft ondertekend . Daarbij is er tenminste f 100.000,- contant aan de buren betaald boven de officiële koopprijs. Eind 2001 werden de woningen ingrijpend verbouwd en vervolgens luxe ingericht, waarbij voor ongeveer f 500.000,- aan contante betalingen is gedaan. Vrouw ontkent dat zij wist van de contante betalingen. Uit de getuigenverklaringen is duidelijk geworden dat de verbouwingen en de tuinaanleg ook met haar zijn besproken. Zij moet beseft hebben dat hiermee grote bedragen waren gemoeid. Het is ook niet goed voorstelbaar dat die verbouwingen of aankopen van meubilair, keuken, marmeren vloer e.d. niet met haar besproken werden of zonder haar instemming werden gedaan.
Volgens Vrouw beschikte haar man in die periode van de aankoop van het pand regelmatig over contant geld waaronder ook US dollars. Zij heeft op enig moment met de ING gebeld voor een saldo-check en toen werd er een heel hoog bedrag genoemd. ‘Geen miljoen, maar zeker een ton.’ Man heeft haar ook verteld over de ‘aanhouding’ in de Verenigde Staten en dat de SEC onderzoek deed naar zijn internetprogramma’s en dat hij een advocaat in de arm had genomen. Zij heeft verklaard dat Man sinds die ‘aanhouding’ niet meer naar Amerika ging. Volgens Vrouw wist zij dat de verkoop aan REBI een constructie was, maar hoe het precies zat, dat wist ze niet. Zij wist dat het geld waarmee X-straat 21 gekocht werd, geld van haar man was. Hoe de verkoop zou gaan was ook bekend, maar Man weet niet of zijn vrouw helemaal begreep hoe het precies zat.
Vrouw had zich onder die omstandigheden op enig moment de vraag moeten stellen hoe het kon dat er plotseling zoveel geld beschikbaar was en om welke reden gebruik werd gemaakt van de REBI-constructie. Vrouw profiteerde volledig mee van deze gelden.
Vrouw was ook behulpzaam om een en ander te realiseren. Zij liet de Renault Scenic op haar naam zetten, zij ondertekende de overdrachtsakte voor X-straat 21 en zij ondertekende de koopovereenkomst voor X-straat 23. Zij was ook aanwezig bij de notariële overdracht van het buurpand aan het bedrijf op Belize en niet aan haar en haar man zoals in de overeenkomst stond. Zij ondertekende ook een schijn-huurovereenkomst tussen haar en REBI. Op deze huurovereenkomst stond de handtekening van de alias (Dispenza) van haar man. Zij deed mee aan de besprekingen over de verbouwingen en aankopen voor het huis. Buurvrouw heeft als getuige op de terechtzitting verklaard dat zij zich herinnert dat Man en Vrouw naast de afgesproken koopprijs volgens mondelinge afspraak ook nog eens ƒ 100.000,- contant hebben betaald en dat dat geld door Vrouw aan haar is overhandigd.
Man en Vrouw voerden een duurzame gemeenschappelijke financiële huishouding. Zij bezaten ook samen de echtelijke woning. Vrouw controleerde of er genoeg geld was om de lasten te betalen. Zij moet dus enig zicht hebben gehad op de bezigheden en inkomsten van haar man.
Gelet op al deze omstandigheden in combinatie met elkaar moet Vrouw zich hebben gerealiseerd dat zij meeprofiteerde van goederen en gelden waarvan het hoogst waarschijnlijk was dat zij geheel of gedeeltelijk werden betaald met geld dat middellijk of onmiddellijk uit misdrijf was verkregen en heeft zij de aanmerkelijke kans hierop op de koop toe genomen.
Het gaat om zeer grote bedragen in een betrekkelijk korte periode. Vrouw verklaart dat zij niet weet of zij de herkomst van het geld met haar man besproken heeft. Zij denkt dat hij het met internetprogramma’s heeft verdiend. In het hierboven genoemde arrest van het Gerechtshof in Amsterdam stelt het Hof dat van een levenspartner onder bijzondere omstandigheden verlangd mag worden dat hij/zij ook een onderzoek instelt naar de herkomst van het geld en dat hij/zij niet kan volstaan met erop te vertrouwen dat juist is wat daarover door de levenspartner wordt gezegd. Dat geval doet zich hier ook voor. Onder de hierboven geschetste omstandigheden had Vrouw niet mogen vertrouwen op de juistheid van de mededelingen van Man.
Maar ook in de volgende jaren werden zeer grote bedragen uitgegeven. De feiten en omstandigheden die tot bewijs van voorwaardelijk opzet leiden, zoals hiervoor genoemd, stapelden zich op. Vrouw heeft uit naam van Dispenza in ongeveer tweeënhalf jaar voor ca € 147.800,- aan money transfers verzilverd. . Zij maakte kopieën van alle cheques die via postbussen binnenkwamen en stuurde deze door. Er werd in verband met een hypothecaire lening in iets meer dan drie jaar bijna € 400.000,- aan rente en aflossing betaald. Er werden auto’s gehuurd en er werd een Dacia Duster gekocht, die op haar naam kwam te staan. Er waren nog meer vakanties en er vond een tweede verbouwing plaats.
Vrouw beheerde onder andere de rekening van Private Clearing Brokers in Duitsland. Man en zij waren eigenaren en bestuurders van Private Clearing Brokers en het geld op de bankrekeningen van Private Clearing Brokers was van Man en van haar.
Het was ook Vrouw die het geld van de Duitse X-wire rekening in september 2010 overboekte naar de auto-importeur en de bankrekeningen in Nederland. Man heeft bij de FIOD verklaard dat via die rekening heel veel geld, dat via het beleggingsproject Ace-Invest was binnengekomen, aan de bedenker van dat project, werd doorgeboekt. Vrouw heeft verklaard dat zij de zakelijke bankrekeningen (mede)beheerde.
Ook in het Amerikaanse onderzoek wordt gesteld dat er door Man en Vrouw in die jaren heel veel geld met de internetactiviteiten is verdiend. In het rechtshulpverzoek van 31 augustus 2010 wordt een bedrag van meer dan 2,6 miljoen dollar becijferd, waarvan meer dan 9 ton via een online bankrekening liep (eGold) waartoe mevrouw Vrouw gemachtigd was en waarop Ace-invest- en MiAmogobeleggers geld stortten. Volgens het rechtshulpverzoek is door inspecteurs vastgesteld dat het geld van de beleggers nooit gebruikt is zoals beloofd. Er worden voorbeelden genoemd van opnames van deze rekening kennelijk voor een ander doel dan waarvoor ze werden verstrekt, waaronder 13 contante opnames van de E-gold rekening via OmniPay door Vrouw, waarbij binnen een jaar meer dan $ 51.000,- door haar werd opgenomen.
In dat rechtshulpverzoek worden ook andere rekeningen genoemd waartoe Vrouw gemachtigd was en waarop in totaal enorme bedragen werden gestort of doorgestort.
De naam van Vrouw duikt niet alleen regelmatig op bij bankrekeningen die door haar beheerd werden, maar ook bij opgerichte bedrijven en bij de projecten van Man. Dat heeft de FIOD aan de hand van in beslag genomen stukken kunnen vaststellen. Haar naam werd gebruikt omdat, zo zegt zij, haar man zei dat de namen Man en Dispenza, vanwege de negatieve internetberichten, geen vertrouwen meer wekten.
In diverse verhoren heeft Vrouw verteld dat zij wel degelijk vraagtekens zette bij de activiteiten van haar man en dat zij de mensen met wie hij in zee ging eigenlijk niet vertrouwde. Haar man bouwt websites, genereert geld voor mensen met wie hij samenwerkt en dan is het geld weg. Zij kende ook de negatieve berichten over haar en haar man op het internet. Zij sprak Man er op aan en zij vertrouwde er niet altijd op dat het om eerlijk verdiend geld ging, maar, zo verklaart zij, zij liet zich altijd wel weer snel overtuigen. Haar man, zo merkt zij op, stapte er ook snel overheen als het niet lukte om mensen hun geld uit te betalen. Het X-wire project was volgens Vrouw een project waarin zij zelf wél vertrouwen had. Het was één van de weinige keren dat zij het product helder en goed inzichtelijk vond. Zonder dat er gelijk networkmarketing aan gehangen was. Dat X-Wire ook op de fles ging vond mevrouw Vrouw jammer.
Uit deze opsomming blijkt genoegzaam dat Vrouw wel degelijk op de hoogte was van de manier waarop zij en haar man inkomsten verkregen. In haar eerste verhoor beschrijft Vrouw hoe zij hun inkomsten genereren, bijvoorbeeld door als tussenpersoon via het internet investeringen aan te bieden en provisies te innen. Alle activiteiten liepen via internet en Vrouws computer stond in de werkkamer recht tegenover die van Man. Man verklaart in zijn getuigenverhoor bij de RC ook dat Vrouw natuurlijk ook op het internet naar de sites keek. Het is duidelijk dat Vrouw wist van de criminele herkomst en haar man ook met hand- en spandiensten heeft bijgestaan.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat Vrouw wist van de criminele herkomst van het geld.
- De raadsman heeft aangevoerd dat de informatie in het opsporingsdossier, het vonnis van Judge Baer Jr. en de gegevens in het rechtshulpverzoek van de Verenigde Staten noch afzonderlijk noch in samenhang bezien, voldoende bewijs opleveren voor witwassen.
De rechtbank heeft dit verweer impliciet verworpen met de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen. Met name door de samenhang van deze bewijsmiddelen is de rechtbank er van overtuigd dat de voorwerpen, inclusief de gelden, van misdrijf afkomstig zijn.
-De verdediging heeft betoogd dat de officier van justitie er niet in is geslaagd een of meer concrete misdrijven te bewijzen waaruit de voorwerpen /gelden afkomstig zijn.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Noch de wetsgeschiedenis noch de rechtspraak eisen dat de officier van justitie een of meer concrete gronddelicten bewijst.
-De raadsman heeft subsidiair aangevoerd dat Man moet worden ontslagen van rechtsvervolging, aangezien in deze zaak geen handelingen zijn verricht om de voorwerpen/gelden te verhullen en verdachte de voorwerpen “enkel voorhanden heeft gehad “ en volgens jurisprudentie van de Hoge Raad het enkel voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hem zelf begaan misdrijf, die gedraging niet kan worden gekwalificeerd als witwassen.
De rechtbank verwerpt ook dit verweer. De rechtbank acht bewezen dat Man en Vrouw over grote geldbedragen hebben beschikt die afkomstig waren uit enig misdrijf of misdrijven.
De officier van justitie heeft met betrekking tot de woningen X-straat 21 en 23 aan verdachte verweten dat hij van die woningen heeft verhuld en/of verborgen gehouden wie de rechthebbende op die woningen was en wie die woningen voorhanden had. In het geval van de woningen is door Man verklaard dat de REBI-constructie, het gebruik maken van het alias en de twee schijnhuurovereenkomsten bedoeld waren om te verhullen dat hij en Vrouw de rechthebbenden op de woning waren. Man heeft verklaard dat hij zijn in het buitenland verdiende geld buiten het zicht van de Nederlandse autoriteiten wilde houden. Dit is naar het oordeel van de rechtbank een schoolvoorbeeld van verhullen en derhalve absoluut niet van “enkel voorhanden hebben”.
In de andere onderdelen van de tenlastelegging is sprake van gebruiken en omzetten. Voor het bewijs van deze bestanddelen is niet nodig dat de verdachte handelingen heeft verricht om de illegale herkomst te verhullen. Met het door misdrijf verkregen geld hebben Man en Vrouw niet alleen de woningen aangekocht, maar ook verbouwd. Voorts hebben zij met dit geld de hypothecaire schuld in verband met deze verbouwing afgelost. Daarnaast hebben zij vakanties betaald, auto’s gehuurd en een personenauto Dacia Duster gekocht en money transfers verzilverd. De geldbedragen van € 15.000,- en € 800,- zijn van de rekening van X-wire Unlimited overgeboekt naar een ING-rekening en een ABN-rekening. Dit zijn even zo vele witwashandelingen, namelijk gebruiken en omzetten.
In deze zaak is niet “enkel het voorhanden hebben” bewezen verklaard. Daarom is de vraag of dit enkele voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit door verdachte zelf begaan misdrijf, voldoende is om van witwassen te spreken, niet aan de orde. Daar waar de rechtbank bewezen heeft verklaard dat verdachte voorwerpen voorhanden heeft gehad, waren deze voorwerpen in een eerder stadium omgezet, zodat van die voorwerpen niet kan worden gezegd ‘dat vaststaat dat het enkele voorhanden hebben niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van die voorwerpen’ zoals bedoeld door de Hoge Raad in HR 26-10-2010, LJN: BM4440. Met toepassing van dat uitgangspunt heeft de rechtbank bij enkele onderdelen van de tenlastelegging wel vrijgesproken van het voorhanden hebben.
Het is mogelijk dat de gelden die uit misdrijf zijn verkregen vermengd zijn geraakt met de bekende legale inkomsten van Man en Vrouw. In dat geval is de rechtbank van oordeel dat de verhouding tussen de legale en de illegale inkomsten zodanig is, dat moet worden aangenomen dat daardoor het gehele vermogen is besmet.
Onder 2 primair wordt verdachte verweten dat hij in 2001 – kort gezegd – in twee authentieke notariële akten gegevens heeft doen opnemen die niet in overeenstemming waren met de waarheid. Feit 2 is subsidiair ten laste gelegd als gekwalificeerde valsheid in geschrift. Bij dit feit spitst de discussie zich toe op de vraag of verdachte het oogmerk heeft gehad tot misleiding.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan – kort gezegd – het medeplegen van het doen opnemen van valse opgaven in authentieke (notariële) akten.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen overtuigend bewijs is voor het bestaan bij verdachte van een oogmerk tot misleiding.
Beoordeling door de rechtbank
Op 9 juli 2001 is door notaris 1, een ‘akte van levering’ verleden met betrekking tot het woonhuis, gelegen aan de X-straat 21 te W. Uit deze akte komt naar voren dat de notarisklerk werkzaam op het kantoor van notaris 1, bij het verlijden ervan is opgetreden als schriftelijk gevolmachtigde van de heer Pedro Dispenza, wonende te Belize City (Belize, Centraal Amerika) 31 Regent Street, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, ongehuwd, die deze volmacht verstrekte in zijn hoedanigheid van directeur van Real Estate Brokers Incorporated, zijnde de koper.
Op 29 oktober 2001 is eveneens door notaris 1 een ‘akte van levering’ verleden met betrekking tot het woonhuis, gelegen aan de X-straat 23 te W. Uit deze akte komt naar voren dat wederom de notarisklerk werkzaam op het kantoor van notaris 1, bij het verlijden ervan is opgetreden als schriftelijk gevolmachtigde van de heer Pedro Dispenza, wonende te Belize City (Belize, Centraal Amerika) 31 Regent Street, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, ongehuwd, die deze volmacht verstrekte in zijn hoedanigheid van directeur van Real Estate Brokers Incorporated, zijnde de koper.
Verdachte heeft verklaard dat hij in Belize een trust, Real Estate Brokers Incorporated, heeft opgericht en dat hij een ‘economisch paspoort’ van Belize heeft verkregen, op naam van Pedro Dispenza, een door hem verzonnen naam die hij sindsdien als ‘alias’ heeft gebruikt. Verdachte heeft voorts erkend dat hij, als Pedro Dispenza, een volmacht voor de notarisklerk heeft getekend. Dat verdachte hiermee in authentieke akten valse opgave van feiten heeft gedaan, behoeft geen betoog.
Volgens de tenlastelegging zou de door verdachte gedane valse opgave van feiten mede hierin bestaan hebben dat in de akte van 29 oktober 2001 was vermeld dat er een (voorafgaande) koopovereenkomst was gesloten tussen koper Real Estate Brokers Incorporated en verkopers buurman en buurvrouw.
Naar het oordeel van de rechtbank staat niet vast dat verdachte deze verwijzing naar de koopovereenkomst tussen REBI en de verkopers heeft doen opnemen.
De rechtbank zal de verdachte daarom van dit onderdeel van het onder 2 ten laste gelegde vrijspreken.
De raadsman heeft gesteld dat niet bewezen kan worden dat verdachte het oogmerk van misleiding heeft gehad. De rechtbank overweegt dat uit genoemde akten blijkt dat deze op 10 juli, respectievelijk 30 oktober 2001 zijn aangeboden bij het Kadaster en ingeschreven in de openbare registers. Het moet verdachte bekend zijn geweest dat een notariële akte van levering van een registergoed onder meer voor dit doel gebruikt wordt. Reeds hierom acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het oogmerk heeft gehad om de akten te gebruiken en door anderen te doen gebruiken als ware de – valse – opgave van feiten in overeenstemming met de waarheid. Bovendien heeft verdachte zelf over X-straat 21 verklaard dat:
(…) als ik de alias Pedro Dispenza niet had aangenomen, ik de woning had moeten leveren van Man aan Man, de Trustee van Real Estate Brokers. Terwijl Man de oprichter is van de Trust, maar niet de bewindvoerder, want daar heb ik de alias Pedro Dispenza voor. Ook hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank de intentie van verdachte om de ware gang van zaken rond de overdracht van de woning te verhullen.
Vervolgens doet zich nog de vraag voor of sprake is geweest van medeplegen. Blijkens zijn requisitoir heeft de officier van justitie hierbij de medeverdachte Vrouw op het oog als medepleger. Weliswaar komt uit de stukken naar voren dat Vrouw op de hoogte was van het gebruik door verdachte van het alias ‘Pedro Dispenza’ en van het feit dat hij in het bezit was van een paspoort op naam van Pedro Dispenza en verder dat zij aanwezig was bij in ieder geval het passeren van de akte van 9 juli 2001, maar niet is gebleken van een zodanig actieve rol van Vrouw bij het doen opnemen van de valse opgave van feiten in de akten dat gesproken moet worden van medeplegen.
Voor zover gedacht zou moeten worden aan de notaris 1 als medepleger, heeft te gelden dat de notaris, immers degene die de akten zelf opstelt, niet valse opgave van feiten kan ‘doen opnemen’ in die akten.
Tot slot dient in dit verband te worden opgemerkt dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het ‘doen opnemen van een valse opgave in een authentieke akte’ als bedoeld in artikel 227 van het Wetboek van Strafrecht, een afzonderlijk strafbaar gesteld feit is en niet een deelnemingsvorm zoals in artikel 47, eerste lid onder 1 Sr met ‘doen plegen’ wordt bedoeld.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde feit heeft begaan, op de wijze zoals hieronder in de rubriek Bewezenverklaring aangegeven.
Onder 3 wordt verdachte verweten dat hij op 4 november 2002 – kort gezegd – in een authentieke notariële akte gegevens heeft doen opnemen die niet in overeenstemming waren met de waarheid. Ook bij dit feit spitst de discussie zich toe op de vraag of verdachte het oogmerk heeft gehad tot misleiding.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan – kort gezegd – het doen opnemen van valse opgaven in een authentieke (notariële) akte.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen overtuigend bewijs is voor het bestaan bij verdachte van een oogmerk tot misleiding.
Beoordeling door de rechtbank
Op 4 november 2002 is door notaris 2 te H., een hypotheekakte verleden, waarin Real Estate Brokers Incorporated aan de aannemer recht van hypotheek verleende op de panden X-straat 21 en X-straat 23 te W. Uit de akte blijkt dat hierbij aanwezig waren de schuldeiser (de aannemer) en de hypotheegever: Pedro Dispenza, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, wonende te Belize City, Belize, handelend als zelfstandig bevoegd bestuurder van Real Estate Brokers Incorporated, gevestigd te Belize City, Belize.
In het dossier bevindt zich tevens een minuut van de akte van 4 november 2002, die op de laatste pagina is ondertekend met een handtekening, waarin de rechtbank ‘P. Dispenza’ leest.
Zoals hiervoor aangegeven, heeft verdachte verklaard dat hij in Belize een trust, Real Estate Brokers Incorporated, heeft opgericht en dat hij een ‘economisch paspoort’ van Belize heeft verkregen, op naam van Pedro Dispenza, een door hem verzonnen naam die hij sindsdien als ‘alias’ heeft gebruikt. Verdachte heeft voorts ter terechtzitting, nadat hem de betreffende pagina van de minuut van de akte was getoond, erkend dat hij deze handtekening van P. Dispenza heeft gezet. Tevens heeft hij verklaard dat hij zich bij notaris 2 heeft voorgesteld als Pedro Dispenza en dat hij daarbij gebruik heeft gemaakt van het paspoort op naam van Pedro Dispenza.
De raadsman heeft ook hier gesteld dat niet bewezen kan worden dat verdachte het oogmerk van misleiding heeft gehad. De rechtbank overweegt dat uit genoemde akte blijkt dat deze op 5 november 2002 is aangeboden aan het Kadaster ter inschrijving in de openbare registers. Het moet verdachte bekend zijn geweest dat een hypotheekakte onder meer voor dit doel gebruikt wordt. Reeds hierom acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het oogmerk heeft gehad om de akte te gebruiken en door anderen te doen gebruiken als ware de – valse – opgave van feiten in overeenstemming met de waarheid.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan, op de wijze zoals hieronder in de rubriek Bewezenverklaring aangegeven.
Onder 4 wordt verdachte verweten dat hij meermalen gebruik heeft gemaakt van een paspoort, dat niet op zijn, verdachtes, naam stond, maar op naam van P. Dispenza.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte bij meerdere gelegenheden opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam staand paspoort om zich te identificeren tegenover notarissen 1 en 2 en bij geldtransacties op postkantoren en Western Union kantoren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak, dan wel ontslag van alle rechtsvervolging bepleit, aangezien opzet niet bewezen zou zijn en bovendien niet bewezen zou zijn dat er sprake is van enige misleiding of opzet daarop.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals eerder vermeld, heeft verdachte verklaard dat hij in Belize een trust, Real Estate Brokers Incorporated, heeft opgericht en dat hij een ‘economisch paspoort’ van Belize heeft verkregen, op naam van Pedro Dispenza, een door hem verzonnen naam die hij sindsdien als ‘alias’ heeft gebruikt.
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte is een kleurenkopie aangetroffen van het paspoort met nummer A008137, op naam van Pedro Dispenza, uitgegeven te Belize op 22 januari 2001.
In de hiervoor onder feit 2 besproken akten van levering, gedateerd 9 juli 2001, respectievelijk 29 oktober 2001, beiden verleden te H., is telkens opgenomen dat de notarisklerk werkzaam op het kantoor van notaris 1, bij het verlijden is opgetreden als schriftelijk gevolmachtigde van de heer Pedro Dispenza, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952 en dat Pedro Dispenza zich heeft gelegitimeerd met zijn paspoort nummer A008137, uitgegeven te Belize op 22 januari 2001.
In de hiervoor onder 3 besproken hypotheekakte, gedateerd 4 november 2002, is opgenomen dat de vertegenwoordiger van de hypotheekgever, Real Estate Brokers Incorporated, Pedro Dispenza zich heeft gelegitimeerd met zijn paspoort nummer A008137, uitgegeven te Belize op 22 januari 2001.
Voorts is op 10 april 2003 door notaris 2 te H. een hypotheekakte verleden, waarin Real Estate Brokers Incorporated aan X Holding B.V. recht van hypotheek verleende op de panden X-straat 21 en X-straat 23 te W. Ook in deze akte is opgenomen dat de vertegenwoordiger van de hypotheekgever, Real Estate Brokers Incorporated, Pedro Dispenza zich heeft gelegitimeerd met zijn paspoort nummer A008137, uitgegeven te Belize op 22 januari 2001.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het bewuste paspoort zowel bij notaris 1 (op 9 juli 2001 en op 29 oktober 2001), als bij notaris 2 heeft gebruikt om zich te identificeren.
Verdachte heeft ter terechtzitting voorts verklaard:
Het klopt dat ik het paspoort met nummer A008137 op naam van Pedro Dispenza, waarvan u mij zojuist een kopie liet zien, heb gebruikt om mij te identificeren bij postkantoren en andere instellingen in verband met money transfers.
Het verzilveren van de money transfers van Western Union gebeurde (bijna) steeds op het postkantoor in W. Alleen de Moneygrams werden geïnd bij het Grenswisselkantoor (GWK) op Schiphol, omdat dit niet mogelijk was in W., aldus de verklaring van verdachte. Verdachte heeft ook nog verklaard dat hij op het postkantoor niet alleen geld inde, maar ook betalingen deed.
Verbalisanten van de FIOD hebben op 6 april 2011 gesproken met de beheerder van het betreffende postagentschap in W. Uit hun proces-verbaal van bevindingen komt naar voren dat de beheerder onder meer heeft verklaard dat, als de Man en Vrouw bij hem kwamen, zij het paspoort van Pedro Dispenza uit Belize mee hadden.
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte is onder meer een ordner in beslag genomen met formulieren van zogenaamde Western Union Moneytransfers. De gegevens van deze formulieren zijn verwerkt in een Excel-bestand. Een uitdraai van dit bestand is aan het dossier toegevoegd. Uit dit overzicht blijkt dat in de periode 3 januari 2006 tot en met 10 mei 2008 in totaal 473 Money Transfer transacties hebben plaatsgevonden, waarbij in 140 gevallen is getekend door Pedro Dispenza en het paspoort uit Belize met nummer A008137 ter legitimatie is getoond. De laatste transactie waarbij dit paspoort is gebruikt en waarvoor verdachte heeft getekend dateert van 23 februari 2007. De transacties betreffen merendeels het verzilveren van money transfers, maar ook het transfereren van geldbedragen via money transfers aan derden.
De raadsman heeft verzocht de verdachte vrij te spreken, dan wel te ontslaan van alle rechtsvervolging, aangezien opzet niet bewezen zou zijn en bovendien niet bewezen zou zijn dat er sprake is van enige misleiding of opzet daarop.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Het aanbieden van een niet op zijn naam gesteld paspoort ter legitimatie bij financiële transacties impliceert naar het oordeel van de rechtbank opzet op het gebruik van dat reisdocument. Voorts is voor een bewezenverklaring van overtreding van het tweede lid van artikel 231 Sr (anders dan bijvoorbeeld in het geval van artikel 225 of 227 Sr) niet nodig dat er sprake is van daadwerkelijke misleiding, laat staan opzet daarop. De delictsomschrijving spreekt immers slechts van ‘gebruik maken’ tout court.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit heeft begaan, op de wijze zoals hieronder in de rubriek Bewezenverklaring aangegeven.
De feiten 5 en 6: bezit kinderporno en dierenporno
Tot slot wordt verdachte onder 4 en 5 ervan verdacht dat hij een hoeveelheid kinder- en dierenpornografische afbeeldingen en films in bezit heeft gehad.
In het kader van het onderzoek naar de hiervoor vermelde strafbare feiten heeft er onder leiding van de rechter-commissaris op 14 september 2010 een doorzoeking plaatsgevonden van de woning van verdachte aan de X-straat 21-23 in W. Daarbij zijn onder meer computers en digitale gegevensdragers in beslag genomen . Rechercheurs van de afdeling digitale recherche van de FIOD hebben deze onderzocht . Hieruit bleek dat zich op die gegevensdragers 585 afbeeldingen bevonden , die voldeden aan de criteria van kinderporno, zoals bedoeld in art. 240b Sr. Op de gegevensdragers werden tevens 7 filmpjes aangetroffen , waarop seksuele handelingen met dieren te zien waren, zoals strafbaar gesteld in art. 254a Sr.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de foto’s en filmpjes zijn aangetroffen op gegevensdragers die aan verdachte toebehoren en dat hij deze daardoor in bezit heeft gehad. Van de 585 afbeeldingen kinderporno zijn er 20 in de tenlastelegging omschreven . Voor de bewezenverklaring is gebruikgemaakt van de wijze van ten laste leggen, zoals door de Hoge Raad is goedgevonden in HR 7-12-2010 (LJN BN8215).
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zitting aangevoerd dat onduidelijk is of het aangetroffen materiaal door verdachte is gedownload. Een deel van het materiaal is aangetroffen op externe gegevensdragers, die gebruikt werden om alle gegevens van de computers te kopiëren. Niet kan worden uitgesloten dat anderen, zoals werknemers, het materiaal hebben gedownload en dat het per abuis op de gegevensdrager is terechtgekomen. Daarom kan niet worden vastgesteld dat het gaat om door verdachte gedownload materiaal. Bovendien blijft onduidelijk of het materiaal is bekeken.
Ten aanzien van feit 6 (het bezit van dierenporno) geldt daarnaast nog dat dat feit pas sinds 1 juli 2010 strafbaar is gesteld, waarmee bij een eventuele veroordeling rekening dient te worden gehouden.
Niet bewezen kan worden dat verdachte het materiaal heeft gedownload of de opzet heeft gehad op het bezit van dit materiaal. Daarom dient verdachte te worden ontslagen van rechtsvervolging.
Beoordeling door de rechtbank
Het verweer dat verdachte mogelijk niet zelf het materiaal, zoals omschreven in de tenlastelegging, heeft gedownload, maar werknemers en dat hij dat materiaal mogelijk niet heeft bekeken, wordt gepasseerd. De strafbaarstellingen van de artikelen 240b en 254a Sr. zien op het bezit van het materiaal. Overigens wordt opgemerkt dat de gegevensdragers in beslag zijn genomen op het adres X-straat 21-23 in W. en dat de verdachte zelf heeft verklaard dat daar geen werknemers werkten .
Vaststaat dat het materiaal op computers en gegevensdragers van verdachte zijn aangetroffen . Bovendien heeft de verdachte over de kinderporno verklaard dat het zou kunnen dat hij die foto’s heeft gedownload en over de filmpjes met dierenporno dat hij zich kan herinneren dat hij die ooit wel eens heeft gedownload .
Het verweer dat verdachte geen opzet op het bezit heeft gehad, wordt daarom verworpen.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
feit 1.
dat hij in de periode van 14 december 2001 tot 14 september 2010, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, voorwerpen, te weten
a. - (periode 14-12-2001 t/m 14-09-2010) de woningen met ondergronden, tuinen en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de X-straat 21 en X-straat 23 te W. voorhanden heeft gehad en van die woningen gebruik heeft gemaakt en van die woningen heeft verhuld en verhuld gehouden wie de rechthebbenden op die voornoemde woningen zijn
b. - (periode 14-12-2001 t/m 14-09-2010) van geldbedragen van in totaal ongeveer 402.000,- euro, bestaande uit betalingen voor de inrichting en/of verbouwingen van die voornoemde woningen en/of tuin, gebruikt heeft gemaakt en die geldbedragen heeft omgezet
c. - (periode 01-05-2003 t/m 30-09-2006) van geldbedragen tot een totaal van ongeveer 399.987,- euro, bestaande uit aflossingen en rentebetalingen van een hypothecaire lening, afkomstig van rekeningnummer 591704137 ten name van P. Dispenza, betaald aan X Holding B.V., gebruik heeft gemaakt en die geldbedragen heeft omgezet
d. - (periode 01-01-2006 t/m 31-05-2008) geldbedragen tot een totaal van ongeveer 147.800,- euro, bestaande uit contant ontvangen money transfers, heeft omgezet en voorhanden gehad
e. - (periode 01-01-2002 t/m 30-06-2010) van geldbedragen tot een totaal van ongeveer 61.500,- euro, bestaande uit uitgave voor vakanties en cruises heeft gebruik gemaakt en die geldbedragen heeft omgezet
f. - (periode 01-04-2009 t/m 14-09-2010) van geldbedragen tot een totaal van ongeveer 30.400,- euro, bestaande uit betalingen aan huur van auto’s en de aankoop van een auto, te weten een Dacia Duster, gebruik heeft gemaakt en die geldbedragen heeft omgezet en een Dacia Duster voorhanden heeft gehad
g. - (periode 01-09-2010 t/m 14-09-2010) een geldbedrag van ongeveer 15.000,- euro voorhanden heeft gehad en van dat geldbedrag gebruik heeft gemaakt (zie de overboeking van een rekening in Duitsland (ten name van X-wire Unlimited) naar ING-rekening 65.71.739 ten name van Man en/of Man-Vrouw)
h. - (periode 01-09-2010 t/m 14-09-2010) een geldbedrag van ongeveer 800,- euro voorhanden heeft gehad en van dat geldbedrag gebruik heeft gemaakt (zie overboeking van een rekening in Duitsland (ten name van X-wire Unlimited) naar bankrekening 59.17.04.137 ten name van P. Dispenza)
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader, wisten, dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - middellijk of onmiddellijk - afkomstig waren uit misdrijven en van het witwassen een gewoonte hebben gemaakt;
feit 2. primair dat hij op 9 juli 2001 en op 29 oktober 2001 te H. in authentieke akten, te weten
- een akte van levering van 9 juli 2001 en
- een akte van levering van 29 oktober 2001
telkens een valse opgave aangaande een of meer feiten van welks waarheid de akten moeten doen blijken heeft doen opnemen, bestaande die valse opgaven telkens hierin
dat de in die akten vermelde schriftelijke volmacht aan de notarisklerk om de koper, Real Estate Brokers Incorporated, te vertegenwoordigen, was gegeven door een persoon, geheten Pedro Dispenza, wonende te Belize City (Belize, Centraal Amerika), 31 Regent Street, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, ongehuwd,
telkens met het oogmerk om die akten te gebruiken en door anderen te doen gebruiken als ware die opgaven in overeenstemming met de waarheid;
feit 3.
dat hij op 4 november 2002 te H. in een authentieke akte, te weten een hypotheekakte van 4 november 2002, heeft doen opnemen valse opgaven aangaande een feit van welks waarheid de akte moet doen blijken, bestaande die valse opgaven hierin
dat hij, verdachte, is geheten P. Dispenza, wonende te Belize City te Belize, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952 en dat hij, verdachte, die akte ter bevestiging van hetgeen in de akte is opgegeven, heeft ondertekend met een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van P. Dispenza,
met het oogmerk om die akte te gebruiken en door anderen te doen gebruiken als ware die opgaven in overeenstemming met de waarheid;
feit 4.
dat hij op tijdstippen in de periode van 22 januari 2001 tot en met 23 februari 2007 in Nederland meermalen telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een paspoort met nummer A008137 op naam van P. Dispenza, geboren te Den Helder op 23 oktober 1952, uitgegeven door Belize op 22 januari 2001, bestaande dat gebruik er uit dat verdachte zich telkens met genoemd paspoort identificeerde,
(a)
te H. en/of te H bij notarissen 1 en 2 ten behoeve van het opstellen en ondertekenen van een volmacht en het ondertekenen van hypotheekakten en
(b)
in Nederland bij postkantoren en Wester Union moneytransfer kantoren ten behoeve van geldbetalingen en/of ontvangst van geld;
feit 5.
dat hij op 14 september 2010 te W. gegevensdragers, te weten computers en een externe harddisk en zip-drives, bevattende 585 afbeeldingen in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer )
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die personen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden
(onder meer foto [bestandsnaam 1 t/m 23]) en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen in erotisch getinte houdingen poseren die niet bij hun leeftijd passen en/of door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze personen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden
(onder meer foto [bestandsnaam 24 t/m 30]);
feit 6.
dat hij op 14 september 2010 te W. een gegevensdrager, te weten een harddisk bevattende afbeeldingen, te weten films, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen waarbij een mens en een dier zijn betrokken zichtbaar zijn,
welke voornoemde ontuchtige handelingen bestonden uit onder meer
het door een hond met de penis vaginaal en/of anaal penetreren van een vrouw en/of
het likken van de vagina van een vrouw door een hond en/of
het door een vrouw in de mond nemen of likken van de penis van een hond
([bestandsnaam 31 t/m 34]).
6. De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1
Medeplegen van een gewoonte maken van witwassen
Ten aanzien van feit 2 primair
In een authentieke akte een valse opgave doen opnemen aangaande een feit van welks waarheid de akte moet doen blijken, met het oogmerk om die akte te gebruiken en door anderen te doen gebruiken als ware zijn opgave in overeenstemming met de waarheid, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3
In een authentieke akte een valse opgave doen opnemen aangaande een feit van welks waarheid de akte moet doen blijken, met het oogmerk om die akte te gebruiken en door anderen te doen gebruiken als ware zijn opgave in overeenstemming met de waarheid
Ten aanzien van feit 4
Opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 5
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 6
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar nu niet gebleken is van enige omstandigheid die de strafbaarheid uitsluit.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank aan verdachte een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest. Voor een voorwaardelijk strafdeel, zoals door de reclassering geadviseerd, is in de ogen van de officier van justitie geen plaats.
Standpunt van de verdachte/de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 4 bepleit en ontslag van alle rechtsvervolging ten aanzien van de feiten 5 en 6. Voor het geval de rechtbank toch tot strafoplegging mocht overgaan, heeft de raadsman de rechtbank verzocht een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte heeft zich, samen met zijn echtgenote, over een periode van bijna negen jaar schuldig gemaakt aan het witwassen van grote geldbedragen en andere vermogensbestanddelen. Het witwassen van uit misdrijf afkomstig geld tast de integriteit aan van het financieel-economisch verkeer en heeft een ontwrichtende werking op het economisch leven. Deze werking wordt nog versterkt indien het geld via witwassen als vermeend legaal geld wordt aangewend in de legale economie.
Opvallend is de grote hardnekkigheid waarmee verdachte jaar in, jaar uit, via telkens wisselende projecten en bedrijfjes heeft volhard in zijn witwaspraktijken en de grote schaal waarop een en ander plaatsvond. Over de jaren hebben verdachte en zijn echtgenote over zeer grote hoeveelheden crimineel geld beschikt en daarvan op grote voet geleefd. De rechtbank neemt verdachte deze handelwijze zeer kwalijk.
Daarnaast heeft verdachte in een drietal authentieke akten een valse opgave van feiten doen opnemen. Hierdoor is het vertrouwen dat burgers en overheidsinstellingen moeten kunnen stellen in de waarheidsgetrouwheid van dergelijke akten ernstig geschaad.
Ook heeft verdachte vele malen gebruik gemaakt van een niet op zijn naam, maar op naam van zijn alias Pedro Dispenza staand paspoort, met name om zich te legitimeren bij financiële transacties (money transfers). De legitimatieverplichting bij financiële transacties heeft nu juist tot doel om fraude en witwassen tegen te gaan. Verdachte heeft deze maatregel doelbewust omzeild.
Tot slot heeft verdachte een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit gehad. Hiermee heeft hij de vraag naar kinderporno ondersteund en de markt daarvoor mede in stand gehouden. Om dit materiaal te creëren worden kinderen vaak ernstig misbruikt, waardoor zij veelal ernstige psychische schade oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen achterlaat. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Ook zijn op een harddisk van verdachte films met een dierenpornografisch karakter aangetroffen. De wetgever heeft met het tot stand komen van de strafbepaling van artikel 254a van het Wetboek van Strafrecht, naast de bescherming van de goede zeden, met name het tegengaan van misbruik en exploitatie van dieren voor ogen gehad. Daarnaast valt, zoals de officier van justitie terecht heeft opgemerkt, ernstig te betwijfelen of de bij de ontuchtige handelingen met dieren betrokken vrouwen hier vrijwillig aan hebben meegewerkt. Te vrezen valt dat ook zij slachtoffer zijn van dwang en exploitatie, wat het bezit van deze afbeeldingen des te verwerpelijker maakt. Het feit dat het bezit van dierenporno pas sinds 1 juli 2010 strafbaar is, zoals door de raadsman opgemerkt, doet hier niet aan af.
De ernst van de bewezen verklaarde feiten rechtvaardigt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Voor een voorwaardelijk strafdeel, zoals door de reclassering geadviseerd, ziet de rechtbank geen ruimte .
Ten voordele van verdachte laat de rechtbank meewegen dat verdachte blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie niet eerder door de strafrechter is veroordeeld.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat voorts rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte een uitzonderlijk lange periode, te weten de eerste vijf en een halve maand van zijn voorarrest, in zogeheten ‘beperkingen’ heeft doorgebracht.
Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat aan verdachte tevens – zoals hierna in de rubriek Beslag nader zal worden aangegeven – de bijkomende straf van verbeurdverklaring van de panden X-straat 21 en X-straat 23 te W. zal worden opgelegd.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren passend en geboden is.
De in deze rubriek en in de rubriek BESLISSING gebruikte nummering van de voorwerpen verwijst naar de door de officier van justitie overgelegde lijst van in beslag genomen voorwerpen (hierna: de lijst).
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de onder 1 en 3 op de lijst vermelde woningen, alsmede de onder 2 en 4 vermelde banktegoeden zal verbeurd verklaren.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank de onttrekking aan het verkeer zal gelasten van het paspoort ten name van P. Dispenza (nr. 5) en van de computers en gegevensdragers (nrs. 6 tot en met 12).
Het standpunt van de verdediging/verdachte
De raadsman heeft gesteld dat de woningen en banktegoeden niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, gelet op de limitatieve opsomming van voor verbeurdverklaring vatbare voorwerpen van artikel 33a Sr.
Voorts heeft verdachte zich verzet tegen de onttrekking aan het verkeer van de computers en gegevensdragers, aangezien deze administratie en privé foto’s bevatten die verdachte graag terug wil hebben.
Tegen de onttrekking aan het verkeer van het paspoort op naam van Pedro Dispenza bestaat geen bezwaar.
De beoordeling door de rechtbank
De woningen
Met betrekking tot de woning X-straat 21 te W. overweegt de rechtbank dat gebleken is dat op deze woning tot 2001 hypotheken rustten. In 2001 is de woning door Man en Vrouw verkocht aan Real Estate Brokers Incorporated (REBI). Zoals Man ook zelf ter terechtzitting van 23 juni 2011 heeft verklaard, kan hij als de eigenaar, c.q. uiteindelijk financieel belanghebbende van deze trust worden aangemerkt. Derhalve kan gezegd worden dat de woning feitelijk toebehoort aan verdachte. Door de verkooptransactie, waarmee naar uit dit vonnis blijkt geld gemoeid was dat van misdrijf afkomstig was, is de hypotheekschuld afgelost en heeft verdachte bovendien de overwaarde in handen gekregen. Verdachte heeft aldus, geheel of grotendeels door middel van een strafbaar feit, de onbelaste eigendom van de woning verkregen.
De rechtbank is van oordeel dat de woning daarom dient te worden verbeurd verklaard.
De woning X-straat 23 te W. is eveneens door REBI gekocht, met van misdrijf afkomstig geld. Op dezelfde gronden als bij X-straat 21, geldt dat de woning X-straat 23 aan de verdachte toebehoorde en dat de verdachte het voorwerp geheel of grotendeels door middel van misdrijf heeft verkregen. Ook deze woning dient naar het oordeel van de rechtbank te worden verbeurd verklaard.
De banktegoeden
Het tegoed op de bankrekening bij de ABN AMRO met nummer 59.17.04.137 ten name van P. Dispenza behoort toe aan verdachte. Het onder feit 1, onderdeel h bewezen verklaarde is met betrekking tot dit banktegoed begaan.
Het tegoed op de bankrekening 65.71.739 bij ING ten name van Man en/of Vrouw behoort eveneens toe aan verdachte. Het onder feit 1, onderdeel g bewezen verklaarde is met betrekking tot dit banktegoed begaan.
Beide tegoeden dienen naar het oordeel van de rechtbank te worden verbeurd verklaard.
Het paspoort
Het paspoort met nummer P0096378 ten name van Pedro Dispenza, afgegeven te Belize, dient te worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet. Het voorwerp behoort toe aan de verdachte, is bij gelegenheid van het onderzoek naar door de verdachte begane misdrijven aangetroffen en kan dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven.
De computers en overige gegevensdragers
De onder 6 tot en met 12 op de lijst vermelde voorwerpen betreffen de computers en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen van kinder- en dierenpornografische aard zijn aangetroffen.
De rechtbank zal deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer verklaren. De voorwerpen behoren toe aan de verdachte en de onder 5, respectievelijk 6 bewezen verklaarde feiten zijn met betrekking tot deze voorwerpen begaan. Bovendien is het ongecontroleerde bezit ervan in strijd met de wet of het algemeen belang, nu niet valt uit te sluiten dat de in beslag genomen voorwerpen nog steeds kinder- of dierenpornografisch materiaal bevatten.
Verdachte heeft verzocht om teruggave van de gegevensdragers nadat deze zijn ontdaan van de illegale bestanden. De rechtbank heeft weliswaar oog voor het belang van verdachte bij het herkrijgen van administratie en privé foto’s die zich naar zijn zeggen op de voorwerpen bevinden, maar daar staat tegenover dat verdachte willens en wetens kinder- en dierenpornografisch materiaal heeft gedownload en heeft opgeslagen, kennelijk tussen reguliere gegevensbestanden. Het nadeel dat verdachte ondervindt door het verlies van de foto’s en de administratie dient voor rekening en risico van verdachte te komen.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 227, 231, 240b, 254a, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
? Verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
? Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 3 (drie) jaren.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
1. een onroerend registergoed - X-straat 21, 1771PP Wieringermeer, sectie I, no. 2694;
2. een vordering – ABN AMRO reknr. 59.17.04.137, t.n.v. P. Dispenza;
3. een onroerend registergoed - X-straat 23, 1771PP Wieringermeer, sectie I, no. 2695;
4. een vordering - ING reknr. 65.71.739 t.n.v. Man en/of Vrouw.
? Verklaart onttrokken aan het verkeer:
5. een paspoort ten name van Pedro Dispenza, afgegeven te Belize, nr. P0096378;
6. een WD harddisk, A-1-I-DIGI-1, externe harde schijf + voeding;
7. een computer, HP A-1-I-DIGI-2, serienr. CZC8242XPU (pc-pieter);
8. zeven compactdiscs, A-1-I-DIGI-7, nrs. 1 t/m 7;
9. een laptop, Aspire 6930, A-1-III-DIGI-13, met voeding;
10. 1 laptop, Sony Vaio, A-1-V-DIGI-23, met voeding;
11. 6 zip drives, A-3-I-2;
12. 9 zip drives, A-3-II-1-3.
Dit vonnis is gewezen door
A. van der Perk, voorzitter,
mr. L.J Saarloos en mr. L. Jansen, rechters,
in tegenwoordigheid van A. Helder, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 juli 2011.