ECLI:NL:RBALK:2011:BQ8435

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
18 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
357824 CV EXPL 11-571
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak met toetsing van algemene voorwaarden op onredelijk bezwarende bedingen

In deze verstekzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 18 mei 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Marjoc I B.V. en een gedaagde partij, tegen wie verstek is verleend. De eisende partij had een vordering ingesteld op basis van de bij dagvaarding op 10 januari 2011 omschreven gronden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het op hem rust om ambtshalve te toetsen of de vordering niet in strijd komt met het objectieve recht en of de aangevoerde gronden de vordering kunnen dragen. Hierbij is de verplichting om de toepasselijke algemene voorwaarden te toetsen op onredelijk bezwarende bedingen aan de orde gekomen, zoals ook is bevestigd door de rechtspraak van het Hof van Justitie EU.

De eisende partij heeft in haar akte aangegeven dat zij geen schadevergoeding vordert, maar enkel betaling van achterstallige abonnementstermijnen en belkosten. Dit stond in contrast met de eerdere stelling in de dagvaarding, waar wel degelijk een schadevergoeding werd gevorderd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat deze discrepantie in strijd is met artikel 21 van het Burgerlijk Wetboek, dat vereist dat partijen de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren. Hierdoor zijn de kosten van de akte voor rekening van de eisende partij komen te liggen.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 547,61 aan de eisende partij, te vermeerderen met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 10 januari 2011. De veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor eisende partijen om consistent te zijn in hun vorderingen en de gevolgen van inconsistentie in juridische procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 357824 CV EXPL 11-571
Uitspraakdatum: 18 mei 2011
Verstekvonnis in de zaak van
de besloten vennootschap
Marjoc I B.V.
gevestigd te Lierderholthuis
gemachtigde Incassade Oordijk BV, gerechtsdeurwaarder
eisende partij
tegen
[naam]
wonende [adres]
gedaagde partij
tegen wie heden verstek is verleend.
De vordering
Op de bij dagvaarding d.d. 10 januari 2011 omschreven gronden heeft eisende partij tegen gedaagde partij een vordering ingesteld als daarin omschreven.
De inhoud van die dagvaarding geldt als hier ingelast.
De beoordeling
1.De kantonrechter moet op grond van de wet toetsen of de vordering niet in strijd komt met het objectieve recht en of de aangevoerde gronden de vordering kunnen dragen.
In aanmerking wordt genomen dat op de kantonrechter op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie EU (o.a. 4 juni 2009, C-243/08) de verplichting rust om de toepasselijke algemene voorwaarden ambtshalve te toetsen op onredelijk bezwarende bedingen. Vanwege bovenstaande is eisende partij in de gelegenheid gesteld, bij akte haar vordering nader toe te lichten. Eisende partij heeft in haar akte aangegeven dat zij geen schadevergoeding vordert, maar alleen om betaling van achterstallige abonnementstermijnen en belkosten.
2.De kantonrechter overweegt dat de informatie die eisende partij bij akte verstrekt in tegenspraak is met wat eisende partij bij dagvaarding heeft gesteld. Bij dagvaarding stelt eisende partij wel degelijk een schadevergoeding te vorderen, bestaande uit de resterende abonnementstermijnen, en beperkt tot 75%.
3.Op grond van het feit dat er geen schadevergoeding gevorderd wordt, kan een (verdere) toetsing achterwege blijven en is de vordering toewijsbaar, nu deze (ook voor het overige) niet onrechtmatig voorkomt.
4.Gelet op het bepaalde in artikel 21 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering dienen partijen de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Zoals onder r.o. 2 overwogen is er een discrepantie tussen hetgeen Marjoc bij dagvaarding stelt en hetgeen zij bij akte stelt. Dit is strijdig met de verplichting uit bovenaangehaald wetsartikel. De kantonrechter bepaalt daarom dat het gevolg daarvan is dat de kosten van de akte voor rekening van eisende partij zullen blijven.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt gedaagde partij om tegen kwijting aan eisende partij te betalen € 547,61, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 434,24 vanaf 10 januari 2011 tot de dag der voldoening.
Veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van eisende partij begroot op:
€ 82,19 wegens explootkosten,
€ 284,00 wegens vastrecht en
€ 100,00 wegens salaris gemachtigde.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door H.A. van den Berg, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2011.
De griffier, De kantonrechter,