ECLI:NL:RBALK:2011:BQ5674

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
7 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
346350 CV EXPL 10-2919
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van kosten internetabonnement door tekortkoming in nakoming overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 7 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Ziggo B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Ziggo had een vordering ingesteld tot betaling van € 352,33, voortvloeiend uit een televisie- en internetabonnement dat aan de gedaagde was geleverd. De gedaagde heeft echter betoogd dat Ziggo wanprestatie heeft geleverd, omdat het internetabonnement niet functioneerde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er op 13 augustus 2008 een overeenkomst was gesloten voor de levering van televisie- en internetdiensten, maar dat het internetabonnement niet kon worden geactiveerd. De gedaagde heeft herhaaldelijk contact opgenomen met de helpdesk van Ziggo, maar het probleem is niet opgelost. De kantonrechter oordeelde dat Ziggo tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, waardoor de gedaagde bevoegd was om de overeenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft de vordering van Ziggo tot betaling van het internetabonnement afgewezen, maar de gedaagde is wel veroordeeld tot betaling van € 145,79 voor geleverde televisiediensten en € 37,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. Beide partijen zijn veroordeeld om hun eigen proceskosten te dragen. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 7 april 2011.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/rolnr.: 346350 CV EXPL 10-2919
Uitspraakdatum: 7 april 2011
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Ziggo B.V., gevestigd te Utrecht,
eisende partij
verder ook te noemen: Ziggo
gemachtigde: LAVG B.V., gerechtsdeurwaarders
tegen
[naam], wonend te [plaats]
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
Het procesverloop
1. Ziggo heeft bij dagvaarding van 3 september 2010 een vordering ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord. Partijen hebben daarna van repliek en dupliek gediend. Vervolgens is vandaag uitspraak bepaald.
Het geschil
2. Ziggo vordert, na vermindering van eis, betaling van een bedrag van € 352,33 van [gedaagde]. Daarbij stelt Ziggo dat aan [gedaagde] televisie- en internetdiensten zijn geleverd (een televisie- en internetabonnement) en dat [gedaagde] de facturen daarvoor niet heeft betaald.
3. [gedaagde] voert aan – kort samengevat – dat Ziggo wanprestatie heeft geleverd doordat er geen werkend internetabonnement is geleverd.
De beoordeling
4. De kantonrechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat op 13 augustus 2008 een overeenkomst is gesloten voor levering van televisie- en internetdiensten (een televisie- en internetabonnement) en dat dit abonnement is beëindigd per 8 mei 2009.
5. Naar de kantonrechter begrijpt, erkent [gedaagde] dat zij voor het televisieabonnement moet betalen. Zij heeft ook geen klachten over dit deel van het abonnement. Ook is door [gedaagde] niet tegengesproken dat zij de facturen die zien op het televisieabonnement niet heeft betaald. Dat betekent dat [gedaagde] in ieder geval zal worden veroordeeld tot betaling van de kosten van het televisieabonnement. Blijkens de door Ziggo overgelegde facturen gaat het ten aanzien van de geleverde televisiediensten om een bedrag van in totaal € 115,84 (een bedrag van € 47,17 en vijf keer € 16,25, minus een creditnota van € 12,58). Ook de afsluitkosten van € 29,95 zijn verschuldigd, omdat door het niet (tijdig) betalen voor de televisiediensten de overeenkomst is beëindigd door Ziggo.
6. [gedaagde] wil niet betalen voor het internetabonnement. Daarbij stelt [gedaagde] dat Ziggo geen deugdelijk internetabonnement heeft geleverd en dat Ziggo het probleem met dit abonnement niet heeft kunnen verhelpen. De kantonrechter overweegt over dit verweer van [gedaagde]n het volgende.
7. Uit de stukken blijkt dat [gedaagde] na levering van het bij het abonnement behorende modem heeft geprobeerd om het internetabonnement te activeren. Dat is niet gelukt. Vervolgens heeft [gedaagde] op 29 september 2008 en 30 september 2008 daarover telefonisch contact opgenomen met de helpdesk van Ziggo. Niet in geschil is dat [gedaagde] in die contacten te woord is gestaan door een medewerker van de helpdesk en dat daarbij is gesproken over een oplossing van het probleem met het activeren van het internet¬abonnement. De kantonrechter neemt als vaststaand aan dat in die gesprekken door Ziggo is aangegeven dat het probleem van de activering wordt onderzocht en dat [gedaagde] vervolgens in beide gesprekken ongeveer 20 minuten in de wachtstand is gezet. De stellingen daarover van [gedaagde] zijn namelijk niet betwist door Ziggo. Ook staat vast dat [gedaagde] de verbinding na afloop van genoemde wachttijd van ongeveer 20 minuten heeft verbroken, omdat zij niet langer wilde wachten. Verder gaat de kantonrechter ervan uit dat [gedaagde] in de genoemde gesprekken heeft verzocht aan Ziggo om een monteur in te zetten, nu ook dit niet is tegengesproken door Ziggo.
8. Na de telefonische contacten van 29 september 2008 en 30 september 2009 heeft [gedaagde] niet meer gebeld met de helpdesk en ook Ziggo heeft geen contact meer opgenomen met [gedaagde]. Het probleem met de activering van het internetabonnement is niet opgelost en [gedaagde] heeft van dat abonnement geen gebruik kunnen maken. [gedaagde] heeft betaling van het abonnement gestaakt, door het terugdraaien van automatische incasso’s, en zij heeft in een webmail van 24 november 2008 het abonnement voor “internetbeveiliging” beëindigd.
9. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat [gedaagde] gelijk heeft dat zij niet wil betalen voor het internetabonnement. Zoals hiervoor is vastgesteld, kon het internet¬abonnement niet worden geactiveerd en is dit probleem niet opgelost. [gedaagde] hoeft niet te betalen voor een internetabonnement dat niet werkt.
10. Het verweer van Ziggo dat zij het probleem met de activering niet heeft kunnen oplossen doordat [gedaagde] in de telefonische contacten de verbinding heeft verbroken, gaat niet op. [gedaagde] heeft het probleem tijdig gemeld bij Ziggo en Ziggo twee keer de gelegenheid gegeven om tot een oplossing te komen. [gedaagde] kan redelijkerwijs niet verweten worden dat zij de telefoongesprekken met de helpdesk na 20 minuten wachten heeft afgebroken, mede gelet op kosten van die gesprekken voor haar. Het is aan Ziggo om zorg te dragen voor een bereikbare en goed functionerende helpdesk. [gedaagde] twee keer 20 minuten laten wachten, voldoet daaraan niet. Verder had het in de gegeven omstandigheden op de weg van Ziggo gelegen om na het tweede gesprek met [gedaagde] zelf initiatieven te nemen om het probleem op te lossen. Het probleem was Ziggo immers bekend en van haar had verwacht mogen worden dat zij dat het probleem ondanks afbreking van het gesprek nader zou onderzoeken en oplossen, eventueel door het inschakelen van een monteur.
11. In juridische termen uitgedrukt, is het niet werken van het internetabonnement een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door Ziggo, die aan Ziggo toegerekend moet worden. Op grond van artikel 265 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) was [gedaagde] daarom bevoegd om de overeenkomst ten aanzien van het internetabonnement te ontbinden, omdat de tekortkoming die ontbinding rechtvaardigt. Daarbij moet de webmail van [gedaagde] van 24 november 2008 als een (buitengerechtelijke) verklaring tot ontbinding worden aangemerkt. Daaraan doet niet af dat in die webmail de beëindiging wordt aange¬geven van de “internetbeveiliging”. Ziggo heeft immers erkend dat er geen abonnement is aangegaan door [gedaagde] voor internetbeveiliging, zodat haar verklaring in de webmail alleen maar betrekking kon hebben op beëindiging van het internetabonnement en ook als zodanig uitgelegd moet worden. Er is sprake van een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst als bedoeld in artikel 270 van Boek 6 van het BW, namelijk voor zover het betreft het internetabonnement, die ertoe leidt dat [gedaagde] voor dat deel van de overeen¬komst geen betalingsverplichtingen meer heeft. Voor zover het verweer van Ziggo erop neer komt dat zij niet in verzuim is gekomen, overweegt de kantonrechter dat dit verweer geen doel treft, gezien hetgeen hiervoor onder punt 10 is overwogen. Naar maatstaven van redelijk¬heid en billijkheid kon in dit geval een schriftelijke ingebrekestelling achterwege blijven, nu Ziggo ermee bekend was dat zij de overeenkomst niet behoorlijk nakwam, het op haar weg lag om initiatieven te nemen tot nakoming, en zij die initiatieven achterwege heeft gelaten.
12. De conclusie is dat [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van
€ 145,79, te weten € 115,84 voor geleverde televisiediensten en € 29,95 aan afsluitkosten.
De vordering van buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen tot een bedrag van
€ 37,00. Voor zover het gaat om de incassering van genoemd bedrag van € 145,79 zijn de buitengerechtelijke werkzaamheden redelijk en rechtvaardigen de gestelde werkzaamheden een vergoeding volgens het daarvoor geldende tarief.
13. Nu beide partijen op punten ongelijk krijgen, moeten zij de eigen proceskosten dragen.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] om aan Ziggo tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 182,79, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 145,79 vanaf 3 september 2010 tot de dag van voldoening.
Bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 7 april 2011 in het openbaar uitgesproken.