ECLI:NL:RBALK:2011:BQ5607

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
23 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
352062 \ CV EXPL 10-7399
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij overeenkomst en toepassing van algemene voorwaarden

In deze zaak heeft eiser een vordering ingesteld tegen gedaagden voor de betaling van een bedrag van € 945,41, voortvloeiend uit een overeenkomst voor een vlucht naar Londen. De eis is ingesteld op 30 november 2010, waarbij gedaagde 1 de vordering heeft erkend, terwijl gedaagde 2 verweer heeft gevoerd. Eiser stelt dat gedaagden een bedrag van € 752,- verschuldigd zijn, dat onbetaald is gelaten, en vordert daarnaast wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde 2 betwist de aansprakelijkheid en stelt dat zij niet betrokken was bij de totstandkoming van de overeenkomst.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde 1 de overeenkomst met eiser is aangegaan, maar dat gedaagde 2 niet betrokken was bij deze overeenkomst. De vraag die aan de orde is, is of gedaagde 2 door de algemene voorwaarden van eiser alsnog partij bij de overeenkomst is geworden en aansprakelijk is voor de betalingsverplichtingen. De kantonrechter oordeelt dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op gedaagde 2, aangezien zij geen wilsovereenstemming met eiser heeft bereikt. Hierdoor wordt de vordering tegen gedaagde 2 afgewezen.

De kantonrechter heeft de vordering tegen gedaagde 1 toegewezen en deze veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is gedaagde 1 veroordeeld in de proceskosten, terwijl eiser in de kosten van de procedure tegen gedaagde 2 is veroordeeld. Het vonnis is op 23 maart 2011 uitgesproken door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 352062 \ CV EXPL 10-7399 WG
Uitspraakdatum: 23 maart 2011
Vonnis in de zaak van:
[naam],
wonende te [plaats] en kantoorhoudende te [plaats],
eisende partij,
verder ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: P. de Ruijter, gerechtsdeurwaarder te Heerhugowaard,
tegen
1. [naam], wonende in de gemeente [plaats],
2. [naam], wonende te [plaats]
gedaagde partijen,
verder ook afzonderlijk te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2],
in persoon procederende.
Het procesverloop
-[eiser] heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 30 november 2010.
-[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben ieder bij antwoord verweer gevoerd.
-Vervolgens heeft [eiser] gediend van repliek en daarbij haar eis verminderd.
-[gedaagde 2] heeft gedupliceerd.
-De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
-Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil
1.[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van een bedrag van € 945,41, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 752,00 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening, kosten rechtens.
2.[eiser] stelt hiertoe, zakelijk weergegeven, dat zij in opdracht van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een vlucht voor twee personen heeft verzorgd naar London, met als vertrekdatum 10 april 2009 en retourdatum 14 april 2009. In verband hiermee waren [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een bedrag van € 752,- aan [eiser] verschuldigd. Zij hebben dit bedrag onbetaald gelaten zodat zij tevens wettelijke rente (van 24 april 2009 tot datum dagvaarding bedragend € 43,41) en buitengerechtelijke kosten (€ 150,-) verschuldigd zijn. Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde 2] heeft [eiser] haar eis verminderd in die zin dat zij de vordering tegen [gedaagde 2] verminderd met een bedrag van € 472,71 omdat [gedaagde 2] krachtens de toepasselijke algemene reisvoorwaarden van de ANVR als reiziger aansprakelijk is voor haar eigen deel van de reis.
3.[gedaagde 1] heeft de vordering erkend. [gedaagde 2] heeft verweer gevoerd. Zij stelt, zakelijk weergegeven, dat alleen [gedaagde 1] deze overeenkomst met [eiser] is aangegaan.
De beoordeling
4.Nu [gedaagde 1] de vordering heeft erkend, zal hetgeen [eiser] van hem vordert worden toegewezen.
5.In de zaak tegen [gedaagde 2] overweegt de kantonrechter het volgende.
6.Vast staat dat de vliegreis is geboekt door [gedaagde 1]. Bij de totstandkoming van de overeenkomst is [gedaagde 2] niet betrokken geweest. De vraag is nu of [gedaagde 2] door de werking van de door [eiser] gebruikte (ANVR) algemene voorwaarden, alsnog partij bij de overeenkomst is geworden en uit dien hoofde aansprakelijk is geworden voor de nakoming van (een deel van) de betalingsverplichtingen uit die overeenkomst. Immers, gesteld noch gebleken is dat [gedaagde 2] op enige andere wijze verplichtingen jegens [eiser] is aangegaan.
7.Die vraag beantwoordt de kantonrechter ontkennend. Voor zover de algemene voorwaarden al toepasselijk waren in de relatie tussen [eiser] en [gedaagde 1], zijn zij niet toepasselijk op een derde ([gedaagde 2]). Zij kunnen dus ook niet zo ver strekken dat alleen daardoor een derde ([gedaagde 2]) geacht wordt wilsovereenstemming met de gebruiker te hebben bereikt. Dat de overeenkomst is aangegaan (mede) ten behoeve van die derde, maakt dat niet anders.
8.De vordering gericht tegen [gedaagde 2] wordt afgewezen.
9.[gedaagde 1] dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld. In de zaak tussen [eiser] en [gedaagde 2] dient [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten te dragen. Die worden aan de zijde van [gedaagde 2] vastgesteld op nihil.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde 1] om aan [eiser] tegen kwijting te betalen een bedrag van € 945,41, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 752,00 vanaf 30 november 2010 tot de dag van betaling.
Veroordeelt in de zaak tussen [eiser] en [gedaagde 1], [gedaagde 1] in de proceskosten, welke kosten tot heden voor [eiser] worden vastgesteld op een bedrag van € 424,89 [inclusief BTW indien en voorzover door [gedaagde 1] verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van € 200,00 voor salaris van de gemachtigde van [eiser] [waarover [gedaagde 1] geen BTW verschuldigd is].
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst de vordering gericht tegen [gedaagde 2] af.
Veroordeelt in de zaak tussen [eiser] en [gedaagde 2], [eiser] in de proceskosten, welke kosten tot heden voor [gedaagde 2] worden vastgesteld op nihil.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 23 maart 2011 in het openbaar uitgesproken.