ECLI:NL:RBALK:2011:BQ0503
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.B. Littooy
- A. van der Perk
- B.H. Franke
- M. Lolkema
- N.O.P. Roché
- E.M. Devis
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in een strafzaak wegens vermeende partijdigheid en onvoldoende voorbereidingstijd voor de verdediging
Op 4 april 2011 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Alkmaar een verzoek tot wraking behandeld, ingediend door de raadsman van de verdachte. De raadsman stelde dat de rechters de schijn van partijdigheid hadden gewekt door onvoldoende tijd te geven voor de voorbereiding van de verdediging. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van de strafkamer om een verzoek tot het horen van 14 getuigen af te wijzen. De voorzitter van de strafkamer, mr. M. Lolkema, had in een brief aan de raadsman aangegeven dat het noodzakelijkheidscriterium zou worden toegepast, wat leidde tot de afwijzing van het getuigenverhoor. De raadsman voerde aan dat de eerdere raadsman onvoldoende actief was geweest en dat de verdachte, als onderdeel van een grotere zaak met 24 verdachten, niet de juiste voorbereidingstijd had gekregen.
Tijdens de zitting op 4 april 2011 werd het verzoek tot wraking besproken. De wrakingskamer oordeelde dat de rechters op toereikende gronden tot hun beslissing waren gekomen. De raadsman had vanaf 18 maart 2011 voldoende tijd gehad om zich voor te bereiden, en de rechtbank had de zitting zelfs een week uitgesteld om de raadsman meer tijd te geven. De officier van justitie benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding bij de raadsman ligt en dat de beslissing van de rechtbank juridisch juist was. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een vrees van partijdigheid en wees het verzoek tot wraking af.
De rechtbank besloot dat het onderzoek in de strafzaak voortgezet zou worden en dat de zaak in handen van de voorzitter van de sector straf zou worden gesteld. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open. De uitspraak werd gedaan door de wrakingskamer, bestaande uit mr. P.H.B. Littooy, mr. A. van der Perk en mr. B.H. Franke, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Randeraat.