ECLI:NL:RBALK:2011:BP4342
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen handelsrechter wegens gebrek aan vooringenomenheid
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Alkmaar op 18 januari 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de behandelend rechter in een civiele procedure. Het verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. W.H. van Zundert, was ingediend op grond van vermeende vooringenomenheid van de rechter. De wrakingsgronden waren gebaseerd op uitspraken en beslissingen van de rechter tijdens een comparitie op 30 augustus 2010 en de daaropvolgende tussenvonnissen. De wrakingskamer heeft de gronden van verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van een uitzonderlijke omstandigheid die zou wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel overtuigend kan worden aangetoond. De door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden werden als onvoldoende beschouwd om aan te nemen dat de rechter zijn beslissingen op basis van persoonlijke vooringenomenheid had genomen. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking dan ook ongegrond verklaard en de behandeling van de onderliggende zaak voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is genomen door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is uitgesproken ter openbare zitting.