ECLI:NL:RBALK:2011:BP3453

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
2 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
322202 \ CV EXPL 10-789
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur voor werkzaamheden aan camper

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Centraal Automobielbedrijven B.V. een vordering ingesteld tegen gedaagden, die in opdracht van hen werkzaamheden aan hun camper heeft verricht. De gedaagden verzetten zich tegen de hoogte van de factuur die Centraal hen heeft toegestuurd. De kantonrechter heeft eiseres, Centraal, uitgenodigd om bij akte toe te lichten hoe de in rekening gebrachte bedragen tot stand zijn gekomen. Eiseres heeft een aantal werkzaamheden beschreven, maar heeft niet inzichtelijk gemaakt hoeveel tijd aan deze werkzaamheden is besteed. Geen van de partijen heeft gesteld dat er voorafgaand aan de werkzaamheden een overeenkomst was over standaardbedragen voor de uitvoering van de opdracht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Centraal niet heeft aangetoond dat de in rekening gebrachte bedragen redelijk zijn. Daarom is het aan de kantonrechter om een redelijke vergoeding vast te stellen voor de uitvoering van de opdracht. De kantonrechter heeft overwogen dat Centraal slechts een diagnose heeft gesteld en dat er geen onderdelen zijn vervangen. De kantonrechter heeft de beschrijving van de werkzaamheden door de monteur als juist beoordeeld en heeft rekening gehouden met de tijdsbesteding en de gebruikelijke kosten voor een automonteur.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter een redelijke vergoeding vastgesteld van € 290,00 exclusief BTW, wat neerkomt op € 345,10 inclusief BTW. De kantonrechter heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de uitspraakdatum. De kosten van het geding zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. H.A. van den Berg, kantonrechter, op 2 februari 2011.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 322202 \ CV EXPL 10-789 TvW
Uitspraakdatum: 2 februari 2011
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Centraal Automobielbedrijven B.V. te Alkmaar
eisende partij
verder ook te noemen: Centraal
gemachtigde: J. van der Vlies, gerechtsdeurwaarder te Den Helder
tegen
1.[naam] te [plaats]
2.[naam] te [plaats]
gedaagde partijen
verder ook te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: mr. E. Hoekstra, advocaat te Alkmaar.
Het procesverloop
Centraal heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 28 januari 2010.
[gedaagden] hebben bij antwoord verweer gevoerd.
Vervolgens is gediend van repliek en dupliek.
Ingevolge het tussenvonnis van 15 september 2010 heeft Centraal een akte zijdens eiseres overgelegd waarna [gedaagden] een antwoordakte hebben genomen.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil
1. Centraal vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot betaling van een bedrag ad € 635,21, rente en kosten rechtens.
Centraal stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende.
In opdracht en voor rekening van [gedaagden] heeft Centraal werkzaamheden verricht aan de camper van [gedaagden] tot een bedrag van € 452,82 inclusief BTW. Centraal heeft [gedaagden] hiervoor een factuur doen toekomen doch [gedaagden] zijn niet tot betaling overgegaan. Gelet op deze non-betaling maakt Centraal eveneens aanspraak op vergoeding van de door haar gemaakte buitengerechtelijke incassokosten en vervallen rente.
2. [gedaagden] hebben verweer gevoerd waarop hierna, voor zover van belang, zal worden ingegaan.
De beoordeling
3. De kantonrechter stelt voorop dat [gedaagden] Centraal opdracht hebben gegeven tot het uitvoeren van werkzaamheden aan hun camper. Er was sprake van een storing aan de motor, waardoor deze herhaaldelijk terugviel in de “noodloop”.
[gedaagden] zijn gehouden de redelijke kosten die Centraal heeft gemaakt ter uitvoering van de opdracht aan Centraal te vergoeden.
4. [gedaagden] verweren zich tegen de (hoogte van de) factuur, onder meer met de stelling dat Centraal meer dan een half jaar heeft afgewacht, alvorens de factuur aan [gedaagden] te verstrekken. Het gegeven dat Centraal de factuur eerst op 5 januari 2009 heeft opgesteld, meer dan een half jaar na de datum van uitvoering van de werkzaamheden, brengt echter niet mee dat Centraal niet langer gerechtigd is de betaling van deze werkzaamheden van [gedaagden] te verlangen.
5. Wel is het zo dat het op de weg van Centraal ligt om een specificatie van de factuur te verstrekken waardoor [gedaagden] voldoende inzicht hebben in de verrichte werkzaamheden, de daarmee gemoeide (arbeids-)tijd en de daarmee gemoeide kosten.
6. Tegen deze achtergrond heeft de kantonrechter Centraal uitgenodigd bij akte toe te lichten op welke wijze de in rekening gebrachte bedragen (materialen/uren) tot stand zijn gekomen. Centraal heeft zich vervolgens bij akte uitgelaten en een handgeschreven werkplaatsbon in het geding gebracht, die kennelijk is opgesteld door de monteur die aan de camper heeft gewerkt.
Centraal heeft bij akte wel een aantal werkzaamheden beschreven, maar de aan deze werkzaamheden bestede tijd heeft zij niet inzichtelijk gemaakt. Voor het uitvoeren van een korte test is bijvoorbeeld een bedrag van € 32,92 aan [gedaagden] in rekening gebracht. Centraal geeft aan dat het bedrag een landelijk door Mercedes Benz vastgesteld bedrag is, waarbij onder andere is gekeken naar de tijd die het uitvoeren van een bepaalde test kost. Geen van partijen heeft echter gesteld dat is overeengekomen dat de opdracht tegen vooraf vastgestelde standaardbedragen zou worden uitgevoerd. Tegen die achtergrond moet worden vastgesteld dat Centraal niet inzichtelijk heeft gemaakt in hoeverre de in rekening gebrachte bedragen redelijk zijn. Het is dan aan de kantonrechter om een redelijke vergoeding vast te stellen voor de uitvoering van de opdracht.
7. De kantonrechter neemt daarbij tot uitgangpunt dat Centraal slechts een diagnose heeft gesteld, en dat er dus – behoudens klein materiaal - geen onderdelen zijn vervangen. Dit laatste geldt ook voor de drukomvormer; deze bleek niet defect dus is de oorspronkelijke drukomvormer weer teruggeplaatst.
De kantonrechter overweegt vervolgens dat er geen aanleiding bestaat om te twijfelen aan de beschrijving van de werkzaamheden die de monteur heeft uitgevoerd, en dat deze werkzaamheden ook getuigen van een systematische en juiste benadering om tot vaststelling van het euvel aan de motor te komen. Gelet op de tijdsbesteding die in ieder geval met deze werkzaamheden zou zijn gemoeid, daarbij rekening houdende met een gemiddeld uurtarief voor een gekwalificeerd automonteur, voorts rekening houdende met de gebruikelijk hulpstoffen- en milieutoeslag en het feit dat tussen partijen vaststaat dat de doorberekende brandstof ad € 32,14 moet worden afgerekend, komt de kantonrechter tot een redelijke vergoeding van € 290,00 exclusief BTW, hetgeen een bedrag van € 345,10 inclusie BTW oplevert.
8. De kantonrechter ziet aanleiding om over dat bedrag geen rentevergoeding toe te wijzen. Het lag immers op de weg van Centraal om de in rekening gebrachte kosten deugdelijk te specificeren en haar kan worden tegengeworpen dat zij dat niet heeft gedaan. Ook de buitengerechtelijke kosten komen onder deze omstandigheden niet voor toewijzing in aanmerking, terwijl de kantonrechter in het ontbreken van een deugdelijke specificatie tevens aanleiding ziet de kosten tussen partijen te compenseren.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan Centraal tegen kwijting te betalen € 345,10, te vermeerderen met de wettelijke vanaf heden tot de dag van betaling.
Compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. van den Berg, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 2 februari 2011 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter