Sector civiel recht
DJHB/JB
KG nummer: 125804 / KG ZA 11-13
datum: 10 januari 2011
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid,
Vereniging van Eigenaren "VLIETBELANGEN",
gevestigd te Wervershoof,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS IN KORT GEDING,
advocaat mr. J.J. de Boer te Hoorn,
1. de gemeente Medemblik,
2. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik,
3. de burgemeester van de gemeente Medemblik,
gevestigd/zetelende te Medemblik,
GEDAAGDEN IN KORT GEDING,
advocaat mr. W.J.M. Loomans te Hoorn.
Partijen zullen verder worden genoemd "eiseres" respectievelijk "gedaagde".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 10 januari 2011 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Gedaagde heeft de vordering bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van eiseres de originele dagvaarding overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2.1 Op 21 oktober 2010 heeft de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Wervershoof het bestemmingsplan "Recreatiegebied De Vlietlanden" vastgesteld. Hierin is permanente bewoning van recreatiewoningen mogelijk gemaakt.
2.2 De gemeente Wervershoof is gefuseerd met de (oude) gemeente Medemblik en de gemeente Andijk. Vanaf 1 januari 2011 zijn deze gemeentes samen "de gemeente Medemblik".
2.3 Op vrijdagavond 7 januari 2011 om 20.30 uur heeft de burgemeester van de gemeente Medemblik de leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik per e-mail uitgenodigd voor een extra vergadering op maandagavond 10 januari 2011 om 19.30 uur. Op deze vergadering staat als onderwerp geagendeerd: Bestemmingsplan De Vlietlanden. Op maandag 10 januari 2011 om 13.57 uur is de vergadering openbaar gemaakt op de gemeentelijke website.
2.4 De gemeenteraad heeft een conceptbesluit opgesteld, gedateerd 10 januari 2011, waarin het college wordt verzocht "het ertoe te leiden dat permanente bewoning op de Vlietlanden alsnog niet wordt toegestaan". Bij dit conceptbesluit zit een voorstel van de gemeenteraad waarin wordt geconcludeerd dat het belang van de nieuwe gemeente Medemblik niet is gediend met de besluitvorming rond het bestemmingsplan Vlietlanden ten aanzien van permanente bewoning.
2.5 Ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Gemeentewet vergadert de raad zo vaak als hij daartoe heeft besloten.
Ingevolge artikel 17, tweede lid, van de Gemeentewet vergadert de raad voorts indien de burgemeester het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit de raad bestaat schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt.
Ingevolge artikel 19, eerste lid, van de Gemeentewet roept de burgemeester de leden schriftelijk tot de vergadering op.
Ingevolge artikel 19, tweede lid, van de Gemeentewet brengt de burgemeester tegelijkertijd met de oproeping dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen (...) worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
2.6 Ingevolge artikel 11, eerste lid, van het reglement van orde van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik, zoals vastgesteld op 3 januari 2011 (hierna: het reglement), zendt de voorzitter tenminste 7 dagen voor een vergadering de leden van de raad een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
Ingevolge artikel 11, derde lid van het reglement kan de voorzitter in spoedeisende gevallen na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden van de raad verzonden en openbaar gemaakt.
2.7 Ingevolge artikel 53 van het reglement beslist de raad op voorstel van de voorzitter in de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement.
2.8 Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro), voor zover hier van belang, kan een belanghebbende bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep instellen tegen een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan.
2.9 De termijn voor het instellen van beroep als bedoeld in artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro tegen het bestemmingsplan "Recreatiegebied De Vlietlanden" eindigt op 13 januari 2011.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 De vordering van eiseres strekt - verkort en zakelijk weergegeven - tot een verbod op het houden van de raadsvergadering op maandagavond 10 januari 2011 om 19.30 uur dan wel een verbod dat op deze vergadering besluiten worden genomen over het bestemmingsplan, of dat deze vergadering eerst zal plaatsvinden nadat daartoe een oproeping heeft plaatsgevonden overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke en/of door de gemeente opgestelde regels.
3.2 Eiseres legt aan haar vordering ten grondslag dat artikel 19, tweede lid, van de Gemeentewet en artikel 11, eerste lid, van het reglement ten onrechte niet in acht zijn genomen. Dit betekent volgens eiseres dat een zeer belangrijk besluit, dat in de openbaarheid moet worden genomen, niet op tijd is aangekondigd. Eiseres meent dat zij hierdoor in haar belangen is geschaad, omdat op de desbetreffende vergadering belangrijke beslissingen zullen worden genomen over het bestemmingsplan "Recreatiegebied De Vlietlanden" en zij niet in staat is geweest om zich op de vergadering voor te bereiden. Voorts is op de vergadering volgens eiseres onvoldoende spreektijd voor burgers. Van een spoedeisend geval zoals bedoeld in artikel 11, derde lid, van het reglement is volgens eiseres geen sprake. Eiseres heeft erop gewezen dat er veel tijd en geld is gestoken in de totstandkoming van het bestemmingsplan "Recreatiegebied De Vlietlanden". Dit alles kan volgens eiseres op de vergadering op maandagavond 10 januari 2011 om 19.30 uur niet zomaar ongedaan gemaakt worden.
3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd. Volgens gedaagde is gehandeld conform artikel 17, tweede lid, van de Gemeentewet. Gedaagde heeft gesteld dat 20 van de 27 raadsleden hebben verzocht de in geschil zijnde vergadering te houden en dat het houden van de vergadering een politiek besluit betreft. Gedaagde meent dat eiseres niet in haar belangen is geschaad, omdat bij alle besluiten die eventueel tijdens de vergadering worden genomen aan eiseres voldoende bestuursrechtelijke bescherming wordt geboden. Volgens gedaagde moet de vergadering plaatsvinden vóór 13 januari 2011, omdat op die dag de termijn voor het instellen van beroep tegen het bestemmingsplan "Recreatiegebied De Vlietlanden" eindigt. Voorts heeft gedaagde gesteld dat zo snel mogelijk nadat de vergadering was uitgeschreven de pers is benaderd en dat de vergadering op internet is aangekondigd.
4.DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
4.1 De voorzieningenrechter stelt voorop dat het aan de gemeenteraad is voorbehouden of en wanneer hij vergadert en om de agenda van zijn eigen vergadering vast te stellen. Dat zijn handelingen van organen van de gemeente die een burgerlijke rechter slechts marginaal kan toetsen. Ook is het aan de gemeenteraad voorbehouden om vast te stellen of de vergadering op een juiste wijze is belegd en of er al dus op een bevoegde wijze besluiten kunnen worden genomen.
4.2 Voor zover er volgens eiseres in strijd met reglement de onderhavige vergadering is uitgeroepen is het dan ook aan de gemeenteraad om daar gevolgen aan te verbinden (zie ook artikel 53 van het reglement).Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter bevat het reglement interne afspraken en kan eiseres daar geen beroep op doen. .
4.3 Wel van openbare orde is artikel 19 van de Gemeentewet. Vast staat dat dit artikel niet op de juiste wijze is nageleefd, omdat de burgemeester de dag, tijdstip en plaats van de vergadering niet tegelijkertijd met de oproeping van de raadsleden ter openbare kennis heeft gebracht.
4.4 De burgemeester heeft ter zitting echter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij zich - na installatie van de nieuwe gemeenteraad op 3 januari 2011 - geconfronteerd zag met een politieke wil om nog voor het einde van de beroepstermijn tegen het bestemmingsplan "Recreatiegebied De Vlietlanden" een gemeenteraadsvergadering te beleggen. Hij heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat hij zo snel als mogelijk de gemeenteraadsvergadering openbaar heeft gemaakt. Zo heeft hij vrijdagavond de pers al ingelicht en op maandagmiddag de agenda op de gemeentelijke website laten publiceren.
4.5 De voorzieningenrechter is van oordeel dat schending van artikel 19 van de Gemeentewet niet zodanig is dat dat tot toewijzing van de gevraagde voorziening kan leiden. Gelet op de toelichting van de burgemeester is onvoldoende aannemelijk geworden dat eiseres in belangrijke mate in haar (verdedigings)belangen is geschaad.
4.6 De voorzieningenrechter neemt verder in aanmerking dat indien op de vergadering een besluit wordt genomen tot intrekking en/of gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan, dit in zijn algemeenheid in dit stadium van de procedure niet mogelijk is zonder dat de aan de vaststelling van een bestemmingsplan voorafgaande stadia, die met allerlei (bestuursrechtelijke) waarborgen zijn omkleed, zijn doorlopen. Dit temeer nu in de onderhavige situatie niet is uitgesloten dat potentiële belanghebbenden in hun belangen zijn geschaad indien de raad het bestemmingsplan intrekt of wijzigt zonder het ontwerpplan eerst opnieuw ter inzage te leggen.
4.7 De gevraagde voorziening zal gelet op het voorgaande worden afgewezen.
4.8 Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van dit geding worden veroordeeld.
5. DE BESLISSING
- weigert de gevorderde voorziening;
- veroordeelt eiseres in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van gedaagde begroot op euro 568,- aan verschotten en op euro 816,- aan salaris advocaat.
Gewezen door mr. drs. J. Blokland, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 januari 2011 in tegenwoordigheid van mr. D.J.H. Best, griffier.
De uitspraak is aan partijen afgegeven op 12 januari 2011.