ECLI:NL:RBALK:2010:BP1021
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging huurovereenkomst en vaststelling huurprijs bedrijfsruimte
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Fierling B.V. de beëindiging van de huurovereenkomst met Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en de vaststelling van de huurprijs van de bedrijfsruimte. De vordering werd ingesteld op 18 maart 2008, waarbij Fierling aanvoerde dat Grolsche zich niet als een goed huurder gedroeg. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst niet kon worden toegewezen. Fierling had onvoldoende aangetoond dat Grolsche in gebreke was gebleven met betrekking tot onderhoud en dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was opgezegd. De kantonrechter wees erop dat de huurovereenkomst in 1994 was aangegaan en dat er een aanvullende overeenkomst was gesloten die Grolsche het recht gaf om onder te verhuren. De kantonrechter concludeerde dat Fierling niet kon bewijzen dat de inventaris en goodwill eigendom waren van Fierling, en dat de verkoop van deze zaken door Grolsche niet onrechtmatig was. De kantonrechter benoemde de Bedrijfshuuradviescommissie om advies uit te brengen over de huurprijs per 18 maart 2008, maar wees de vordering tot schadevergoeding af. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De uitspraak vond plaats op 29 december 2010.