ECLI:NL:RBALK:2010:BO8174
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering dwangsom vast te stellen en besluitkarakter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar op 11 november 2010, is eiseres, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige, in beroep gegaan tegen de weigering van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) om een dwangsom vast te stellen. Eiseres had op 23 november 2009 bezwaar gemaakt tegen een indicatiebesluit van het CIZ, dat op 10 november 2009 was genomen. Na een ingebrekestelling op 26 maart 2010, waarin eiseres het CIZ verzocht om tijdig een beslissing te nemen, heeft het CIZ op 11 mei 2010 alsnog op het bezwaar beslist en dit gegrond verklaard. Eiseres was van mening dat de beslistermijn was overschreden en dat er recht op een dwangsom bestond, terwijl het CIZ stelde dat de beslistermijn niet was overschreden.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan een dwangsom verbeurt indien een beschikking op bezwaar niet tijdig wordt gegeven. De hoogte van de dwangsom is in de wet geregeld en bedraagt in de eerste veertien dagen € 20 per dag, daarna € 30 per dag en na veertien dagen € 40 per dag. De rechtbank concludeert dat de brief van het CIZ van 7 juni 2010, waarin werd gesteld dat er geen dwangsom verschuldigd was, een besluit is in de zin van de Awb. Eiseres had tegen dit besluit bezwaar moeten maken voordat zij beroep kon instellen.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, omdat zij niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van beroep. De rechtbank benadrukt dat het CIZ alsnog moet beslissen op het bezwaarschrift van eiseres tegen het besluit van 7 juni 2010. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, gezien de uitkomst van de zaak.