ECLI:NL:RBALK:2010:BO3273

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
17 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
14.010476-02
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte na advies van gedragsdeskundigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 17 mei 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte, hierna te noemen [verdachte]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De zaak is behandeld in de raadkamer op 3 mei 2010, waarbij de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn advocaat, mr. P.J. Roelse, zijn gehoord, evenals de getuige-deskundige dr. M.A. Abbenhuis van de Pompekliniek te Nijmegen.

De officier van justitie heeft gepersisteerd in zijn vordering, terwijl de raadsman heeft verzocht om de terbeschikkingstelling slechts met één jaar te verlengen. De raadsman voerde aan dat er in het afgelopen jaar geen vooruitgang was geboekt en dat de behandelsituatie van de verdachte vrijwel gelijk was aan die van een jaar geleden. De deskundigen adviseerden echter om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, omdat de verdachte te kwetsbaar was voor zelfstandigheid en er een risico bestond op terugval.

De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de kliniek in overweging genomen en geconcludeerd dat de gebrekkige ontwikkeling en het recidivegevaar nog steeds aanwezig zijn. De rechtbank oordeelde dat de kliniek actief heeft gereageerd op de ontwikkelingen van de verdachte en dat er stappen zijn gezet richting resocialisatie. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling te verlengen met een periode van twee jaar, in overeenstemming met het advies van de Pompekliniek.

De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. S.M. Jongkind-Jonker, en de leden mr. N.O.P. Roché en mr. L. Jansen, in tegenwoordigheid van griffier W. Veenstra, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 mei 2010.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
BESLISSING VERLENGING TBS
Parketnr. 14.010476-02
De rechtbank Alkmaar heeft te beslissen op de vordering van de officier van
justitie in dit arrondissement van 11 maart 2010, welke vordering ertoe strekt dat de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
thans verblijvende in Pompekliniek te Nijmegen,
zal verlengen met twee jaar.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder:
- de vordering van de officier van justitie;
- het vonnis van deze rechtbank van 13 mei 2003 waarbij de maatregel
terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege is opgelegd;
- de beslissing van deze rechtbank van 22 juni 2009, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling is verlengd met één jaar;
- het op 13 januari 2010 op grond van artikel 509o tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte verslag en advies van de Pompekliniek, welk advies strekt tot het verlengen van de maatregel van Terbeschikkingstelling met een periode van twee jaar alsmede een afschrift van de in dat artikel bedoelde wettelijke aantekeningen;
- de in het kader van artikel 509o vierde lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte adviezen van de deskundigen drs. J.P.M. van der Leeuw, klinisch psycholoog/ psychotherapeut, en B. Gotink, psychiater, respectievelijk gedateerd 18 maart 2010 en 15 maart 2010, welk adviezen strekken tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met een periode van één jaar;
De zaak is behandeld in de raadkamer d.d. 3 mei 2010.
De officier van justitie, de terbeschikkinggestelde - verder te noemen [verdachte] - en zijn advocaat mr. P.J. Roelse zijn gehoord, alsmede de getuige-deskundige mevrouw dr. M.A. Abbenhuis, als klinisch psycholoog/behandelcoördinator werkzaam bij de Pompekliniek te Nijmegen.
De officier van justitie heeft bij zijn vordering gepersisteerd.
De raadsman heeft namens de terbeschikkinggestelde verzocht de vordering van de officier van justitie in zoverre af te wijzen dat de terbeschikkingstelling van [verdachte] zal worden verlengd voor een periode van één jaar.
De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd:
Ten tijde van de uitspraak van uw rechtbank van 22 juni 2009 was de situatie zodanig dat deze de rechtbank aanleiding gaf om de terbeschikkingstelling slechts met één jaar te verlengen. Afgaande op de bevindingen van de deskundigen, moet worden vastgesteld dat in het afgelopen jaar geen vooruitgang is geboekt. De thans beschreven behandelsituatie van betrokkene is vrijwel gelijk als een jaar geleden. Volgens mij ontbreekt het bij de plannen van de Pompekliniek aan een concrete invulling hoe de behandeldoelen moeten worden bereikt. Het is belangrijk dat de Pompekliniek zachte drang uitoefent om vooruit te komen, ook om hospitalisatie te voorkomen. Daarom dienen [verdachte] en de kliniek de kans te krijgen in het kader van een verlengings- procedure na één jaar de resultaten van de behandeling en resocialisatie te evalueren. Ik sluit mij volledig aan bij het door de onafhankelijke deskundigen ingenomen standpunt dat de terbeschikkingstelling met maximaal één jaar moet worden verlengd. Daarna kan worden bezien of verdere verlenging nog nodig is.
De kliniek heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen en heeft hiertoe onder andere het volgende gesteld.
Verslag huidige adviesperiode:
Het algemene beeld van dit jaar is dat betrokkene weliswaar zeer gemotiveerd is om aan zijn behandeldoelen te werken, maar dat te grote stappen in het resocialisatietraject hem overweldigen en overspoeld doen raken, waardoor hij beslissingen genomen heeft die het resocialisatieproces vertragen.
Behandelvoornemens:
De komende periode zal het accent in de behandeling vooral liggen in het overwinnen van de paradox tussen afhankelijkheid en zelfstandigheid die opgeworpen wordt door de problematiek van betrokkene. Stapsgewijze oefening met voor hem als spanningsvol beleefde situaties is daarbij van belang. Daarom is er voor gekozen betrokkene als eerste stap in de omgeving van Nijmegen via begeleid wonen (met 24-uur zorg) te resocialiseren.
Een reguliere werkkring lijkt te hoog gegrepen. Daarom is betrokkene aangemeld voor werken in WSW-verband.
Advies ten aanzien van de wenselijkheid van de verlenging van de tbs:
Dat dit alles slechts via de weg der geleidelijkheid gerealiseerd kan worden moge duidelijk zijn uit het behandelverloop tot nu toe. Daarom adviseren wij de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met een periode van twee jaar. Het behandelteam acht een verlenging met één jaar gecontra-indiceerd, daar betrokkene dit enkel als drukverhogend kan ervaren.
Delictgevaar
Binnen de regels structuur en nabijheid van begeleiding binnen de kliniek word de kans op gewelddadig gedrag klein geacht. Het risico gewelddadig gedrag buiten, wordt vooral op langere termijn groter. Bijvoorbeeld: problemen op het werk of binnen een relatie => alcohol- of druggebruik => niet tijdig inschakelen van hulp => nog meer kans op alcohol of druggebruik => grotere kans op gewelddadig gedrag.
Ter zitting heeft de getuige-deskundige Abbenhuis het advies van de kliniek nader toegelicht en heeft zij onder meer het volgende verklaard:
Diverse acties richting resocialisatie in de regio van herkomst en daarmee verlaten van vertrouwde omgeving hebben tot een verhoogde angst bij betrokkene geleid. Betrokkene heeft in een impuls zijn werk en opleiding opgezegd, zonder overleg met het behandelteam. Hij is verontrustend meer gaan rumineren over sociale contacten, met als gevolg een toename van zijn onmachtgevoelens en boosheid.
Daarom is besloten dat resocialiseren in Purmerend in plaats van een middellange termijn doel een lange termijn doel wordt en dat er een tussenstap ingebouwd wordt namelijk geleidelijke resocialisatie in Nijmegen middels begeleid wonen; het is noodzakelijk voor een stabiele werkkring te zorgen om twee redenen, ten eerste om in het eigen onderhoud te voorzien en ten tweede, om er voor te zorgen dat betrokkene niet de kans krijgt alle sociale interacties te vermijden.
Wij werken aan de volgende doelen en acties:
a. betrokkene werkt en rondt een opleiding die een reële kans op een baan verschaft af binnen de vertrouwde omgeving van de kliniek .
b. er is een WSW-indicatie aangevraagd en verkregen, opdat betrokkene aan zijn handicap aangepast werk en begeleiding kan krijgen, plus de garantie van een baan.
c. wij vergoeden diverse cursussen bij een activiteitencentrum met als doel dat betrokkene daar kan experimenteren met sociale contacten buiten de vertrouwde medewerkers om in een informele sfeer.
d. wij hebben een machtiging Transmuraal Verlof Open Plaatsen aangevraagd en verkregen.
e. betrokkene is sinds enige weken overgeplaatst naar “de Flet”, niet ver van de vertrouwde omgeving, maar wel veel zelfstandiger.
Binnen twee jaar kan worden gewerkt naar een proefverlof. Proefverlof betekent voor betrokkene in praktische zin een nagenoeg identiek niveau van vrijheid en zelfstandigheid als dat het geval is bij voorwaardelijke beëindiging, zij het dat de kliniek in geval van een crisissituatie nog kan ingrijpen door middel van een opname van betrokkene. In beide gevallen wordt betrokkene begeleid door de reclassering. Met het aanvragen van Forensisch Psychiatrisch Toezicht (inmiddels gerealiseerd) kan de reclassering in beide gevallen vooraf al insteken en kan de kliniek achteraf nog hand en spandiensten leveren.
Een toekomstige plaatsing in een RIBW zal bij proefverlof makkelijker zijn omdat de kliniek dan een garantie kan geven dat er bij crises een time-outplaatsing in de kliniek mogelijk is.
De externe deskundigen hebben beide geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar. Zij motiveren –zakelijk weergegeven- dit als volgt:
Betrokkene is te kwetsbaar toegerust om een te grote mate van zelfstandigheid aan te kunnen. Er bestaat het gevaar dat betrokkene op grond hiervan altijd zal blijven terugdeinzen voor zelfstandigheid en er bestaat het gevaar dat de kliniek hierin te zacht optreedt, waardoor betrokkene geen prikkel zal hebben om de veilige kliniek te verlaten, en daardoor gehospitaliseerd zal raken.
De rechtbank dient te oordelen over een verzoek tot verlenging waarbij de totale duur van de terbeschikkingstelling een periode van zes jaar te boven zal gaan. De rechtbank overweegt dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, namelijk poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling. De terbeschikkingstelling is derhalve niet in tijd beperkt en in beginsel is het mogelijk deze te verlengen.
Uit het verlengingsadvies van de Pompekliniek, de adviezen van de externe deskundigen alsmede uit de daarop door de deskundige ter terechtzitting gegeven toelichting kan worden opgemaakt dat de gebrekkige ontwikkeling en het recidivegevaar nog steeds aanwezig zijn, zodat verlenging van de opgelegde maatregel mogelijk is. Er wordt gezocht naar een vorm van resocialisatie waarbij [verdachte] met zijn beperkingen op een verantwoorde wijze een leven kan opbouwen buiten de kliniek .Vaststaat dat de weg hiernaar toe het afgelopen jaar vertraging heeft opgelopen om de redenen zoals in het verlengingsadvies vermeld die - kort gezegd - inhouden dat het tempo voor [verdachte] te hoog bleek, waardoor hij angstig werd, aan het twijfelen raakte over zijn toekomstige woonplaats en - kennelijk impulsief - zijn baan en opleiding opzei. De rechtbank is van oordeel dat de kliniek geen blijk heeft gegeven passief op deze nieuwe ontwikkeling te reageren. Integendeel, er is inmiddels een WSW indicatie verkregen, een nieuwe opleiding gestart, ander werk gevonden en de route naar zelfstandig wonen is omgegooid. De rechtbank gaat er met de kliniek van uit dat het langzamer resocialiseren de termijn vraagt zoals door de kliniek geadviseerd en zal derhalve de terbeschikkingstelling verlengen met een periode van twee jaar
Met inachtneming van de betrokken wetsartikelen, waaronder artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht en artikel 46 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden, komt de rechtbank tot de volgende beslissing.
BESCHIKT:
De rechtbank beslist als volgt:
Wijst toe de vordering van de officier van justitie.
Verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Aldus gedaan in raadkamer door:
mr. S.M. Jongkind-Jonker voorzitter,
mr. N.O.P. Roché en mr. L. Jansen leden,
in tegenwoordigheid van W. Veenstra als griffier,
uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2010.
De voorzitter is buiten staat deze beslissing te ondertekenen