ECLI:NL:RBALK:2010:BO1923

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
29 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/159 R
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • De rechter-commissaris te Alkmaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging vrij te laten bedrag in schuldsanering met terugwerkende kracht Wajong-uitkering

In deze zaak heeft de rechter-commissaris te Alkmaar op 29 juni 2010 een beschikking gegeven in het kader van de schuldsanering van een schuldenaar. De bewindvoerder had verzocht om het vrij te laten bedrag, zoals bedoeld in artikel 295, tweede lid, van de Faillissementswet (Fw), éénmalig te verhogen met een bedrag van € 8.853,29. Dit bedrag was een nabetaling van het UWV in verband met een Wajong-uitkering. De rechter-commissaris oordeelde dat de nabetaling door het UWV geheel in de boedel valt, aangezien de schuldenaar op 7 augustus 2008 was toegelaten tot de schuldsanering. De gemeente Wervershoof had echter een terugvorderingsbesluit genomen, wat leidde tot een nieuwe schuld voor de schuldenaar. De rechter-commissaris stelde vast dat er geen wettelijke grondslag was voor de door de gemeente verzochte verrekening van de nabetaling met de terugvordering. Dit zou de schuldenaar in een nadelige positie brengen, aangezien hij na afloop van de schuldsanering nog steeds niet schuldenvrij zou zijn. De rechter-commissaris besloot daarom het vrij te laten bedrag éénmalig te verhogen met het bedrag van de nabetaling, met als voorwaarde dat dit bedrag per direct aan de gemeente Wervershoof moest worden doorbetaald. Deze beslissing is genomen in het belang van de schuldenaar, om te voorkomen dat hij onterecht in een nadelige positie zou komen te verkeren na de schuldsanering.

Uitspraak

DE RECHTER-COMMISSARIS TE ALKMAAR
insolventienummer: 08/159 R
datum beschikking: 29 juni 2010
Bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 7 augustus 2008 is de toepassing van de schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
[naam verzoeker],
geboren op [datum] te Wervershoof,
wonende [adres] te Wervershoof..
Het verzoek
De bewindvoerder heeft de rechter-commissaris bij brief van 21 april 2010 verzocht het bedrag, bedoeld in artikel 295, tweede lid, Fw (verder te noemen: het vrij te laten bedrag) éénmalig te verhogen met een bedrag van [euro] 8.853,29, zijnde de door het UWV gedane nabetaling ingevolge de Wajong.
De feiten
- Over de periode van 20 juni 2007 tot 1 juli 2008 heeft de schuldenaar een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ontvangen van de gemeente Wervershoof.
- Bij besluit van 27 juni 2008 heeft het UWV de schuldenaar met ingang van 7 maart 2007 een Wajong-uitkering toegekend.
- Op 7 augustus 2008 is de schuldenaar toegelaten tot de schuldsanering.
- Bij besluit van 21 augustus 2008 heeft de gemeente Wervershoof het recht van de schuldenaar op een WWB-uitkering ingetrokken.
- Bij besluit van 4 september 2008 heeft de gemeente Wervershoof de onverschul-digd verstrekte bijstand, zijnde een bedrag van [euro] 14.471,34 bruto, van de schulde-naar teruggevorderd.
- De gemeente Wervershoof heeft het UWV verzocht over te gaan tot verrekening van dit bedrag met de nabetaling ingevolge de Wajong.
- Het UWV heeft aan dit verzoek niet voldaan en heeft de nabetaling ad [euro] 8.853,29 overgemaakt naar de boedelrekening.
De beoordeling
De rechter-commissaris stelt voorop dat voor de door de gemeente Wervershoof verzochte verrekening geen wettelijke grondslag bestaat. Nu de schuldenaar op 7 augustus 2008 is toegelaten tot de schuldsanering, valt de nabetaling van de Wajong-uitkering door het UWV geheel in de boedel. Anderzijds ontstaat door het terugvorderingsbesluit van 4 september 2008 een nieuwe schuld aan de gemeente Wervershoof. Dit samenstel van beslissingen van de diverse uitkerende instanties heeft, in relatie tot de schuldsanering van de schuldenaar, voor de schuldenaar vérstrekkende en zeer nadelige gevolgen. Nog daargelaten dat het ontstaan van een bovenmatige nieuwe schuld onder omstandigheden aanleiding kan zijn de schuldsanering tussentijds te beëindigen, valt deze nieuwe schuld immers niet onder de schone lei. Dit zou betekenen dat de schuldenaar na afloop van de schuldsanering, zonder dat hem daarvan enig verwijt valt te maken, nog altijd geen schuldenvrij bestaan kan leiden. De rechter-commissaris acht dit niet alleen in strijd met de strekking van de WSNP, maar tegenover de schuldenaar, uitgaande van diens goede trouw, ook ongerechtvaardigd.
De rechter-commissaris ziet in het voorgaande aanleiding om, met gebruikmaking van de haar op grond van artikel 295, derde lid, Fw toekomende bevoegdheid, te bepalen als volgt.
BESLISSING
De rechter-commissaris:
- bepaalt dat het vrij te laten bedrag éénmalig wordt verhoogd met een bedrag ter hoogte van de (netto) nabetaling van het UWV ad [euro] 8.853,29, en wel in de maand waarin bedoeld bedrag tot uitkering is gekomen, dit onder na te noemen voorwaarde:
- bepaalt dat het bedrag per direct dient te worden doorbetaald aan de Gemeente Wervershoof, afdeling Sociale Zaken, Wet Werk en Bijstand.
De rechter-commissaris