ECLI:NL:RBALK:2010:BM3581

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
1 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
302217 CV EXPL 09-1545
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslevering van de totstandkoming van een overeenkomst met een geluidsopname

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Alkmaar op 1 april 2010, betreft het een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen [eiser], en een gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde]. De eisende partij heeft een geluidsopname ter griffie gedeponeerd als bewijs voor de totstandkoming van een overeenkomst. Deze geluidsopname is echter slechts een fragment van een langer telefoongesprek, waardoor de context van de communicatie tussen partijen onduidelijk blijft. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 10 december 2009 [eiser] de gelegenheid gegeven om te bewijzen dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en dat er een schriftelijke bevestiging van deze overeenkomst naar [gedaagde] is gestuurd, inclusief een waarschuwing voor de mogelijkheid van ontbinding.

De kantonrechter heeft de geluidsopname beluisterd en vastgesteld dat deze slechts 2 minuten en 1 seconde duurt. De opname bevat voornamelijk de woorden van een medewerkster van [eiser], die herhaaldelijk vraagt of de informatie die zij verstrekt akkoord is, terwijl [gedaagde] slechts met drie woorden reageert. De kantonrechter concludeert dat, hoewel er mogelijk een impliciete instemming van [gedaagde] kan worden afgeleid, de onduidelijkheid over de verdere inhoud van het gesprek en het ontbreken van bewijs voor een schriftelijke bevestiging van de overeenkomst, maakt dat niet kan worden vastgesteld dat er daadwerkelijk een overeenkomst tot stand is gekomen.

Daarom heeft de kantonrechter het gevorderde afgewezen en [eiser] veroordeeld in de proceskosten, die voor [gedaagde] op nihil zijn vastgesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en de griffier op 1 april 2010.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/rolnr.: 302217 CV EXPL 09-1545 LT
Uitspraakdatum: 1 april 2010
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
[naam],
gevestigd te Hilversum,
eisende partij,
verder ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: Van Arkel, gerechtsdeurwaarders te Leiden,
tegen
[naam] te Den Helder,
gedaagde partij,
verder ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.
Het procesverloop
-De kantonrechter verwijst naar het op 10 december 2009 in deze zaak uitgesproken tussenvonnis.
-Naar aanleiding van dat tussenvonnis heeft [eiser] een akte genomen en een geluidsdrager ter griffie gedeponeerd. [gedaagde] heeft een antwoordakte genomen.
-De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
-Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De beoordeling
1.In voormeld tussenvonnis d.d. 10 december 2009 is [eiser] in de gelegenheid gesteld te bewijzen de totstandkoming van een overeenkomst met [gedaagde]. Daarnaast diende [eiser] te bewijzen dat zij een schriftelijke bevestiging van die overeenkomst aan [gedaagde] heeft gestuurd en haar daarbij heeft gewezen op de mogelijkheid van ontbinding van de overeenkomst.
2.Ten bewijze dat een overeenkomst tot stand is gekomen heeft [eiser] een geluidsopname ter griffie gedeponeerd. De kantonrechter heeft die geluidsopname afgeluisterd en het volgende geconstateerd. De geluidsopname duurt 2 minuten en 1 seconde en is, zo valt af te leiden uit deze opname, een deel van een langer durend telefoongesprek. In de geluidsopname dreunt een dame van [eiser] vrijwel onafgebroken een groot aantal gegevens op en zij vraagt een aantal keer of hetgeen zij zegt akkoord is. [gedaagde] heeft drie woorden gesproken. Tweemaal “ja” en eenmaal “jawel”.
3.Weliswaar zou uit de woorden van de medewerkster van [eiser] gecombineerd met de drie woorden van [gedaagde] kunnen worden afgeleid dat [gedaagde] akkoord is gegaan met [eiser] een overeenkomst te zijn aangegaan. Echter, hier wreekt zich dat de kantonrechter niet weet wat er verder tussen hen is besproken. [eiser] heeft hierover ook niets aangevoerd. Onvoorstelbaar is dat er, buiten de geluidsopname, niet inhoudelijk is gesproken over het al dan niet afsluiten van een contract met [eiser]. Daar komt nog bij dat [eiser] heeft nagelaten te bewijzen dat zij de overeenkomst schriftelijk heeft bevestigd. Aldus is niet vast komen te staan dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. Het gevorderde wordt afgewezen.
4.[eiser] dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst het gevorderde af.
Verwijst [eiser] in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 1 april 2010 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter