ECLI:NL:RBALK:2010:BM3581
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijslevering van de totstandkoming van een overeenkomst met een geluidsopname
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Alkmaar op 1 april 2010, betreft het een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen [eiser], en een gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde]. De eisende partij heeft een geluidsopname ter griffie gedeponeerd als bewijs voor de totstandkoming van een overeenkomst. Deze geluidsopname is echter slechts een fragment van een langer telefoongesprek, waardoor de context van de communicatie tussen partijen onduidelijk blijft. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 10 december 2009 [eiser] de gelegenheid gegeven om te bewijzen dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en dat er een schriftelijke bevestiging van deze overeenkomst naar [gedaagde] is gestuurd, inclusief een waarschuwing voor de mogelijkheid van ontbinding.
De kantonrechter heeft de geluidsopname beluisterd en vastgesteld dat deze slechts 2 minuten en 1 seconde duurt. De opname bevat voornamelijk de woorden van een medewerkster van [eiser], die herhaaldelijk vraagt of de informatie die zij verstrekt akkoord is, terwijl [gedaagde] slechts met drie woorden reageert. De kantonrechter concludeert dat, hoewel er mogelijk een impliciete instemming van [gedaagde] kan worden afgeleid, de onduidelijkheid over de verdere inhoud van het gesprek en het ontbreken van bewijs voor een schriftelijke bevestiging van de overeenkomst, maakt dat niet kan worden vastgesteld dat er daadwerkelijk een overeenkomst tot stand is gekomen.
Daarom heeft de kantonrechter het gevorderde afgewezen en [eiser] veroordeeld in de proceskosten, die voor [gedaagde] op nihil zijn vastgesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en de griffier op 1 april 2010.