6. De volgende regelgeving is hier onder meer van belang.
6.1 Ingevolge artikel 2, tweede lid, van het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (hierna: BCFV) verstrekt het CFV op hun aanvraag aan de toegelaten instellingen subsidie ter tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden welke in het belang van de volkshuisvesting door die toegelaten instellingen worden uitgevoerd in het kader van de aanpak van problemen en achterstanden in een wijk of wijken, genoemd in een bijlage bij dat besluit.
6.2 Artikel 71e, eerste en tweede lid, van de Woningwet (hierna: Wow) bepaalt dat de middelen van het CFV worden gevormd door, onder andere, de bijdrage die elke toegelaten instelling die op 1 januari van het kalenderjaar als zodanig bestaat aan het fonds verschuldigd is over dat kalenderjaar. Het CFV bepaalt de hoogte van de bijdrage volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te geven voorschriften. Het besluit tot bepaling van de bijdrage behoeft de instemming van de minister.
Volgens artikel 9, aanhef en onder c, van het BCFV bestaat de bijdrage bedoeld in artikel 71e, tweede lid, Wow onder meer uit een bedrag ten behoeve van het verstrekken van subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid.
Ingevolge artikel 70d, eerste lid, van de Wow staan de toegelaten instellingen onder toezicht van de minister, behoudens artikel 71a, eerste lid, aanhef en onderdeel b.
Ingevolge artikel 71a, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wow verricht het CFV taken in het kader van het toezicht op toegelaten instellingen, voor zover die taken bij algemene maatregel van bestuur zijn aangegeven, welke taken de financiële aspecten van de werkzaamheden van die instellingen betreffen en tot welke taken kan behoren het aan de minister verschaffen van inzicht in de financiële situatie van die instellingen gezamenlijk.
Op grond van artikel 70d, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wow worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur omtrent het toezicht nadere voorschriften gegeven. Daarbij kan worden bepaald dat in de bij die maatregel aangegeven gevallen de minister een aanwijzing kan geven om een of meer handelingen te verrichten of na te laten.
6.3.Artikel 105, eerste lid, Wow tot slot bepaalt dat de minister aan een toegelaten instelling die in strijd handelt met, onder meer en voor zover hier van belang, een maatregel als bedoeld in artikel 70d, tweede lid, tweede volzin, onderdeel a Wow een last onder dwangsom opleggen.
6.4. Ingevolge artikel 41, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit beheer sociale-huursector (hierna: Bbsh) kan de minister in het belang van de volkshuisvesting een toegelaten instelling een aanwijzing geven en kan deze in die aanwijzing worden verplicht zodanig te handelen dat een situatie die strijdig is met het belang van de volkshuisvesting wordt opgeheven.
Ingevolge het tweede lid van artikel 41 van het Bbsh dient de minister daarbij een termijn te geven binnen welke aan die aanwijzing moet worden voldaan en dient de aanwijzing op grond van het derde lid de gevolgen te omvatten die de minister verbindt aan het niet voldoen aan die aanwijzing. Het vierde lid bepaalt dat de minister bij een besluit om een aanwijzing te geven de situatie van de volkshuisvesting in de gemeenten waar de toegelaten instelling feitelijk werkzaam is betrekt.