ECLI:NL:RBALK:2010:BM1857
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.B. Littooy
- N.O.P. Roché
- G.D.M. Hoedemaker
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 21 april 2010 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure naar aanleiding van een strafzaak tegen betrokkene, die eerder op 30 maart 2010 failliet was verklaard door de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten ter hoogte van € 626.350,-, voortkomend uit oplichtingsfeiten die aan hem zijn ten laste gelegd. De benadeelde partijen, waaronder mevrouw [slachtoffer 1], mevrouw [slachtoffer 3] en de heer [slachtoffer 5], zijn in de strafzaak niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat zij hun vorderingen enkel bij de curator kunnen indienen ter verificatie. De rechtbank heeft in de strafzaak een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan betrokkene, gelijk aan het vastgestelde voordeel, waardoor de benadeelden schadeloos kunnen worden gesteld indien er verhaalsmogelijkheden zijn.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die aanvankelijk een hoger bedrag had gevorderd, herzien en het te ontnemen bedrag vastgesteld op nihil. Dit besluit is genomen in het licht van de faillissementsstatus van betrokkene en zijn financiële situatie, waarbij hij geen draagkracht heeft om het bedrag te voldoen. De rechtbank heeft de verweren van de raadsvrouw van betrokkene niet verder besproken, aangezien de omstandigheden voldoende aanleiding gaven om de betalingsverplichting op nihil te stellen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting.