ECLI:NL:RBALK:2009:BJ1048
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van mantelzorgcompliment ondanks niet-ondertekening door zorgvrager
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 18 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een mantelzorgcompliment aan eiseres, die zorg droeg voor haar moeder. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een mantelzorgcompliment over het jaar 2007, maar deze was afgewezen omdat haar moeder, de zorgvrager, de aanvraag niet had kunnen ondertekenen en haar niet als begunstigde had kunnen aanwijzen, aangezien zij inmiddels was overleden. De rechtbank oordeelde dat de strikte toepassing van de vereisten voor de aanvraag in dit geval leidde tot een onbillijkheid van overwegende aard. De rechtbank stelde vast dat eiseres aan alle andere voorwaarden voldeed en dat zij de enige mantelzorger van haar moeder was. De rechtbank besloot daarom zelf in de zaak te voorzien en kende eiseres het mantelzorgcompliment van € 250,00 toe, ondanks het feit dat de zorgvrager de aanvraag niet had kunnen ondertekenen.
De rechtbank overwoog dat de regels omtrent het mantelzorgcompliment, zoals vastgelegd in het Besluit, in dit geval niet op een redelijke manier konden worden toegepast. De rechtbank nam daarbij in overweging dat de wetgever met de regeling beoogde om de maatschappelijke waardering voor mantelzorgers te erkennen. De rechtbank vernietigde het eerdere besluit van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en herstelde de situatie door het mantelzorgcompliment toe te kennen. Dit besluit werd genomen in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de rechtbank de mogelijkheid had om in gevallen van onbillijkheid de regels buiten toepassing te laten.
De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke toepassing van regelgeving in situaties waarin strikte naleving leidt tot onbillijke uitkomsten. De rechtbank stelde dat de SVB niet had getoetst of er aanleiding was om de vereisten buiten toepassing te laten, wat leidde tot de vernietiging van het besluit. De uitspraak biedt een precedent voor vergelijkbare gevallen waarin mantelzorgers in een vergelijkbare situatie zich kunnen beroepen op de redelijkheid van de toepassing van de regels.