RECHTBANK ALKMAAR
Sector straf
Parketnummers : 14.810449-07; 14.705562-07 (ttz. gev.) (P)
Datum uitspraak : 24 februari 2009
TEGENSPRAAK
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
[VERDACHTE],
geboren te [woonplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in PI Breda, HvB De Boschpoort.
1. Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 februari 2009.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. J.H.S. Vogel, advocaat te Alkmaar, en door de verdachte naar voren is gebracht.
Op de terechtzitting heeft mr. G. van Dijk, raadsvrouw van de benadeelde partijen, de vorderingen toegelicht.
Aan de verdachte is in de zaak met parketnummer 14.810449-07, nadat een vordering tot aanpassing van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a Wetboek van Strafvordering is toegelaten, ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 25 oktober 2007, althans in de maand oktober 2007, in de gemeente Arnhem, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van [slachtoffer 1] (blote) vagina;
2
hij in of omstreeks de periode van 29 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007, althans in de maand oktober 2007, te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het laten vasthouden van zijn, verdachtes (blote) penis, door die [slachtoffer 2];
3
hij in of omstreeks de periode van 29 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007, althans in de maand oktober 2007, te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, in elk geval in Nederland, één of meermalen
- een aantal afbeeldingen of een afbeelding en/of
- (een) gegevensdrager(s), bevattende een aantal afbeeldingen of een afbeelding van seksuele gedragingen en bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum], was betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad,
hebbende verdachte navolgende afbeelding(en) van [slachtoffer 2] voornoemd vervaardigd
en/of in bezit gehad
- Fotonummer 2228,
[slachtoffer 2] is bloot en heeft haar benen gespreid. Aan haar voeten draagt zij sokjes. Het hoofd is niet zichtbaar, alleen haar vagina, benen en deel van het bovenlichaam zijn zichtbaar;
en/of
- Fotonummer 2229
[slachtoffer 2] is bloot. Zij houdt haar benen omhoog en gespreid. Onder haar linkerbovenbeen ligt een teddybeer. Van het hoofd is een stukje van de kin zichtbaar. Haar vagina is duidelijk zichtbaar evenals een stuk van haar rechterbeen en rechterhand en haar bovenlichaam;
en/of
- Fotonummer 2236
[slachtoffer 2] is bloot. [slachtoffer 2] zit met haar benen gespreid op een tegelvloer. Zichtbaar zijn haar vagina, bovenbenen, beide onderarmen en een stukje van haar bovenlichaam;
en/of
- Fotonummers 2243 en 2244
[slachtoffer 2] houdt met twee handen de penis vast van [verdachte]. Te zien is dat [slachtoffer 2] bloot is en dat [verdachte] een blauwe onderbroek draagt;
en/of
- Fotonummers 2246 en 2247 en 2248
[slachtoffer 2] houdt met haar linkerhand de penis vast van [verdachte]. Te zien is dat [slachtoffer 2] bloot is en dat [verdachte] een blauwe onderbroek draagt;
en/of
- Fotonummer 2255
[slachtoffer 2] ligt bloot met haar buik op bed. Op haar rug ligt een wit A4 papier met daarop geschreven 'voor [ouder van slachtoffer 1] en [slachtoffer 1]'.
4
hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007, althans in de maand oktober 2007, te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, in elk geval in Nederland,
- een afbeelding en/of
- (een) gegevensdrager(s), bevattende een afbeelding van seksuele gedragingen en bij welke vorenbedoelde afbeelding een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum], was betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad,
hebbende verdachte navolgende afbeelding van [slachtoffer 3] voornoemd vervaardigd en/of
in bezit gehad
- Fotonummer 2215,
Het piemeltje van een bloot jongetje is duidelijk gefotografeerd, dit jongetje betreft [slachtoffer 3].
5
hij in of omstreeks de periode van 30 oktober 2007 tot en met 31 oktober 2007, althans in de maand oktober 2007, te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, in elk geval in Nederland, (een of meer gegevensdrager(s) bevattende) een (groot) aantal (ongeveer 30.000) afbeelding(en) en/of een (groot) aantal (ongeveer 820) film(s) van seksuele gedragingen, in bezit heeft gehad, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) en/of film(s) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
hebbende verdachte (onder meer) navolgende afbeelding(en) en/of film(s) in bezit gehad:
A.
Filmfragment, als volgt omschreven (p.414)
Volwassen man zit naakt met een clownsmasker in een stoel. Naakt meisje met een geschatte leeftijd van rond de 8 jaar komt de kamer inlopen. Zij gaat voor de man staan en trekt hem met haar rechterhand af. Zij knielt vervolgens voor de man en neemt zijn penis in haar mond en bevredigt hem oraal. Tijdens deze handeling pakt de man haar hoofd met twee handen vast en beweegt haar hoofd op en neer. Vervolgens wordt ingezoomd op het hoofd van het meisje terwijl zij de man oraal bevredigt. Te zien is dat het meisje een groen/paarskleurig masker draagt. Vervolgens gaat het meisje op knieën en handen zitten op het bed. Te zien is dat de man een vibrator met een geschatte lengte van ongeveer 25 centimeter in de anus van het meisje duwt en vervolgens in de vagina duwt van het meisje. Bij deze handeling ligt het meisje op haar rug met de benen wijd. Te horen valt dat het meisje kennelijk pijn heeft. Te horen is dat het meisje kreunt. De vibrator heeft een geschatte diameter van ongeveer 4 centimeter. Als laatste wordt ingezoomd op de vagina van het meisje met daarin de vibrator;
en/of
B.
Filmfragment, als volgt omschreven (p.415)
Te zien is dat een volwassen man met zijn penis een zeer jong meisje penetreert in haar anus. Hierbij zegt hij: "Good girl. Good baby". Alleen de penis van de man en de vagina van het meisje is te zien. Te horen is dat het meisje hard huilt en kennelijk pijn heeft. Op het eind van het filmpje haalt de man zijn penis uit haar anus en wrijft zijn penis tegen de vagina van dit meisje. De man krijgt een zaadlozing waarbij zijn sperma terecht komt op het been van dit meisje. De leeftijd van het meisje wordt geschat op rond de 1 jaar;
en/of
C.
Filmfragment, als volgt opschreven (p.415)
Te zien is dat een naakt meisje met een geschatte leeftijd tussen de 7 en 10 jaar oud naakt op haar rug op bed ligt. Dit meisje heeft een soort blinddoek voor en om haar polsen heeft zij geel touw. Dit meisje wordt aan haar vagina gelikt door een hond. Als de hond stopt met likken verschijnt er een hand in beeld die wijst op de vagina van dit meisje. De hond begint dan het meisje weer te likken aan haar vagina. Even later is te zien dat het meisje met haar benen met geel touw ligt vastgebonden aan bed. Terwijl de hond haar likt moet zij een volwassen man oraal bevredigen;
en/of
D.
afbeelding, als volgt omschreven (p.637)
Close-up foto van de vagina van een baby in de leeftijd van 3-9 maanden. Tegen de vagina wordt een stijve penis gehouden. Om het beentje van de baby zit een lichtblauw glanzend broekje;
en/of
E.
afbeelding, als volgt omschreven (p. 674)
close-up van een meisje in de leeftijd van 1-3 jaar oud. De benen van het meisje zijn gespreid. Bij haar vagina wordt een stijve penis gehouden. Op de vagina van het meisje zit een op sperma gelijkende vloeistof.
en/of
F.
afbeelding, als volgt omschreven (p. 675)
close-up foto van een stijve penis welke gedeeltelijk in de vagina van een baby meisje in de leeftijd 3-9 maanden zit. Onder het meisje ligt een zeil met stripfiguren erop.
Aan de verdachte is in de zaak met parketnummer 14.705562-07, nadat een wijziging van de tenlastelegging ex artikel 313 Wetboek van Strafvordering is toegelaten, ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 27 oktober 2006 te Assen, in elk geval in Nederland,
-een aantal afbeeldingen of een afbeelding en/of
-een gegevensdrager, bevattende een aantal afbeeldingen of een afbeelding van seksuele gedragingen en bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) personen/een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, waren/was betrokken of schijnbaar waren/was betrokken, in bezit heeft gehad,
hebbende verdachte navolgende afbeelding(en) in bezit gehad
A.
video-/filmbeelden, als volgt beschreven:
Een meisje van ca. 8 jaar oud ligt op haar buik op een bed en de vagina en anus worden in beeld gebracht. De benen van het meisje worden iets gespreid waarna wederom de vagina en de anus in beeld worden gebracht;
en/of
B.
video-filmbeelden, als volgt beschreven:
Een meisje van ca. 6 jaar oud ligt op een bed. Het naakte onderlichaam van het meisje is te zien, de beentjes gespreid. Het kind spreidt met haar vingers haar schaamlipjes zodat haar vagina opening wordt getoond, in close up. Vervolgens wordt duidelijk, in close up, in beeld gebracht dat het meisje op een toiletpot plast;
en/of
C.
video-/filmbeelden, als volgt beschreven:
Een meisje van ca. 8 jaar oud zit/staat voor de ontblote penis van een volwassen man. Het meisje neemt de penis van de man in de mond;
en/of
D.
video-/filmbeelden, als volgt beschreven:
Een meisje van ca. 13 jaar oud ontkleedt zich geheel. Zij trekt de broek van een volwassen man uit. Er wordt ingezoemd op de vagina van het meisje. Het meisje trekt de man af, hetgeen nadrukkelijk in beeld wordt gebracht;
en/of
E.
video-/filmbeelden als volgt beschreven:
Een meisje van ca. 10 jaar oud, geheel naakt, wordt gefimd terwijl ze met haar hand bij haar vagina zit. Een ander meisje toont door het optillen van haar rok haar vagina voor de camera;
2
hij op of omstreeks 28 juni 2006 in de gemeente Assen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, bestaande hierin, dat verdachte toen aldaar, zich bevindende op enige/korte afstand van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], moeder van die [slachtoffer 4], opzettelijk dreigend tegen deze(n) heeft gezegd:"jij gaat dood" en/of "je kunt een kist bestellen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Naar het oordeel van de rechtbank is -in afwijking van het standpunt van de officier van justitie- niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met parketnummer 14.810449.07 onder 1 is ten laste gelegd. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. De verdachte heeft verklaard dat hij op de bewuste avond in de woning van [ouder van slachtoffer 1] in Arnhem is geweest. Daar heeft hij [ouder slachtoffer 1] en diens dochtertje [slachtoffer 1] ontmoet. [ouder van slachtoffer 1] heeft verschillende keren tegenover de politie verklaard te hebben gezien dat de verdachte [slachtoffer 1] in haar kruis heeft gegrepen, dan wel [slachtoffer 1] vagina heeft betast. [slachtoffer 1] heeft daar tijdens het studioverhoor niet over verklaard. De verdachte ontkent de hem ten laste gelegde ontuchtige handelingen te hebben gepleegd. Voorts valt naar het oordeel van de rechtbank niet uit te sluiten dat [ouder slachtoffer 1] mogelijk wraak heeft willen nemen op de verdachte, nu de verklaring van de verdachte de aanleiding is geweest voor [ouder van slachtoffer 1] aanhouding door de politie. Nu [ouder van slachtoffer 1] verklaringen de enige informatiebron vormen voor het seksueel misbruik van [slachtoffer 1], terwijl over die verklaringen gerede twijfel mogelijk is, dient de verdachte te worden vrijgesproken van dit feit.
In de zaak met parketnummer 14.810449-07
A. standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de feiten 2 tot en met 5.
B. standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het bewijs van de feiten 2 en 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman heeft de volgende verweren gevoerd, kort samengevat:
- Bij de aanhouding van de verdachte op 30 oktober 2007 was er geen redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. Dit moet leiden tot bewijsuitsluiting.
- Ten aanzien van feit 4 stelt de verdachte dat hij meer dan één opname heeft gemaakt van [slachtoffer 3]. [slachtoffer 3] maakte op het moment van de opname een koprol. De verdachte heeft met het maken van de foto geen kinderporno willen maken.
- Omtrent feit 5 wordt gesteld dat de usb-sticks op 30 oktober 2007 enige tijd niet onder controle van de politie zijn geweest. De externe harde schijf is door de politie pas op 13 november 2007 in verdachtes auto gevonden, zodat de mogelijkheid niet kan worden uitgesloten dat anderen aan deze harde schijf hebben gezeten.
C. beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank bespreekt eerst het verweer van bewijsuitsluiting. Daarbij gaat zij uit van de volgende feiten en omstandigheden .
De [getuige 1] verklaart op 30 oktober 2007 (p. 249) dat hij mede-eigenaar is van recreatiepark [naam] in [plaatsnaam]. Daar verhuurt hij ook bungalows. Een van de bungalows, nummer [huisnummer], is sinds juni/juli 2007 verhuurd aan iemand die werkzaam is voor ECN te [plaatsnaam]. De rekening voor de huur wordt gezonden aan [B.V. van verdachte] te [vestigingsplaats]. Er ontstaat huurachterstand. Een medewerker belt een aantal malen met het gsm-nummer dat de man had opgegeven. De man komt dan zelf aan de lijn, en zegt dat hij de huur zal komen betalen. Inmiddels is de huurachterstand opgelopen tot € 1.600. Omdat de man alleen de naam van het bedrijf [B.V. van verdachte] heeft opgegeven, wordt op 29 oktober 2007 besloten om op het internet te zoeken naar het bedrijf. Via allerlei links komt men terecht op een website waarop wordt gewaarschuwd voor pedofielen. Op die site staat de naam [verdachte] en een foto van hem. De medewerkers herkennen hem allemaal als de huurder van bungalow [huisnummer]. [getuige 1] besluit om naar de bungalow te gaan met als doel de naam van de man te vinden. Hij klopt op de deur, maar er wordt niet opengedaan. Hij heeft sleutels van alle bungalows. De man heeft wel eens gezegd dat, als er post zou zijn, zij die maar op zijn aanrecht moesten leggen. [getuige 1] gaat de bungalow binnen. Binnen ziet hij een medicijnpotje en een rekening, beide met de naam [verdachte]. Verder ziet hij er een computer, een laptop, twee digitale fotocamera's en een paar honderd beschrijfbare cd's en dvd's. [getuige 1] herinnert zich dat de hele afgelopen zomer twee jongetjes van ongeveer 8 à 9 jaar bij de man zijn geweest. In de zomer zijn er ook eens twee meisjes gebracht van ongeveer 3 à 4 jaar. [getuige 1] vermoedt dat in bungalow [huisnummer] kinderporno wordt gemaakt. Hij belt met de politie en vertelt het verhaal aan een zedenrechercheur.
De zedenrechereur (p. 7) neemt naar aanleiding van deze melding contact op met de officier van justitie in Alkmaar. Tevens blijkt dat met '[verdachte]' vermoedelijk wordt bedoeld [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. Uit informatie in de politiesystemen blijkt dat deze [verdachte] diverse malen met politie en justitie in aanraking is gekomen terzake van zedenmisdrijven, waaronder kinderporno. In overleg met de officier van justitie wordt besloten om van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] een verklaring op te nemen. De officier van justitie verzoekt om getuige [getuige 1] een politiefoto van [verdachte] te tonen, teneinde zekerheid te krijgen over [verdachte]’s identiteit. Dit gebeurt, en [getuige 1] herkent de man van de foto als degene die in de bungalow verblijft. De officier van justitie geeft het bevel om de [verdachte] buiten heterdaad aan te houden terzake van vermoedelijke overtreding van artikel 240b, leden 1 en 2 Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie geeft op 30 oktober 2007 mondeling toestemming om [verdachte] stelselmatig te observeren. Zij ondertekent (p. 105) het bevel op 2 november 2007, ter bevestiging van de mondelinge vordering.
De getuige [getuige 1] verklaart (p. 251) dat hij op 30 oktober 2007 [verdachte] aan ziet komen rijden in diens auto. Hij ziet achter in de auto een meisje zitten van ongeveer 3 à 4 jaar.
Op 31 oktober 2007 zijn (p. 107) de verbalisanten op de camping om de verdachte aan te houden. Om 1.14 uur zien ze hem aan komen rijden en de auto parkeren. Ze houden de verdachte aan.
De rechtbank is van oordeel dat bovengenoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang beschouwd, er toe konden leiden dat bij politie en justitie een redelijk vermoeden is ontstaan dat de verdachte zich had schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Het verweer wordt mitsdien verworpen.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan. Deze bewezenverklaring is gebaseerd op de volgende bewijsmiddelen.
De door de verdachte op 1 november 2007 omstreeks 14.15 uur afgelegde verklaringen:
"[slachtoffer 2] is maandagavond gekomen (de rechtbank begrijpt hieruit dat [slachtoffer 2] op 29 oktober 2007 bij de verdachte is gekomen op camping [naam] in [plaatsnaam]). Dinsdag (de rechtbank begrijpt: 30 oktober 2007) is ze teruggebracht." (p. 46)
"[slachtoffer 2] pakte mijn piep. Met piep bedoel ik: mijn piemel." (p. 48)
"Die foto waarop die volwassen man met zijn blote piemel te zien is, dat was ik. Dat was die keer dat ze aan mijn piep zat." (p. 50)
"Ik heb die foto's van [slachtoffer 2] afgelopen maandag (de rechtbank begrijpt: 29 oktober 2007) gemaakt." (p. 51)
De verklaring van de verbalisant:
"Tijdens het afleggen van zijn verklaring op 1 november 2007 omstreeks 14.15 uur is de [verdachte] geconfronteerd met de fotonummers 2244 en 2248. Hierbij verklaarde hij onder andere dat 'het [slachtoffer 2] betrof die zijn piep pakte'. Tevens verklaarde hij dat hij afgelopen maandag (29 oktober 2007) die foto’s van [slachtoffer 2] had gemaakt." (p. 309)
De verklaring van de verdachte:
"U toont me twee foto's. De eerste, dat is [slachtoffer 2] met mij. De tweede foto, dat is dezelfde, dat is [slachtoffer 2] ook met mij in het huisje op [naam]." (p. 53)
"[slachtoffer 2] pakte me bij mijn piem. Ik bedoel hiermee: mijn piemel. Ik had mijn fotocamera in mijn hand en maakte direct een foto. Ik maakte gebruik van een Canon digitale camera." (p. 63)
De vragen van de verbalisant en de antwoorden van de verdachte op 14 november 2007:
"V: We hebben het vorige keer over de foto's gehad die u van [slachtoffer 2] heeft gemaakt. U vertelde dat u een foto van haar wilde maken toen zij ineens haar beentjes wijd deed. Kunt u ons vertellen waarom zij daar niet helemaal op staat, maar dat in feite alleen haar onderlichaam zichtbaar is op de foto?
A: Dat weet ik niet. Normaal gesproken staat dat erop. Ja, dat had ik niet moeten doen.
V: We hebben dertien soortgelijke foto's van haar aangetroffen die binnen een tijdsbestek van ongeveer een half uur zijn gemaakt. Wat zegt u daarop?
A: Niks, niks, ik zou het niet weten.
V: En dat zijn allemaal soortgelijke foto's: geen hoofd erop, allemaal gefixeerd op het onderlijf.
A: Daar heb ik geen verklaring voor.
V: De tijdstippen waarop die foto's zijn gemaakt, waren van 21.50 uur tot 22.19 uur. In een half uur tijd dertien van dit soort foto's. U kunt niet meer spreken van "plotseling haar beentjes wijd"?
A: Ik wil daar niks over verklaren.
V: Over de foto waarbij [slachtoffer 2] aan uw piemel zit, zei u de vorige keer dat ze dat onverwacht deed en dat u toevallig uw fotocamera in uw handen had. Als het heel onverwacht gebeurde, zoals u zei, hoe kan het dat er van dat moment vijf foto's zijn gemaakt?
A: Vijf foto's? Daar zijn geen vijf foto's van gemaakt. Dat kan haast niet.
V: Het was om 22.42 uur dat deze foto's werden gemaakt.
A: Volgens mij lag ze toen al op bed.
V: Nu zegt u dat ze al in bed lag. Hoe zat het nou?
A: Ze had al op bed moeten liggen." (p. 71-72)
De verklaring van de verbalisant:
"Op 30 oktober 2007 is in recreatiewoning [huisnummer] op camping [naam] een Canon digitale camera in beslag genomen. De foto's zijn zichtbaar gemaakt door rechercheurs van de digitale recherche. Op deze foto's zijn afbeeldingen van [slachtoffer 2] te zien. Hieronder wordt beschreven wat op de foto staat afgebeeld, met daarbij het fotonummer en de datum en tijd zoals de camera op het moment van het maken van deze foto's stond ingesteld.
Fotonummers 2243-2244, 29 oktober 2007, 23.42 uur (de rechtbank maakt op uit de volgorde van de fotonummers dat dit een kennelijke verschrijving is, en moet zijn: 22.42 uur: [slachtoffer 2] houdt met twee handen de penis vast van [verdachte]. Te zien is dat [slachtoffer 2] bloot is en de [verdachte] een blauwe onderbroek draagt."
Fotonummers 2246-2247-2248, 29 oktober 2007, 22.43 uur: [slachtoffer 2] houdt met haar linkerhand de penis vast van [verdachte]. Te zien is dat [slachtoffer 2] bloot is en de [verdachte] een blauwe onderbroek draagt." (p. 307-309)
De geboortakte van [slachtoffer 2], waarin is vermeld dat zij is geboren op [geboortedatum]. (p. 314)
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan. Deze bewezenverklaring is gebaseerd op de onder feit 2 genoemde en op de hiernavolgende bewijsmiddelen.
De verklaring van de verdachte op 1 november 2007 omstreeks 14.15 uur:
"De foto's van [slachtoffer 2] zijn kinderporno. Ze zat op de grond in haar blootje. Toen ik een foto van haar wilde maken, deed ze net haar beentjes wijd. Net op het moment dat ik afdrukte." (p. 48)
De verklaring van de verdachte van 1 november 2007:
De verbalisant toont de verdachte een foto van het ontblote onderlichaam van een kind, waarop een brief ligt met de tekst: 'Voor [ouder van slachtoffer 1] en [slachtoffer 1]'. De verbalisant wijst het ontblote onderlichaam aan en vraagt: "Wie is dit?" De verdachte: "Dat zijn de billen van [slachtoffer 2]. Ik heb deze foto gemaakt." (p. 56-57)
De verklaring van de verdachte van 5 november 2007:
"De foto die u mij toont, heb ik op 30 oktober 2007 gemaakt. [slachtoffer 2] was toen bij mij op bezoek. Ik schreef een briefje met daarop de tekst 'Voor [ouder van slachtoffer 1] en [slachtoffer 1]'." (p. 62)
De verklaring van de verbalisant:
"Op 30 oktober 2007 is in recreatiewoning [huisnummer] op camping [naam] een Canon digitale camera in beslag genomen. De foto's zijn zichtbaar gemaakt door rechercheurs van de digitale recherche. Op deze foto's zijn afbeeldingen van [slachtoffer 2] te zien. Hieronder wordt beschreven wat op de foto staat afgebeeld, met daarbij het fotonummer en de datum en tijd zoals de camera op het moment van het maken van deze foto's stond ingesteld.
Fotonummer 2228, 29 oktober 2007, 21.50 uur: [slachtoffer 2] is bloot en heeft haar benen gespreid. Aan haar voeten draagt zij sokjes. Het hoofd is niet zichtbaar, alleen haar vagina, benen en deel van het bovenlichaam zijn zichtbaar.
Fotonummer 2229, 29 oktober 2007, 21.50 uur: [slachtoffer 2] is bloot. Zij houdt haar benen omhoog en gespreid. Onder haar linker bovenbeen ligt een teddybeer. Van het hoofd is een stukje van de kin zichtbaar. Haar vagina is duidelijk zichtbaar evenals een stuk van haar rechter been en rechter hand en haar bovenlichaam.
Fotonummer 2236, 29 oktober 2007, 22.00 uur: [slachtoffer 2] is bloot. [slachtoffer 2] zit met haar benen gespreid op een tegelvloer. Zichtbaar zijn haar vagina, bovenbenen, beide onderarmen en een stukje van haar bovenlichaam.
Fotonummer 2255, 30 oktober 2007, 1.15 uur: [slachtoffer 2] ligt bloot met haar buik op bed. Op haar rug ligt een wit A4-papier met daarop geschreven 'voor [ouder van slachtoffer 1] en [slachtoffer 1]'. (p. 307-309)
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan. Deze bewezenverklaring is gebaseerd op de volgende bewijsmiddelen.
De verklaring van de verdachte op 14 november 2007:
"V: We hebben hier een foto die op de kaart van uw camera is aangetroffen, gedateerd 27 oktober om 22.15 uur. Wie is dit?
A: Dat is [slachtoffer 3]." (p. 72)
De verklaring van de verbalisant:
"Op 30 oktober 2007 is in recreatiewoning [huisnummer] op camping [naam] een Canon digitale camera in beslag genomen. De foto's zijn zichtbaar gemaakt door rechercheurs van de digitale recherche. Op een van deze foto's is een afbeelding van [slachtoffer 3] te zien. Hieronder wordt beschreven wat op de foto staat afgebeeld, met daarbij het fotonummer en de datum en tijd zoals de camera op het moment van het maken van deze foto's stond ingesteld.
Fotonummer 2215, 27 oktober 2007, 22:15 uur: op deze foto is een piemeltje van een jongetje duidelijk gefotografeerd.
Tijdens het afleggen van zijn verklaring op 14 november 2007 is de verdachte gehoord over bovenstaande foto. Met betrekking tot fotonummer 2215 verklaarde de verdachte dat dit jongetje [slachtoffer 3] betrof." (p. 307, 309)
De geboortakte van [slachtoffer 3], waarin is vermeld dat hij is geboren op [geboortedatum].
Ten aanzien van het door verdachte opgeworpen verweer overweegt de rechtbank als volgt.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij toen [slachtoffer 3] in zijn blootje een handstand deed foto's van [slachtoffer 3] heeft gemaakt (p.71). Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij op dat moment meerdere foto’s heeft gemaakt en dat het zou kunnen dat op één van die foto's een een blote [slachtoffer 3] stond zonder dat zijn hoofd er op stond. Hij verklaart dat de officier van justitie die ene foto er uit heeft gepikt, dat op die foto het hoofd van [slachtoffer 3] niet is afgebeeld omdat [slachtoffer 3] op het moment van het maken van de foto net een koprol maakte, en dat hij met het maken van de foto geen kinderporno heeft willen maken.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting verklaard dat zij de desbetreffende verbalisant heeft gevraagd naar de foto's waarop [slachtoffer 3] is afgebeeld. De verbalisant heeft geantwoord dat er meerdere foto's van [slachtoffer 3] op de camera van de verdachte stonden. Op een aantal foto's had [slachtoffer 3] zijn kleren aan, op een aantal had hij een broekje aan, en op één foto was [slachtoffer 3] bloot.
Aldus is niet aannemelijk geworden dat verdachte meerdere foto’s van [slachtoffer 3] heeft gemaakt toen hij in zijn blootje een handstand of een koprol deed en dat de foto waarop het piemeltje van [slachtoffer 3] is te zien een toevalstreffer was. Op basis hiervan en mede gezien in het licht van de bewijsmiddelen die gebezigd zijn voor de bewezenverklaring van de feiten 2 en 3 en nu het hier gaat om een gelijksoortige handeling door de verdachte in hetzelfde tijdsverloop gepleegd, verwerpt de rechtbank het verweer.
Ten aanzien van feit 5
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan. Deze bewezenverklaring is gebaseerd op de volgende bewijsmiddelen.
De verklaring van getuige [getuige 1] op 30 oktober 2007:
"Ik ben mede-eigenaar van recreatiepark [naam] in [plaatsnaam]."
De verklaring van getuige [getuige 1] voornoemd op 31 oktober 2007:
"Afgelopen nacht bleek dat de man door de politie was aangehouden, en dat de politie was weggegaan met de man. De auto van de man, een zilvergrijze, volgens mij een Astra station, was blijven staan. De auto was los en ik heb uit de auto twee usb-sticks gepakt. Ik ben naar huis gegaan, heb mijn computer opgestart, en heb een usb-stick in de computer gedaan. Ik zag toen allerlei foto's met kinderporno. Ik heb geprobeerd de andere usb te bekijken, maar op dat moment kwam de politie met de berging om de auto op te halen. Ik ben weggegaan naar huis. Daar heb ik de usb-sticks gepakt en heb deze achter in de Astra teruggelegd." (p. 257-258)
De verklaring van de verdachte van 1 november 2007:
"Op die usb-sticks staan alleen foto's die ik van internet heb gehaald. Heeft u op die usb-stick dat fimpje gezien? Dat is een filmpje van een webcam. Dat komt uit Amerika." (p. 50)
"Die foto's die op de usb-sticks staan, heb ik gedownload van internet." (p. 52)
De verklaring van de verbalisant:
"Op 31 oktober 2007 om 1.15 uur heb ik [verdachte] als verdachte aangehouden. Op het moment van aanhouding stond [verdachte] bij zijn personenauto, een grijze Opel Vectra, kenteken [kenteken]. De auto is na de aanhouding door mij in beslag genomen en door een autobergingsbedrijf overgebracht naar het politiebureau en daar binnen in de garage geplaatst." (p. 459)
De verklaring van de verbalisanten van 19 november 2007:
Op 13 november 2007 hebben wij de in beslag genomen personenauto, merk Opel Vectra, kenteken [kenteken] onderzocht op de aanwezigheid van voor inbeslagname vatbare voorwerpen. Wij troffen het volgende voorwerp aan: een externe harde schijf van het merk Medion. De verpakking van deze harde schijf was aangetroffen tijdens de eerste doorzoeking van de recreatiewoning op dinsdag 30 oktober 2007." (p. 460)
De verklaring van de verbalisant:
"Op 30 oktober 2007 werd mij verzocht bij een zoeking ondersteuning te geven, in verband met het vermoedelijk aantreffen van digitale sporen(dragers). De zoeking was in bungalow [huisnummer] op recreatiepark [naam] te [plaatsnaam].
Op 30 oktober werden de relevante in beslag genomen goederen afgegeven, met het verzoek de gegevens op de in deze apparaten aanwezige gegevensdragers veilig te stellen en een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van kinderporno. Het betrof de volgende gegevensdragers:
usb-stick Platinum 2 Gb (ibn nr. 900-01)
usb-stick Kingston 1 Gb (ibn nr. 900-02)
externe HDD Medion (ibn nr. 900-04) (de rechtbank merkt op dat uit het laatste hiervóór opgenomen bewijsmiddel blijkt dat deze externe harde schijf op 13 november 2007 in beslag is genomen).
De op deze gegevensdragers opgeslagen gegevens werden vervolgens gekopieerd met het forensisch kopieer- en onderzoeksprogramma EnCase. Hierbij waren de gegevensdragers zodanig aangesloten op de onderzoekscomputer, dat schrijven en wijzigen van gegevens op de te kopiëren schijf niet mogelijk was.
Van de volgende gegevensdragers werden de gegevens gekopieerd:
volgnr. ibn nr. Omschrijving: Gegevensdrager:
12 900-01 usb-stick Platinum 2 Gb 2 Gb usb-gegevensdrager
13 900-02 usb-stick Kingston 1 Gb 1 Gb usb-gegevensdrager
26 900-04 Externe HDD Medion 320 GB Seagate HDD" (p. 375-377)
De verklaring van de verbalisant:
"Ik liet EnCase de hashwaarden berekenen op de onderzochte gegevensdagers. Daarna konden deze worden vergeleken met de hashwaarden in de hashwaarden-database van in Nederland als kinderpornografie aangemerkte bestanden (d.d. 3-04-2007). Dit leverde een aantal 'hits' op. Deze bestanden stonden op de volgende locaties:
17 hits: volgnummer 12: 2 Gb Platinum usb-stick
22 hits: volgnummer 13: 1 Gb Kingston usb-stick;
2197 hits: volgnummer 26: 320 Gb HDD Medion HDD2GO
Ik heb de te onderzoeken gegevens (afbeeldingen en multimediabestanden) vanaf de 320 Gb HDD externe schijf (volgnr. 26) geëxporteerd naar een externe harde schijf. Van dit onderzoek zal door de zedenrechercheur(s) een proces verbaal van bevindingen worden opgemaakt.
Ik heb ik de te onderzoeken gegevens (afbeeldingen en multimediabestanden) vanaf de overige harde schijven en opslagmedia van de verdachte (volgnrs. 12 en 13) geëxporteerd naar een externe harde schijf. (p. 393)
De verklaring van de verbalisant:
Door het rechercheteam werd mij het volgende onderzoek verzocht: "Onderzoek de computer van de getuige en het gebruik van de usb-sticks van de verdachte door de getuige. Geef vervolgens eventuele overeenkomsten aan tussen de data uit de computer en de data, afkomstig van de usb-sticks."
Gebruikte feiten en omstandigheden: de getuige [getuige 1] heeft 2 usb-sticks uit de auto van de [verdachte] gepakt. Dit was op 31 oktober 2007 kort na 1.15 uur. De getuige heeft in de loop van 31 oktober 2007 de door hem gebruikte computer afgegeven aan de politie voor onderzoek.
Conclusie: Gezien de door mij gebruikte onderzoeksmethode en de resultaten hieruit kan ik stellen dat beide usb-sticks daadwerkelijk (fysiek) in de computer van de getuige hebben gezeten. Uit de data, afkomstig van de computer van de getuige, is te herleiden dat een gebruiker van deze computer een bestand op een van de usb-sticks heeft geopend. Met zekerheid kan worden gesteld dat deze bestanden op de usb-sticks van de verdachte identiek zijn aan bestanden aangetroffen op de laptop/desktop die in de woning van de verdachte in beslag zijn genomen vóórdat de verdachte was aangehouden en de getuige de usb-sticks uit de auto heeft gehaald. Gezien het bovenstaande is niet aannemelijk dat de aangetroffen kinderporno op de usb-stick van de verdachte, gedurende de tijd dat de getuige de beschikking had over deze usb-sticks, door de getuige of iemand anders op de usb-stick(s) is gezet." (p. 402)
De verklaring van de verbalisant:
"Bij een onderzoek in de auto van de verdachte [verdachte] werd in de kofferbak een externe harde schijf aangetroffen. Deze schijf werd in beslag genomen onder nummer 900-04. De gegevens die op deze harde schijf staan, werden door een rechercheur van de digitale recherche op een andere externe schijf gezet. Alle bestanden staan op dezelfde manier op deze harde schijf als op de in beslag genomen harde schijf. In totaal staan 30.800 bestanden op de schijf.
Door ons werden de bestanden zoveel mogelijk bekeken. Wij schatten dat tussen 70 en 90% van deze bestanden foto's en filmfragmenten betroffen die voldeden aan de criteria van 240b Wetboek van Strafrecht.
Van de 30.800 bestanden werd een voorlopige selectie gemaakt. Hieronder volgt een omschrijving van deze bestanden.
(filmfragment, op de tenlastelegging aangeduid met de letter A)
Volwassen man zit naakt met een clownsmasker in een stoel. Naakt meisje met een geschatte leeftijd van rond de 8 jaar komt de kamer in lopen. Zij gaat voor de man staan en trekt hem af met haar rechterhand. Zij knielt vervolgens voor de man, neemt zijn penis in haar mond en bevredigt hem oraal. Tijdens deze handeling pakt de man haar hoofd vast met twee handen en beweegt haar hoofd op en neer. Vervolgens wordt ingezoomd op het hoofd van het meisje terwijl zij de man oraal bevredigt. Te zien is dat het meisje een groen/paarskleurig masker draagt. Vervolgens gaat het meisje op knieën en handen op het bed zitten. Te zien is dat de man een vibrator, met een geschatte lengte van 25 centimeter, in de anus van het meisje duwt en vervolgens in de vagina van het meisje duwt. Bij deze handeling ligt het meisje op haar rug met de benen wijd. Te horen valt dat het meisje kennelijk pijn heeft. Te horen is dat het meisje kreunt. De vibrator heeft een geschatte diameter van 4 centimeter. Als laatste wordt ingezoomd op de vagina van het meisje met daarin de vibrator.
(filmfragment, op de tenlastelegging aangeduid met de letter B)
Te zien is dat een volwassen man met zijn penis een zeer jong meisje in haar anus penetreert. Hierbij zegt hij: "Good girl. Good baby". Alleen de penis van de man en de vagina van het meisje zijn te zien. Te horen is dat het meisje hard huilt en kennelijk pijn heeft. Op het eind van het filmpje haalt de man zijn penis uit haar anus en wrijft zijn penis tegen de vagina van dit meisje. De man krijgt een zaadlozing, waarbij zijn sperma op het been van dit meisje terechtkomt. De leeftijd van het meisje wordt geschat op rond 1 jaar.
(filmfragment, op de tenlastelegging aangeduid met de letter C)
Te zien is dat een meisje, met een geschatte leeftijd tussen 7 en 10 jaar, naakt op haar rug op bed ligt. Dit meisje heeft een soort blinddoek voor, en om haar polsen heeft zij geel touw. Dit meisje wordt aan haar vagina gelikt door een hond. Als de hond stopt met likken, verschijnt een hand in beeld die wijst op de vagina van dit meisje. De hond begint dan het meisje weer te likken aan haar vagina. Even later is te zien dat het meisje met haar benen met geel touw vastgebonden ligt aan bed. Terwijl de hond haar likt, moet zij een volwassen man oraal bevredigen.
Op de in beslag genomen externe harde schijf staan ook bestanden die verwijzen naar de verdachte [verdachte]. In verschillende mappen staat diverse malen de [verdachte] afgebeeld op een foto." (p. 413-417)
De verklaring van de verbalisante:
"Het team bestrijding kinderpornografie ontving een harde schijf die deel uitmaakt van een strafrechtelijk onderzoek waarin [verdachte] als verdachte naar voren kwam. Het team kreeg het verzoek de op deze schijf voorkomende bestanden te analyseren.
Analyse: ongeveer 29.850 kinderpornografische afbeeldingen en ongeveer 820 kinderpornografische films.
Beschrijving:
(afbeelding, op de tenlastelegging aangeduid met de letter D)
Close up-foto van de vagina van een baby in de leeftijd van 3-9 maanden. Tegen de vagina wordt een stijve penis gehouden. Om het beentje van de baby zit een lichtblauw glanzend broekje.
(afbeelding, op de tenlastelegging aangeduid met de letter E)
Close up van een meisje in de leeftijd van 1-3 jaar oud. De benen van het meisje zijn gespreid. Bij haar vagina wordt een stijve penis gehouden. Op de vagina van het meisje zit een op sperma gelijkende vloeistof.
(afbeelding, op de tenlastelegging aangeduid met de letter F)
close up-foto van een stijve penis, die gedeeltelijk in de vagina van een baby-meisje in de leeftijd 3-9 maanden zit. Onder het meisje ligt een zeil met stripfiguren erop." (p. 672-675)
In de zaak met parketnummer 14.705562-07
A. standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van beide feiten.
B. standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de feiten op deze tenlastelegging onbesproken gelaten.
C. beoordeling van de tenlastelegging
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
De politie Drenthe werd (p. 6) op 27 oktober 2006 gebeld door een vrouw. Ze zei dat ze de afgelopen week met een aantal alleenstaande ouders en kinderen verbleef in België. Onder hen was de heer [verdachte] uit [woonplaats]. [verdachte] had een laptop bij zich. De avond vóór het telefoontje deed een van de vrouwen iets verkeerd met die laptop en er verscheen kinderporno op het scherm. De Belgische politie werd ingeseind en [verdachte] werd aangehouden. Tot verbazing van de ouders stond hij die ochtend van de 27e oktober weer op de stoep. Hij pakte zijn spullen en vertrok in zijn auto richting Nederland.
De verbalisant keek (p. 1) in het HKS-systeem en zag dat [verdachte] antecedenten had wegens ontucht en kinderporno. Op de middag van 27 oktober 2006 stonden (p. 8) de politie en de officier van justitie voor [verdachte]s huis in [woonplaats], maar hij was niet thuis. Op een gegeven moment gaf een buurtbewoonster haar gsm aan de politie en zei dat ze [verdachte] aan de telefoon had. De politie vroeg [verdachte] of hij in de buurt was omdat ze, om voor hem te begrijpen redenen, in zijn woning wilden kijken. [verdachte] zei dat hij wel wist waar het om ging en gaf de politie en de officier van justitie toestemming om daar naar te zoeken in de woning. In de woning werden computers en gegevensdragers in beslag genomen (p. 9). Het onderzoek van deze goederen duurde vrij lang, onder andere wegens de grote hoeveelheid te bekijken digitale bestanden. Op een in beslag genomen cd/dvd werden vijf filmbestanden met kinderporno aangetroffen (p. 2). De inhoud van deze films werd beschreven (p. 26). Deze beschrijvingen staan op de tenlastelegging.
Op 20 juni 2007 gaf de officier van justitie toestemming om [verdachte] buiten heterdaad aan te houden. Hij werd uitgenodigd om op het politiebureau te komen voor verhoor. Hij meldde zich op 5 juli 2007 op het politiebureau, werd verhoord en vrijgelaten.
De verdachte verklaarde bij de politie (p. 38) dat hij sinds 2001 in therapie was. In 2003 had hij, zoals hij dat noemde "een terugval" gehad door van een ander lid van de therapiegroep een cd/dvd in ontvangst te nemen en die eventjes te bekijken.
Ten aanzien van feit 2
Op 30 juni 2006 deed mevrouw [slachtoffer 4] aangifte (p. 5) van bedreiging met de dood door haar ex-man [verdachte]. Ze vertelde dat ze twee dagen daarvoor in de rechtbank in Assen was geweest in verband met een rechtszaak over uithuisplaatsing van haar kinderen. [verdachte] was daar ook bij. Toen ze de rechtszaal verlieten, zei [verdachte] tegen haar: "Jij gaat dood!!!" Ze werd daar heel erg bang van. Haar moeder, die ook aanwezig was in het gerechtsgebouw, vertelde haar dochter dat [verdachte] in het voorbijgaan tegen haar had gezegd: "Je kunt een kist bestellen." Daar werd de aangeefster nog banger van.
Mevrouw [naam], de moeder van aangeefster, verklaarde (p. 7) dat zij op 28 juni 2006 aanwezig was in het gerechtsgebouw, toen [verdachte] naar haar toe kwam lopen en tegen haar zei: "Je kunt een kist bestellen." Ze wist niet wat hij bedoelde, maar toen aangeefster haar even later vertelde dat [verdachte] haar had bedreigd, begreep ze dat de kist waar [verdachte] het over had, was bedoeld voor haar dochter die hij even daarvoor had bedreigd.
Mevrouw Holthinrichs, advocate van aangeefster, die ook aanwezig was in het gerechtsgebouw, verklaarde (p. 10) dat ze had gezien dat [verdachte] iets zei in de richting van haar cliënte en haar moeder. Ze zag aan het gezicht en de lichaamshouding van haar cliënte dat deze overstuur raakte en echt bang werd van de woorden die [verdachte] tegen haar cliënte had gezegd.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste heeft begaan, met dien verstande dat
in de zaak met parketnummer 14.810449-07:
2
hij in de periode van 29 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007 te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het laten vasthouden van zijn, verdachte’s blote penis, door die [slachtoffer 2];
3
hij in de periode van 29 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007 te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, meermalen gegevensdragers, bevattend een aantal afbeeldingen van seksuele gedragingen, en bij welke afbeeldingen telkens een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum], was betrokken, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad,
hebbende verdachte de volgende afbeeldingen van [slachtoffer 2] voornoemd vervaardigd en in bezit gehad:
- fotonummer 2228
[slachtoffer 2] is bloot en heeft haar benen gespreid. Aan haar voeten draagt zij sokjes. Het hoofd is niet zichtbaar. Alleen haar vagina, benen en een deel van het bovenlichaam zijn zichtbaar;
en
- fotonummer 2229
[slachtoffer 2] is bloot. Zij houdt haar benen omhoog en gespreid. Onder haar linker bovenbeen ligt een teddybeer. Van het hoofd is een stukje van de kin zichtbaar. Haar vagina is duidelijk zichtbaar, evenals een stuk van haar rechter been, rechter hand en bovenlichaam;
en
- fotonummer 2236
[slachtoffer 2] is bloot. Ze zit met haar benen gespreid op een tegelvloer. Zichtbaar zijn haar vagina, bovenbenen, beide onderarmen en een stukje van haar bovenlichaam;
en
- fotonummers 2243 en 2244
[slachtoffer 2] houdt met twee handen de penis vast van [verdachte]. Te zien is dat [slachtoffer 2] bloot is en dat [verdachte] een blauwe onderbroek draagt;
en
- fotonummers 2246, 2247 en 2248
[slachtoffer 2] houdt met haar linker hand de penis vast van [verdachte]. Te zien is dat [slachtoffer 2] bloot is en dat [verdachte] een blauwe onderbroek draagt;
en
- fotonummer 2255
[slachtoffer 2] ligt bloot met haar buik op bed. Op haar rug ligt een wit A4-papier met daarop geschreven: "voor [ouder van slachtoffer 1] en [slachtoffer 1]";
4
hij in de periode van 27 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007 te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, een gegevensdrager, bevattend een afbeelding van een seksuele gedraging, en bij welke afbeelding een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum], was betrokken, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad,
hebbende verdachte de volgende afbeelding van [slachtoffer 3] voornoemd vervaardigd en in bezit gehad:
- fotonummer 2215
Het piemeltje van een bloot jongetje is duidelijk gefotografeerd. Dit jongetje betreft [slachtoffer 3].
5
hij in de periode van 30 oktober 2007 tot en met 31 oktober 2007 te [plaatsnaam], in de gemeente Zijpe, gegevensdragers, bevattend een groot aantal afbeeldingen en een groot aantal films van seksuele gedragingen, in bezit heeft gehad, bij welke afbeeldingen en films telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken,
hebbende verdachte onder meer de volgende afbeeldingen en films in bezit gehad:
A.
filmfragment, als volgt omschreven (p. 414):
Volwassen man zit naakt met een clownsmasker in een stoel. Naakt meisje met een geschatte leeftijd van rond de 8 jaar komt de kamer in lopen. Zij gaat voor de man staan en trekt hem af met haar rechterhand. Zij knielt vervolgens voor de man, neemt zijn penis in haar mond en bevredigt hem oraal. Tijdens deze handeling pakt de man haar hoofd vast met twee handen en beweegt haar hoofd op en neer. Vervolgens wordt ingezoomd op het hoofd van het meisje terwijl zij de man oraal bevredigt. Te zien is dat het meisje een groen/paarskleurig masker draagt. Vervolgens gaat het meisje op knieën en handen op het bed zitten. Te zien is dat de man een vibrator, met een geschatte lengte van 25 centimeter, in de anus van het meisje duwt en vervolgens in de vagina van het meisje duwt. Bij deze handeling ligt het meisje op haar rug met de benen wijd. Te horen valt dat het meisje kennelijk pijn heeft. Te horen is dat het meisje kreunt. De vibrator heeft een geschatte diameter van 4 centimeter. Als laatste wordt ingezoomd op de vagina van het meisje met daarin de vibrator;
en
B.
filmfragment, als volgt omschreven (p. 415):
Te zien is dat een volwassen man met zijn penis een zeer jong meisje in haar anus penetreert. Hierbij zegt hij: "Good girl. Good baby". Alleen de penis van de man en de vagina van het meisje zijn te zien. Te horen is dat het meisje hard huilt en kennelijk pijn heeft. Op het eind van het filmpje haalt de man zijn penis uit haar anus en wrijft zijn penis tegen de vagina van dit meisje. De man krijgt een zaadlozing, waarbij zijn sperma op het been van dit meisje terechtkomt. De leeftijd van het meisje wordt geschat op rond 1 jaar;
en
C.
filmfragment, als volgt opschreven (p. 415):
Te zien is dat een meisje, met een geschatte leeftijd tussen 7 en 10 jaar, naakt op haar rug op bed ligt. Dit meisje heeft een soort blinddoek voor, en om haar polsen heeft zij geel touw. Dit meisje wordt aan haar vagina gelikt door een hond. Als de hond stopt met likken, verschijnt een hand in beeld die wijst op de vagina van dit meisje. De hond begint dan het meisje weer te likken aan haar vagina. Even later is te zien dat het meisje met haar benen met geel touw vastgebonden ligt aan bed. Terwijl de hond haar likt, moet zij een volwassen man oraal bevredigen;
en
D.
afbeelding, als volgt omschreven (p. 673):
Close up-foto van de vagina van een baby in de leeftijd van 3-9 maanden. Tegen de vagina wordt een stijve penis gehouden. Om het beentje van de baby zit een lichtblauw glanzend broekje;
en
E.
afbeelding, als volgt omschreven (p. 674)
Close up van een meisje in de leeftijd van 1-3 jaar oud. De benen van het meisje zijn gespreid. Bij haar vagina wordt een stijve penis gehouden. Op de vagina van het meisje zit een op sperma gelijkende vloeistof;
en
F.
afbeelding, als volgt omschreven (p. 675):
close up-foto van een stijve penis, die gedeeltelijk in de vagina van een baby-meisje in de leeftijd 3-9 maanden zit. Onder het meisje ligt een zeil met stripfiguren erop.
in de zaak met parketnummer 14.705562-07:
1
hij op 27 oktober 2006 te Assen een gegevensdrager, bevattend een aantal afbeeldingen van seksuele gedragingen, en bij welke afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken, in bezit heeft gehad,
hebbende verdachte navolgende video-/filmbeelden in bezit gehad:
A.
Een meisje van ca. 8 jaar oud ligt op haar buik op een bed, en de vagina en de anus worden in beeld gebracht. De benen van het meisje worden iets gespreid, waarna wederom de vagina en de anus in beeld worden gebracht;
en
B.
Een meisje van ca. 6 jaar oud ligt op een bed. Het naakte onderlichaam van het meisje is te zien, de beentjes gespreid. Het kind spreidt met haar vingers haar schaamlipjes zodat haar vagina-opening in close up wordt getoond. Vervolgens wordt duidelijk, in close up, in beeld gebracht dat het meisje op een toiletpot plast;
en
C.
Een meisje van ca. 8 jaar oud zit/staat voor de ontblote penis van een volwassen man. Het meisje neemt de penis van de man in de mond;
en
D.
Een meisje van ca. 13 jaar oud ontkleedt zich geheel. Zij trekt de broek uit van een volwassen man. Er wordt ingezoomd op de vagina van het meisje. Het meisje trekt de man af, hetgeen nadrukkelijk in beeld wordt gebracht;
en
E.
Een meisje van ca. 10 jaar oud, geheel naakt, wordt gefimd terwijl ze met haar hand bij haar vagina zit. Een ander meisje toont door het optillen van haar rok haar vagina voor de camera;
2.
hij op 28 juni 2006 in de gemeente Assen [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, bestaande hierin dat verdachte toen aldaar, zich bevindende op korte afstand van die [slachtoffer 4] en moeder van die [slachtoffer 4], opzettelijk dreigend tegen dezen heeft gezegd: "Jij gaat dood" en: "Je kunt een kist bestellen".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
6. De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
in de zaak met parketnummer 14.810449.07:
feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
feit 3:
een gegevensdrager, bevattend een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
feit 4:
een gegevensdrager, bevattend een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben.
feit 5:
een gegevensdrager, bevattend een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
in de zaak met parketnummer 14.705562.07:
feit 1:
een gegevensdrager, bevattend een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
7. Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent de persoon van de verdachte is in beide zaken een pro justitia rapport opgemaakt door prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt, psycholoog en M.D. van Ekeren, psychiater, gedateerd 1 augustus 2008. Beiden zijn verbonden aan het NIFP, locatie Pieter Baan Centrum (verder te noemen: PBC) te Utrecht. De deskundigen zijn van mening dat de verdachte ten tijde van het hem ten laste gelegde weliswaar de ongeoorloofdheid hiervan heeft kunnen zien, doch dat hij in mindere mate dan de gemiddeld normale mens in staat is geweest zijn wil overeenkomstig een dergelijk besef te bepalen.
De deskundigen hebben geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, met hoofdzakelijk borderline, antisociale en narcistische trekken. Op basis van eerdere veroordelingen van de verdachte wegens pedoseksuele delicten en het bezit van kinderporno, dient volgens de deskundigen met de grootste mate van waarschijnlijkheid tevens de diagnose pedofilie van het niet-exclusieve type te worden gesteld.
De deskundigen adviseren verdachte voor de ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren.
Op verzoek van de verdediging is een contra-expertise uitgevoerd. Dit onderzoek is verricht door drs. C. Moerland, forensisch psycholoog, en drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater. De resultaten ervan zijn neergelegd in pro justitia rapporten, respectievelijk gedateerd 3 februari 2009 en 4 februari 2009.
Drs. Moerland komt tot de diagnose antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische, borderline en theatrale trekken, en daarnaast naar alle waarschijnlijkheid pedofilie van het niet-exclusieve type.
Drs. Gerritsen geeft in zijn rapport de volgende forensisch-psychiatrische beschouwing:
"Er is bij betrokkene evident sprake van een zeer ernstige persoonlijkheidsstoornis. Er kan gesproken worden van een antisociale persoonlijkheidsstoornis in combinatie met narcistische en borderline (de rechtbank merkt op dat, gelet op de overige inhoud van het rapport, het woord ' kenmerken' hier is weggevallen).
Betrokkene voldoet evident aan de criteria van de psychopathie, zoals naar
voren komt in de psychopathy checklist, revised version.
De persoonlijkheidsstructuur van onderzochte is zwak: er kan gesproken worden van een borderline persoonlijkheidsorganisatie op basis van identiteitsdiffusie, sterk aanwezige primitieve afweermechanismen en een broze realiteitstoetsing als het gaat om onderzochte’s eigen oordeel over zijn sterk positieve zelfbeeld en het loochenen van pedoseksuele gevoelens.
Gezien meerdere zedendelicten waarbij kinderen zijn betrokken, kan worden
gesproken van pedofilie van het niet-exclusieve type.
Er bestaat een evidente relatie tussen de ten laste gelegde feiten, indien bewezen, en de psychopathologie. Bij alle vijf de ten laste gelegde feiten spelen zowel de pedofilie als de persoonlijkheidsstoornis een rol. Betrokkene leefde zijn pedoseksuele gevoelens uit door misbruik te maken van jonge kinderen en kinderpornografisch materiaal te vervaardigen en in bezit te krijgen en te houden. Ook persoonlijkheidsfactoren als een (zeer) lacunaire gewetensfunctie, een sterke behoefte aan bevestiging en aandacht, een onvermogen om op volwassen niveau wederkerige relaties aan te gaan en te onderhouden, een zeer egocentrische houding en, last but not least: een onvermogen om pedoseksuele gevoelens te beheersen, passend bij de psychopathie en de antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische, theatrale en borderline kenmerken, spelen hierin eveneens een belangrijke rol."
Zowel psycholoog Moerland als psychiater Gerritsen adviseren verdachte voor de ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren.
Gerritsen overweegt nog over de relatie tussen zijn bevindingen en die van het PBC:
"Bovengenoemde diagnostische overwegingen wijken in essentie niet af van die
van het PBC, al zijn er wel accentverschillen. Het PBC legt het accent meer op
de borderline stoornis, terwijl voor ondergetekende de psychopathie het meest
op de voorgrond staat. Het PBC is iets terughoudender dan ondergetekende met het stellen van de classificatie pedofilie, maar ook dit is slechts een gradueel verschil. Deze geringe diagnostische verschillen tussen het PBC en ondergetekende hebben geen consequenties voor de beantwoording van de vraagstelling."
De rechtbank neemt de conclusies en het adviezen van de deskundigen, voor zover hierboven genoemd, over en maakt deze tot de hare.
Verdachte is ook overigens strafbaar, omdat niet gebleken is van enige omstandigheid die de strafbaarheid uitsluit.
8. Oplegging van de hoofdstraf
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek conform artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de strafeis van de officier van justitie veel te hoog is. Een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest acht de verdediging lang genoeg.
De rechtbank heeft de op te leggen hoofdstraf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte. Daarbij heeft de rechtbank het volgende betrokken.
De verdachte heeft ontucht gepleegd met een meisje van ruim drie jaar, door zijn penis te laten vasthouden door dit kind. Hij heeft een aantal seksueel getinte foto's van dit meisje gemaakt. Ook heeft hij een seksueel getinte foto gemaakt van een jongetje van ruim vier jaar.
Door zo te handelen, heeft hij twee zeer jonge kinderen geconfronteerd met seksualiteit. Algemeen bekend is dat kinderen daar nog lang niet aan toe zijn, en dat ze daardoor op latere leeftijd vaak negatieve gevolgen daarvan ondervinden, zoals een laag zelfbeeld, een verwrongen kijk op seksualiteit, gevoelens van onzekerheid over het eigen lichaam, en wantrouwen jegens oudere mensen. Ook heeft de verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de ouders van deze kinderen in hem stelden. Ze hadden hun kinderen immers aan verdachte’s zorg toevertrouwd toen de kinderen bij hem op de camping kwamen logeren.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van een zeer grote hoeveelheid kinderporno. De beschrijving van een aantal beelden op de tenlastelegging geeft weer hoe weerzinwekkend de kinderporno is die de verdachte in zijn bezit had. Er waren zelfs opnamen bij van seks met baby's en opnamen van jonge kinderen die huilden van pijn terwijl ze zwaar werden misbruikt.
De verdachte heeft verklaard dat hij de kinderporno heeft gedownload van het internet, en dat hij die ook doorstuurde naar anderen. De verdachte is als gevolg van deze handelwijze medeverantwoordelijk voor het seksueel misbruik van jonge kinderen. Naast alles wat de rechtbank de verdachte verwijt, neemt zij het de verdachte kwalijk dat hij, door zich met deze praktijken in te laten, de distributie van dit abjecte materiaal mede in stand heeft gehouden.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een forse vrijheidsstraf geboden en op haar plaats is. Nu de verdachte wordt vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 14.810449-07 onder 1 ten laste gelegde, en de rechtbank voorts behandeling van de verdachte binnen afzienbare tijd noodzakelijk acht, zal de rechtbank een lagere gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
9. Motivering van de maatregel ex artikelen 37a en 37b Wetboek van Strafrecht
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (verder te noemen: tbs) zal opleggen, met bevel tot verpleging van overheidswege.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om de mogelijkheid van oplegging van tbs met voorwaarden te onderzoeken.
Beide hierboven genoemde pro justitia dubbelrapportages komen tot het advies om de verdachte de maatregel van tbs met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen. Alle vier deskundigen achten de kans op herhaling groot tot zeer groot. De rechtbank citeert wederom forensisch psychiater Gerritsen:
"Gezien de justitiële voorgeschiedenis met zedendelicten, de ernstige
psychopathologie in de zin van psychopathie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische, theatrale en borderline kenmerken
en pedofilie van het niet-exclusieve type en de extrinsiek bepaalde behandelmotivatie, is de kans op herhaling van de ten laste gelegde feiten
groot tot zeer groot.
De enige manier om het recidiverisico substantieel te verminderen, is door betrokkene een langdurige en intensieve behandeling in een klinische setting te laten volgen. Gezien de justitiële voorgeschiedenis, de evidente relatie tussen de ten laste gelegde feiten en de emstige psychopathologie en de tot nu toe beperkte resultaten van voorgaande behandelingen adviseert ondergetekende om betrokkene een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege op te leggen."
Beide dubbelrapportages besteden aandacht aan de mogelijkheid van oplegging van een tbs met voorwaarden. Alle vier deskundigen achten dit niet aan de orde.
Het team van het PBC:
"Gezien de ernst van de stoornis, het ontbreken van enig ziektebesef en ziekte-inzicht, het falen van eerder opgelegde ambulante behandeling, het ontbreken van enige behandelmotivatie, en de te verwachten behandelduur acht het onderzoekend team een tbs met voorwaarden niet in de rede."
"Een ambulante behandeling, zelfs wanneer men klinisch start in het kader van tbs met voorwaarden, brengt een onaanvaardbaar gevaar voor herhaling van soortgelijke delictenten mee. Ambulante behandeling en begeleiding die tot nog toe heeft plaatsgevonden, heeft niet kunnen verhoeden dat betr. heeft gerecidiveerd (ervan uitgaande dat het ten laste gelegde bewezen wordt geacht). Bovendien zijn er aanwijzingen dat hij reeds tijdens de behandeling recidiveerde. Het behandelen van de diepgewortelde problematiek zal een lange adem vergen; betr. zal naar verwachting een sterke weerstand tegen verandering hebben, en onttrekkend en vermijdend gedrag gaan vertonen. De beperkte duur van een tbs met voorwaarden zal daarbij vermoedelijk problemen opleveren. Ook bestaat gevaar dat betr. zich na verloop van tijd aan het toezicht zal gaan onttrekken. Alleen in het kader van een gedwongen, klinische behandeling zonder tijdslimitering is er een kans dat de problematiek adequaat kan worden doorgewerkt."
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank voorts gelet op het omtrent de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport, opgemaakt door A. van As-van der Zwan, als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland te Tilburg, en gedateerd 30 januari 2009. Zij heeft gebruik gemaakt van Static'99, een diagnostisch instrument dat een inschatting maakt van het recidiverisico bij zedendelinquenten. Static'99 geeft aan dat het recidivegevaar hoog is. Ook mevrouw Van As adviseert om een tbs met dwangverpleging op te leggen. Ook zij raadt af om een tbs met voorwaarden op te leggen.
De rechtbank neemt de adviezen van alle deskundigen over.
De rechtbank zal, gelet op de rapportages omtrent de persoon van de verdachte en de ernst van de begane feiten, de terbeschikkingstelling van de verdachte gelasten, nu:
- het door de verdachte begane feit 2 in de zaak met parketnummer 14.810449-07 een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan 4 jaren is gesteld;
- de door de verdachte begane feiten 3, 4 en 5 in de zaak met parketnummer 14.810449-07, alsmede het door de verdachte begane feit 1 in de zaak met parketnummer 14.705562-07 misdrijven zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van maximaal 4 jaar is gesteld;
- het door de verdachte begane feit 2 in de zaak met parketnummer 14.705562-07 het misdrijf, omschreven in artikel 285, eerste lid Wetboek van Strafrecht, oplevert;
- de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eist.
De rechtbank zal voorts bevelen dat de verdachte van overheidswege wordt verpleegd, omdat de veiligheid van anderen die verpleging eist.
10. Oplegging van de bijkomende straf
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de op de beslaglijst voorkomende voorwerpen onttrokken aan het verkeer zal verklaren.
De raadsman heeft zich omtrent het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen:
4 1 Canon 400 D fototoestel 100- 05
14 1 Canon 300D fototoestel 300-01
16 1 Olympus Canedia C150 fototoestel 300-02
dienen te worden verbeurd verklaard.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het in de zaak met parketnummer 14.810449-07 onder 3 en 4 bewezen verklaarde met behulp van deze voorwerpen is begaan, en dat deze voorwerpen toebehoren aan de verdachte.
11. Motivering van de maatregel
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen:
1 1 HP portable computer (laptop) 100-03
2 1 Medion computer 100-04
3 1 Medion 4 gb geheugenkaart (flashcard) l00-04B
5 1 Sony HDD filmcamera 100-07
6 1 Sony HDD oplaadapparaat 100-08
7 1 zendapparatuur/ontvanger draadloos internet 100-09
8 10 dvd-schijfjes 200-04C
9 1 zendapparatuur/draadloze ontvanger 200-07
10 1 Sky computer 200- 09
11 1 cd-rom/diverse cd's/dvd's 200-11
12 1 dvd-schijf 200-11A uit 200-11
13 6 cd-rom/cd/dvd 200-11A
15 1 512 Mb geheugenkaart (flashcard) 300-0 1B
17 1 cd-rom/diverse cd/dvd's 300-05
18 3 cd-rom/cd/dvd's uit 300-05 300-05A
19 1 cd-rom/cd KP uit 300-05 300-O5AA
20 1 dikke map met cd/dvd's 300-05A
21 1 dunne zwarte map met cd/dvd's 300-05B
22 1 plastic zak met 5 losse cd/dvd's + spindel 13 cd/dvd's 300-05C
23 1 LG recorder harddisk 300-07
24 1 doos met diverse cd/dvd's 400-01
25 1 doos met diverse cd/dvd's 400-02
26 23 cd-rom's 400-03
27 2 cd-rom's/1 dvd en 1 cd 700-01E
28 1 Netgear usb memory stick 700-02C
29 1 Olympus 16 mb geheugenkaart (flashcard) XD card 700-02D
30 20 cd-rom's 700-03
31 1 cd-dtas met cd's 700-08
32 1 Platinum 2 gb memory stick 900-01
33 1 Kingston 1 gb memory stick 900-02
34 1 Medion harddisk 900-04
35 1 Medion navigator 900-06
37 1 IBM computer 1400-03,
dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met het algemeen belang.
Verder is uit het onderzoek op de terechtzitting gebleken:
- dat het in de zaak met parketnummer 14.810449-07 onder 3,4 en 5, alsmede het in de zaak met parketnummer 14.705562-07 onder 1 bewezen verklaarde met behulp van deze voorwerpen is begaan,
- dat deze voorwerpen toebehoren aan de verdachte,
- dat deze voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte begane misdrijven zijn aangetroffen,
- en dat deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven.
12. Geen beslissing omtrent een in beslag genomen voorwerp
De rechtbank geeft geen beslissing omtrent het onder de verdachte in beslag genomen voorwerp:
36 1 spuitbus pepperspray 900-07.
Daartoe wordt overwogen dat de pepperspray weliswaar is aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte begane feiten, doch dat deze niet, zoals artikel 36d Wetboek van Strafrecht eist, kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan. Ook de situaties zoals beschreven in de artikelen 36b en 36c Wetboek van Strafrecht doen zich niet voor. Om deze redenen zijn er geen termen, noch is er een wettelijke basis om een beslissing te geven omtrent dit voorwerp.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft (via mr. G. van Dijk, postbus 3092 te 1801 GB Alkmaar) vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van
€ 3.000 wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de vordering van de benadeelde partij zal toewijzen, en daaraan de maatregel van artkel 36f Wetboek van Strafrecht zal verbinden.
De raadsman heeft zich omtrent de vordering gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank overweegt het volgende.
Niet is komen vast te staan dat sprake is van enige schade aan de zijde van de benadeelde partij. Voorts is niet aangetoond, bijvoorbeeld met een medische rapportage, dat de benadeelde partij psychische schade heeft opgelopen als gevolg van hetgeen haar is overkomen. De ouders van [slachtoffer 2] hebben weliswaar gesteld dat ze bij haar een gedragsverandering hebben geconstateerd, doch naar het oordeel van de rechtbank staat niet onomstotelijk vast dat die verband houdt met de feiten 2 en 3 in de zaak met parketnummer 14.810449-07.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding.
Gelet hierop, zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft (via mr. G. van Dijk, postbus 3092 te 1801 GB Alkmaar) vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van
€ 1.000 wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de vordering van de benadeelde partij zal toewijzen, en daaraan de maatregel van artkel 36f Wetboek van Strafrecht zal verbinden.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten omtrent de vordering.
De rechtbank overweegt het volgende.
Gesteld is dat sprake is van nachtmerries, agressie en een concentratieprobleem op school. Mede gelet op [slachtoffer 3]'s leeftijd, waarop dergelijke gedragsveranderingen zich door een andere oorzaak of spontaan kunnen voordoen, en nu voorts niet is aangetoond, bijvoorbeeld door middel van een medische rapportage, dat de benadeelde partij psychische schade heeft opgelopen als gevolg van hetgeen hem is overkomen, is de rechtbank van oordeel dat het rechtstreekse verband tussen feit 4 in de zaak met parketnummer 14.810449-07 en de gevorderde schade niet is komen vast te staan .
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
14. Toegepaste wettelijke voorschriften
De beslissingen berusten op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 37a, 37b, 57, 240b, 247 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
• Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 14.810449.07 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
• Verklaart bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 14.810449.07 onder 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde, alsmede het in de zaak met parketnummer 14.705562.07 onder 1 en 2 ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
• Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
• Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
• Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 4 (VIER) JAREN.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
• Gelast voorts de terbeschikkingstelling van de verdachte.
• Beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
• Verklaart verbeurd:
4 1 Canon 400 D fototoestel 100- 05
14 1 Canon 300D fototoestel 300-01
16 1 Olympus Canedia C150 fototoestel 300-02.
• Verklaart onttrokken aan het verkeer:
1 1 HP portable computer (laptop) 100-03
2 1 Medion computer 100-04
3 1 Medion 4 gb geheugenkaart (flashcard) l00-04B
5 1 Sony HDD filmcamera 100-07
6 1 Sony HDD oplaadapparaat 100-08
7 1 zendapparatuur/ontvanger draadloos internet 100-09
8 10 dvd-schijfjes 200-04C
9 1 zendapparatuur/draadloze ontvanger 200-07
10 1 Sky computer 200- 09
11 1 cd-rom/diverse cd's/dvd's 200-11
12 1 dvd-schijf 200-11A uit 200-11
13 6 cd-rom/cd/dvd 200-11A
15 1 512 Mb geheugenkaart (flashcard) 300-0 1B
17 1 cd-rom/diverse cd/dvd's 300-05
18 3 cd-rom/cd/dvd's uit 300-05 300-05A
19 1 cd-rom/cd KP uit 300-05 300-O5AA
20 1 dikke map met cd/dvd's 300-05A
21 1 dunne zwarte map met cd/dvd's 300-05B
22 1 plastic zak met 5 losse cd/dvd's + spindel 13 cd/dvd's 300-05C
23 1 LG recorder harddisk 300-07
24 1 doos met diverse cd/dvd's 400-01
25 1 doos met diverse cd/dvd's 400-02
26 23 cd-rom's 400-03
27 2 cd-rom's/1 dvd en 1 cd 700-01E
28 1 Netgear usb memory stick 700-02C
29 1 Olympus 16 mb geheugenkaart (flashcard) XD card 700-02D
30 20 cd-rom's 700-03
31 1 cd-dtas met cd's 700-08
32 1 Platinum 2 gb memory stick 900-01
33 1 Kingston 1 gb memory stick 900-02
34 1 Medion harddisk 900-04
35 1 Medion navigator 900-06
37 1 IBM computer 1400-03.
• Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2], per adres mr. G. van Dijk, postbus 3092 te 1801 GB Alkmaar, niet-ontvankelijk in de vordering.
• Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3], per adres mr. G. van Dijk, postbus 3092 te 1801 GB Alkmaar, niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Westdorp, voorzitter,
mr. T. Luigjes en mr. A.E. Merkus, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A. Huisman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 februari 2009.