ECLI:NL:RBALK:2008:BH0551
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.B. Littooy
- P. G. Vroom
- C. M. van Wechem
- Rechtspraak.nl
Wraking door partij tevens advocaat in eigen zaak afgewezen
In deze zaak heeft verzoeker, die tevens advocaat is, een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters van de wrakingskamer. Verzoeker stelde dat rechters niet over de wraking van een collega-rechter mogen oordelen, omdat dit de schijn van partijdigheid wekt. Hij voerde aan dat hij als advocaat in toga ter zitting moest kunnen verschijnen en dat de wederpartij tijdig kennis had moeten nemen van zijn ingediende stukken. Daarnaast bekritiseerde hij de wijze waarop de zaaksrechter de behandeling had geleid en de inhoudelijke beslissingen had genomen.
De wrakingskamer oordeelde dat het enkele feit dat de gewraakte rechter hetzelfde beroep uitoefent als de leden van de wrakingskamer niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van schijn van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling worden geacht onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Verzoeker had geen feiten of omstandigheden aangedragen die zouden wijzen op een schending van zijn recht op een onpartijdige rechter.
Verder werd vastgesteld dat het recht van verzoeker om in persoon te verschijnen en zich door een advocaat te laten bijstaan niet was geschonden. De wrakingskamer concludeerde dat de zaaksrechter het recht had om verzoeker te vragen een keuze te maken tussen zelf optreden als advocaat of het dragen van een toga. De wrakingsgronden die verband hielden met de behandeling van de zaak en de inhoudelijke beslissingen van de rechter werden eveneens afgewezen. De rechtbank besloot het wrakingsverzoek af te wijzen en de behandeling van de onderliggende zaak voort te zetten.