ECLI:NL:RBALK:2008:BG4180
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor reddingsstation Wijdenes op basis van gemeentelijk beleid
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 27 oktober 2008 uitspraak gedaan in het geschil tussen Stichting Reddingsstation Wijdenes en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland. De eiseres, Stichting Reddingsstation Wijdenes, had een verzoek ingediend om subsidie ter dekking van haar begrotingstekort op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Drechterland (ASV) voor het jaar 2008. Dit verzoek was gericht op het in de vaart houden van reddingsboten en de bijbehorende activiteiten voor reddingswerkzaamheden aan de kust van Drechterland. Het college van burgemeester en wethouders heeft dit verzoek echter afgewezen, met als argument dat de gemeentelijke zorg op het water al voldoende wordt geleverd door de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) Enkhuizen en de reddingsbrigade Notwin Hoorn.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 oktober 2008, waarbij de eiseres werd vertegenwoordigd door haar voorzitter en penningmeester, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door verschillende ambtenaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de subsidieaanvraag is gebaseerd op de overweging dat de activiteiten van het reddingsstation Wijdenes niet passen binnen het gemeentelijk beleid. De rechtbank heeft daarbij de beleidsvrijheid van het college gerespecteerd en geconcludeerd dat de afwijzing van de subsidie redelijk was, gezien het feit dat de KNRM Enkhuizen en de reddingsbrigade Notwin Hoorn al voldoen aan de prestatienormen voor de zorg op het water in het gebied.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Belanghebbenden, waaronder de eiseres, hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze uitspraak benadrukt de beleidsvrijheid van gemeenten bij het toekennen van subsidies en de noodzaak voor aanvragers om aan te tonen dat hun activiteiten een wezenlijke bijdrage leveren aan het gemeentelijk beleid.