RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Zaaknr/repnr.: 272769 \ OA VERZ 08-204
Uitspraakdatum: 4 september 2008
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Enveloppenfabriek en Drukkerij Excelsior B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
verzoekende partij
verder ook te noemen: Excelsior
gemachtigde: mr. M. de Ruijter, werkzaam bij KVGO, juridische dienst Amstelveen
[naam]
wonend te [woonplaats]
verwerende partij
verder ook te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. I.R. Moerenhout, werkzaam bij Klaverblad Rechtsbijstand Zoetermeer.
Excelsior heeft op 6 augustus 2008 een verzoekschrift ingediend. Daar heeft [verweerder] bij verweerschrift op gereageerd. De mondelinge behandeling heeft in deze plaatsgevonden op 21 augustus 2008, alwaar partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. Namens Excelsior waren aanwezig de [... en ...], beiden directeuraandeelhouder van Excelsior.
Ter zitting hebben partijen hun verzoek- respectievelijk verweerschrift nader toegelicht, Excelsior aan de hand van pleitnotities. De inhoud van deze processtukken geldt als hier ingelast. Vervolgens is heden uitspraak bepaald.
1.1. [verweerder], geboren op 30 augustus 1958, is vanaf 1 mei 2008 krachtens schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij Excelsior werkzaam. De functie van [verweerder] is sales manager tegen een actueel salaris van EUR 5.651,25 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de CAO Grafimedia.
1.2. Sedert 8 juli 2008 is [verweerder] vrijgesteld van het verrichten van werk.
1.3. Op 27 juni 2008 heeft [[...]] een e-mail gestuurd aan 4 werknemers, waaronder aan [verweerder] en de andere medewerker buitendienst. In deze e-mail staat, voor zover hier relevant:
‘Wekelijks dient een korte memo aan ons allen gemaild moeten worden met hierin de bezoeken/bevindingen van onze buitendienst medewerkers en (..).’
1.4. Voorafgaand aan zijn functie bij Excelsior heeft [verweerder] anderhalf jaar bij het bedrijf Velpa gewerkt en twee jaar bij het bedrijf Vlaar. Daaraan voorafgaand is hij zelfstandig ondernemer geweest.
2.1. Excelsior verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden tegen de vroegst mogelijke datum wegens gewichtige redenen, bestaande uit veranderingen in de omstandigheden, kosten rechtens.
Aan dit verzoek legt Excelsior -zakelijk samengevat- het volgende ten grondslag.
In tegenstelling tot wat van een ervaren sales manager verwacht mag worden heeft [verweerder] nagelaten uit eigen beweging bezoekrapportages te maken. Excelsior heeft hem daar op 27 juni 2008 expliciet schriftelijk om gevraagd. De bezoekrapportages die [verweerder] vervolgens heeft ingeleverd zijn onduidelijk en blijken niet te kloppen. Zo heeft hij aangegeven Xella (één van de klanten) te hebben bezocht, terwijl dat niet het geval was. Relevante informatie valt uit zijn bezoekrapportages niet te halen en daarnaast hebben zijn bezoeken niets althans te weinig concreets opgeleverd. Hij schiet daarom tekort in zijn functioneren. Daarbij komt dat hij zich negatief heeft uitgelaten over (de financiële positie van) Excelsior tegeno[directeur van Coro]] directeur Koro (een overname-/samenwerkingskandidaat van Excelsior). [verweerder] heeft een functie met veel vrijheid binnen Excelsior en moet dus 100% te vertrouwen zijn. Dat vertrouwen is volledig weg.
2.2. Het verweer van [verweerder] strekt tot ontbinding onder toekenning van een ontbindingsvergoeding naar billijkheid, kosten rechtens. Hiertoe voert [verweerder] -zakelijk samengevat- het volgende aan. Excelsior heeft hem zelf benaderd voor de functie. Vanaf 1 mei 2008 is hij in totaal ongeveer 7 weken voor haar operationeel geweest; concrete resultaten zijn binnen die termijn natuurlijk niet te verwachten. Bovendien is hem door [...] verzekerd dat hij ‘de lange adem’ zou krijgen, dus voldoende tijd om iets op te bouwen en [...] heeft een verbetering van de financiële situatie van Excelsior gegarandeerd. Wat betreft de bezoekrapportages: [...] heeft tegen hem gezegd dat het maken hiervan niet noodzakelijk is omdat Excelsior zo’n klein bedrijf is. Pas vanaf 27 juni 2008 diende de buitendienstmedewerkers bezoekrapportages te maken. De bedrijven die door hem worden genoemd in zijn rapportages zijn eindgebruikers (de lijst van 11) en andere bedrijven (33). Sommige bezoeken zijn feitelijk telefonische contacten geweest, maar [verweerder] heeft nimmer beweerd bij Xella langs te zijn geweest. Met betrekking tot de negatieve uitlatingen stelt [verweerder] dat het juist is dat hij een gesprek heeft gehad met [directeur van Coro], maar het was juist [directeur van Coro] die in dat gesprek de financiële situatie van Excelsior aan de orde heeft gesteld. Inmiddels is ook [verweerder] van oordeel dat van een vruchtbare samenwerking in de toekomst geen sprake meer kan zijn, hij legt zich daarom bij de ontbinding van de overeenkomst neer.
3.1. De kantonrechter overweegt in de eerste plaats dat gebleken is dat het onderhavige ontbindingsverzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in de artikelen 7:647, 7:648, 7:670 en 7:670a van het Burgerlijk Wetboek [BW] of enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.
3.2. Nu partijen het erover eens zijn dat hun onderlinge verhouding dermate is verstoord geraakt in de zin dat een vruchtbare en zinvolle van de arbeidsovereenkomst niet (meer) mogelijk is, wordt de arbeidsovereenkomst op grond van veranderingen in de omstandigheden per 1 oktober 2008 ontbonden. Het verzoek van Excelsior is daarom toewijsbaar.
3.3. Vervolgens is aan de orde de beantwoording van de vraag of en zo ja welke vergoeding aan [verweerder] valt toe te kennen. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
3.4. Met betrekking tot de vraag wie het initiatief heeft genomen tot een gesprek over een dienstverband van [verweerder] bij Excelsior verschillen partijen van mening. Dit kan een factor van belang zijn bij het toekennen van een ontbindingsvergoeding. Immers, als Excelsior daartoe duidelijk het initiatief had genomen en [verweerder] daardoor een goede en rechtszekere positie elders heeft verloren, kan dat een verhogend effect hebben op de vergoeding. Het arbeidsverleden van [verweerder] is echter dusdanig dat hiervan geen sprake is: voorafgaand aan zijn in diensttreding bij [verweerder] heeft hij kortstondig bij twee andere bedrijven gewerkt. Hij heeft daarmee niet een groot risico genomen door bij Excelsior in dienst te treden. De vraag wie het initiatief heeft genomen voor de sollicitatie kan dan ook in het midden blijven.
3.5. Het dienstverband is zeker kort te noemen. In dat licht moet dan ook de omstandigheid dat [verweerder] nog geen concrete resultaten heeft geboekt worden bezien. (Ook) desgevraagd ter zitting is door Excelsior weinig naar voren gebracht waaruit blijkt dat aan [verweerder] duidelijk is gemaakt dat Excelsior vond dat hij niet goed functioneerde, en wat hij daaraan zou moeten en kunnen veranderen. Dit wordt in beginsel wel van een goed werkgever verwacht. Anderzijds is onbestreden dat Excelsior met [verweerder] een ervaren sales manager heeft willen binnenhalen, waarvan zij verwachtte dat hij zou weten hoe deze functie in te vullen. Ook [verweerder] noemt zichzelf ervaren, met een groot netwerk in de branche. Het uitblijven van instructies van Excelsior is onder deze omstandigheden Excelsior niet ernstig aan te rekenen.
3.6. Daarbij komt dat ook de kantonrechter, nadat hierop tijdens de mondelinge behandeling uitvoerig is ingegaan, niet veel wijs kan worden uit de bezoekverslagen die door [verweerder] zijn opgesteld. In de keuze voor namen van bedrijven, zowel op de lijst van 11 als de lijst van 33, ziet de kantonrechter, ook na de door [verweerder] gegeven toelichting, weinig logica. Het is goed voorstelbaar dat Excelsior op basis hiervan geen goede indruk heeft gekregen van de door [verweerder] gelegde en onderhouden contacten.
3.7. De verschillende lezingen die partijen geven over wie tijdens het gesprek tussen [verweerder] en [directeur van Coro] is begonnen over de financiële situatie van Excelsior, laat de kantonrechter voor wat het is. In deze procedure is geen ruimte om op dit punt bewijs bij te brengen.
3.8. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de kantonrechter van oordeel dat Excelsior een verwijt valt te maken, doch niet zo ernstig als [verweerder] doet voorkomen.
3.9. Met het oog op alle (overige) omstandigheden van het geval, waaronder de korte duur van de arbeidsovereenkomst, het arbeidsverleden van [verweerder], het feit, dat hij vanaf 8 juli 2008 volledig loon heeft genoten zonder dat daar enige arbeidsprestatie tegenover heeft gestaan, zijn goede perspectieven op de arbeidsmarkt, komt de kantonrechter een ontbindingsvergoeding van EUR 5.650,00 bruto ten laste van Excelsior billijk voor.
3.10. Op de voet van artikel 7:685 lid 9 BW worden partijen van de voorgenomen beslissing in kennis gesteld en is Excelsior bevoegd het verzoek binnen hierna te noemen termijn in te trekken.
3.11. Er zijn termen aanwezig de proceskosten tussen partijen te compenseren. Ingeval Excelsior evenwel haar verzoek intrekt, zal zij de proceskosten van [verweerder] dienen te dragen.
Bepaalt dat de termijn, waarbinnen Excelsior haar verzoek zal kunnen intrekken [i.c. door middel van een schriftelijke mededeling (eventueel bij faxbericht) aan de griffier en in afschrift aan de (gemachtigde van de) wederpartij], zal lopen tot en met 15 september 2008.
Voor het geval Excelsior haar verzoek niet binnen die termijn zal hebben ingetrokken:
Ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2008
Kent aan [verweerder] ten laste van Excelsior een vergoeding toe van EUR 5.650,00 bruto.
Bepaalt dat beide partijen de eigen kosten dragen.
Wijst het meer of anders verzochte af.
Voor het geval Excelsior haar verzoek binnen die termijn zal hebben ingetrokken:
Veroordeelt Excelsior in de proceskosten, die aan de zijde van [verweerder] worden vastgesteld op EUR 400,00 voor salaris gemachtigde, waarover Excelsior geen BTW verschuldigd is.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M. van der Linde, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 4 september 2008 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter