ECLI:NL:RBALK:2008:BD9134
Rechtbank Alkmaar
- Voorlopige voorziening
- C.M. van Wechem
- P.C. van der Vlugt
- Rechtspraak.nl
Oneigenlijk gebruik van noodbevoegdheid door burgemeester voor gebiedsontzegging in het kader van reguliere handhaving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 15 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, wonende te De Koog, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Texel, waarbij hem met onmiddellijke ingang een gebiedsontzegging was opgelegd. Deze ontzegging gold voor de periode van 30 mei 2008 tot 1 september 2008 en betrof specifieke straten in De Koog. De burgemeester had deze maatregel genomen naar aanleiding van herhaaldelijke ordeverstoringen waarbij verzoeker betrokken was geweest. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester zijn bevoegdheid op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet oneigenlijk had gebruikt. De voorzieningenrechter stelde vast dat het besluit van de burgemeester niet kon worden gehandhaafd, omdat het meer leek op een sanctie dan op een noodzakelijke maatregel ter handhaving van de openbare orde. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening toe en schorste het besluit van de burgemeester tot zes weken na de beslissing op het bezwaar. Tevens werd de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die op € 644,00 werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de burgemeester om bij het opleggen van gebiedsontzeggingen de juiste procedurele waarborgen in acht te nemen en niet te handelen vanuit een reguliere handhaving zonder deugdelijke basis in de Algemene Plaatselijke Verordening.