ECLI:NL:RBALK:2008:BD3894

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
29 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
100262 / ES RK 08-165
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed; niet-ontvankelijkheid verzoekster

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 29 mei 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van het huwelijk na een scheiding van tafel en bed. De vrouw had op 8 februari 2008 een inleidend verzoekschrift ingediend, waarin zij verzocht om de ontbinding van het huwelijk. De man heeft geen verweerschrift ingediend en heeft verklaard geen verweer te voeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een beschikking van 4 juli 2002 was, waarin de scheiding van tafel en bed was uitgesproken. Deze beschikking moest binnen zes maanden na de datum waarop deze in kracht van gewijsde ging, worden ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, anders verliest deze haar kracht. De inschrijving vond echter pas op 15 april 2008 plaats, wat meer dan zes maanden na de relevante datum was. Hierdoor heeft de beschikking haar kracht verloren. De rechtbank heeft de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot ontbinding van het huwelijk, omdat de wettelijke vereisten niet zijn nageleefd. De beslissing is genomen door de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, en de uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
BB
zaak- en rekestnummer: 100262 / ES RK 08-165
datum: 29 mei 2008
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
[naam vrouw],
wonende te Hoorn,
verzoekende partij,
procureur mr. A.J. Butter,
tegen:
[naam man],
wonende te Hoorn,
gerekwestreerde,
niet verschenen.
Partijen zullen verder ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter griffie van deze rechtbank is op 8 februari 2008 het inleidende verzoekschrift van de vrouw ingekomen waarin wordt verzocht tussen partijen, Nederlanders, ontbinding van het huwelijk uit te spreken.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
Er is een verklaring van de man ingekomen waaruit blijkt dat hij kennis heeft genomen van het verzoekschrift en dat hij geen verweer zal voeren.
Bij brieven van de griffier van 4 april 2008 en 8 mei 2008 is aan de procureur van de vrouw verzocht over te leggen een bewijs van inschrijving in het huwelijksgoederenregister van de beschikking van 4 juli 2002 van deze rechtbank waarbij tussen partijen de scheiding van tafel en bed is uitgesproken.
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
Uit de stukken is het volgende komen vast te staan.
Bij beschikking van deze rechtbank van 4 juli 2002 is op hun gemeenschappelijk verzoek tussen partijen de scheiding van tafel en bed uitgesproken. Uit een verklaring van de griffier van deze rechtbank van 17 juli 2002 blijkt dat verzoekers in die beschikking berusten. Nadat de vrouw niet had voldaan aan het verzoek van de griffier zoals gedaan bij brief van 4 april 2008, heeft zij naar aanleiding van de brief van de griffier van 8 mei 2008 bij brief van 22 mei 2008 overgelegd een bewijs dat de beschikking van 4 juli 2002 op 15 april 2008 onder nummer 08.399 is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister ter griffie van de (arrondissements)rechtbank te Amsterdam.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Sinds 1 juni 2001 komt op grond van het bepaalde in artikel 173 lid 1 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een scheiding van tafel en bed tot stand door inschrijving van de beschikking in het huwelijksgoederenregister. Lid 3 van artikel 1:173 BW bepaalt dat indien het verzoek om inschrijving niet is gedaan uiterlijk zes maanden na de dag waarop de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, de beschikking haar kracht verliest.
Blijkens de verklaring van de griffier is de termijn van zes maanden ingegaan op 17 juli 2002, zodat inschrijving niet binnen zes maanden heeft plaatsgevonden. De beschikking houdende scheiding van tafel en bed heeft daarmee haar kracht verloren.
De vrouw zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.
DE BESLISSING
De rechtbank :
Verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in het verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed.
coll.:
Deze beschikking is gegeven door mr. H.E.C. de Wit, lid van gemelde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van DONDERDAG 29 mei 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.