ECLI:NL:RBALK:2008:BD1622

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
6 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
246845 - CV EXPL 07-4048
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst en schadevergoeding na tekortkoming in levering door leverancier

In deze zaak vordert eiser, wonende te Hoensbroek, dat de rechtbank verklaart dat de overeenkomst met de gedaagde partij, Crawford B.V., rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden. Eiser stelt dat op 23 juni 2005 een overeenkomst is gesloten waarbij Crawford zich verplichtte om binnen 15 dagen twee overheaddeuren te leveren en te monteren voor een totaalbedrag van € 5.605,- exclusief BTW. Ondanks herhaalde sommaties heeft Crawford echter nagelaten de deuren te leveren, wat eiser noopte tot ontbinding van de overeenkomst en het vorderen van schadevergoeding. Eiser stelt dat hij een derde partij, Hörmann Nederland B.V., heeft moeten inschakelen voor de levering van vergelijkbare deuren, wat resulteert in een schade van € 3.566,43, alsook € 350,- aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met wettelijke rente.

Crawford heeft verweer gevoerd en betwist dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat uit de door partijen ondertekende opdrachtbevestiging blijkt dat er wel degelijk een overeenkomst is gesloten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Crawford in verzuim was door de overeenkomst niet na te komen en dat eiser recht heeft op schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser toegewezen, inclusief de gevorderde schadevergoeding en de buitengerechtelijke kosten. Tevens is Crawford veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Schlingemann, kantonrechter, op 6 februari 2008. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser, inclusief de verklaring voor recht en de schadevergoeding, toewijsbaar geacht en de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 246845 \ CV EXPL 07-4048 \RvK
Uitspraakdatum: 6 februari 2008
Vonnis in de zaak van:
[eiser], wonende te Hoensbroek, gemeente Heerlen
eisende partij
verder ook te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. M.J.M.H. Simons, advocaat te Roermond
tegen
de besloten vennootschap Crawford B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende
te Heerhugowaard
gedaagde partij
verder ook te noemen: Crawford
gemachtigde: mr. H.R.M. Jenné, advocaat te Alkmaar.
Het procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 24 augustus 2007 met producties;
- de conclusie van antwoord met productie;
- het tussenvonnis van 24 oktober 2007 waarin een comparitie van partijen werd gelast;
- de griffiersaantekeningen van de op 7 januari 2008 gehouden comparitie.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is de uitspraak bepaald op heden.
Het geschil
1. [eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I verklaring voor recht dat Crawford jegens [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de op 23 juni 2005 tussen partijen gesloten overeenkomst en dat [eiser] mitsdien rechtsgeldig de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden;
subsidiair:
II ontbinding van de op 23 juni 2005 tussen partijen gesloten overeenkomst;
III veroordeling van Crawford om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een schadevergoeding van € 3.566,43, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2007, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV veroordeling van Crawford om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 350,- aan buitengerechtelijke kosten, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2007, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
V veroordeling van Crawford in de kosten van deze procedure, met de uitdrukkelijke bepaling dat Crawford de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn als zij de proceskosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis voldoet.
2. [eiser] stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende.
Op 23 juni 2005 heeft [eiser] met Crawford een overeenkomst gesloten. Op basis van deze overeenkomst zou Crawford binnen 15 dagen twee overheaddeuren leveren en in de woning van [eiser] monteren, zulks voor een totaalbedrag van € 5.605,- excl. BTW (€ 6.669,95 incl. BTW). Ondanks ingebrekestelling en sommaties is Crawford nooit overgegaan tot levering en montage van de overheaddeuren, reden waarom [eiser] de overeenkomst heeft ontbonden en aanspraak maakt op vergoeding van de schade die hij lijdt door het niet nakomen van de overeenkomst. [eiser] zal een derde, Hörmann Nederland B.V., moeten inschakelen om vergelijkbare overheaddeuren te leveren en bij hem te monteren. Dit bedrijf rekent daar een bedrag van € 10.236,38 incl. BTW voor, zodat het prijsverschil met de overeenkomst met Crawford € 3.566,43 bedraagt. [eiser] maakt daarom aanspraak op dit laatste bedrag en een bedrag van € 350,- aan buitengerechtelijke kosten, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2007, althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
3. Crawford heeft verweer gevoerd, op welk verweer - voor zover van belang - bij de beoordeling van het geschil zal worden ingegaan.
De beoordeling
4. Partijen verschillen van mening of op 23 juni 2005 een perfecte overeenkomst tot stand is gekomen. Zij zijn het er wel over eens dat in elk geval nadien niet een nadere overeenkomst is gesloten: de offerte d.d. 25 juli 2005 van Crawford is door [eiser] niet geaccepteerd.
5. Volgens Crawford is op eerstgenoemde datum geen overeenkomst gesloten, maar betreft het slechts een aanbieding, waaraan zij niet is gebonden. De kantonrechter volgt Crawford daarin niet. Uit de door Crawford opgestelde en door [eiser] getekende opdrachtbevestiging blijkt dat partijen het over alle belangrijke onderdelen van de overeenkomst eens waren. Van enig voorbehoud of voorwaarde is niet gebleken. Dat een vertegenwoordiger van Crawford op 8 juli 2005 met [eiser] over aanpassingen of wijzigingen heeft gesproken doet daaraan niet af. Evenmin de omstandigheid dat tussen partijen onduidelijkheid is ontstaan of en zo ja [eiser] zelf en al dan niet voor eigen rekening bepaalde bouwkundige voorzieningen moest treffen (waarop hierna zal worden ingegaan).
6. Het formulier vermeldt dat Crawford eerst gebonden is na acceptatie door haar kredietverzekeraar en na schriftelijke bevestiging van de opdracht. Dat laatste is volgens Crawford niet geschied. Voorts bepaalt art 2.1 van de algemene voorwaarden, waarnaar bedoeld formulier verwijst, dat alle aanbiedingen vrijblijvend zijn. Daargelaten dat het hier niet om een strikte aanbieding (offerte) gaat, kan Crawford zich niet in redelijkheid op beide bepalingen beroepen, nu zij zich in haar correspondentie met [eiser] expliciet op het standpunt heeft gesteld dat partijen wel een overeenkomst zijn aangegaan, die naar haar mening vervolgens is geannuleerd maar die zij - zo heeft ze [eiser] expliciet meegedeeld - vervolgens alsnog weer gestand wil doen:
Citaat brief 6 januari 2006 zijdens Crawford:
"De aanvankelijk medio 2005 gesloten overeenkomst op grond waarvan u van ons twee overheaddeuren heeft gekocht gelijk wij deze aan u hebben verkocht, is nadien ontbonden in verband met andere aan te houden specificaties."
Citaten brief 11 augustus 2006 zijdens Crawford:
"Op 23 juni 2005 kocht uw cliënt een overheaddeur. Onze projectleider de heer [X] heeft op 8 juli 2005 uw cliënt bezocht, waarbij uw cliënt andere wensen heeft geformuleerd. Dit is de reden geweest dat onze verkoopleider de heer Van Dijk een nieuwe offerte aan uw cliënt heeft uitgebracht en wij van mening waren dat de overeenkomst van 23 juni 2006 ontbonden was."
"Als uw cliënt er toch op blijft staan dat de overeenkomst van 23 juni 2006 dient te worden uitgevoerd dan zullen wij dat nolens volens doen."
7. Subsidiair heeft Crawford gesteld dat zij niet in verzuim is geraakt door de overeenkomst niet uit te voeren, omdat nog inmetingen moesten worden verricht en [eiser] diende zorg te dragen voor "bouwframes etc." Volgens [eiser] zijn deze werkzaamheden onderdeel van de verplichtingen die voor Crawford uit de overeenkomst voortvloeien. Crawford kon zich daar niet eenzijdig aan onttrekken.
8. Vooropgesteld zij, dat het schriftelijk stuk dat van de overeenkomst is opgemaakt (de "opdrachtbevestiging") niet expliciet melding maakt van materialen of werkzaamheden die betrekking hebben op bouwkundige werkzaamheden. Er is slechts sprake van levering en montage van een tweetal deuren met elektrische bediening. De algemene voorwaarden bepalen dat in de prijs van het werk niet zijn inbegrepen "de kosten voor grond-, hei-, hak-,breek-,funderings-,metsel-,timmer-,stukadoors-,schilder-,behangers-,herstel- of ander bouwkundig werk". Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit deze opsomming dat het gaat om werkzaamheden die de voorwaarden scheppen om de montage van de deuren mogelijk te maken, maar die op zichzelf daarmee geen verband houden. [eiser] heeft gesteld dat voor de montage van de deuren in zijn woning dergelijke werkzaamheden niet nodig waren, doch uitsluitend het aanbrengen van een metalen kokerprofiel, waaraan de deuren bevestigd worden. Deze stelling is door Crawford niet, althans volstrekt onvoldoende betwist, zeker in het licht van de offerte van Hörmann Nederland B.V. die mede betrekking heeft op het plaatsen van kokers, kennelijk als enige noodzakelijke aanpassing. Dhr. [Y] verklaarde ter comparitie dat hij onvoldoende technische kennis had om aan te geven om welke (andere of meerdere) werkzaamheden het dan zou gaan. De kantonrechter is van oordeel dat een metalen kokerprofiel als hier bedoeld is zozeer specifiek gerelateerd aan (de bevestiging van) dit soort deuren dat een opdrachtgever, zeker als het een consument is, ervan mag uitgaan dat deze in de prijs is inbegrepen, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld of overeengekomen, hetgeen hier is gesteld noch gebleken.
9. Hoewel Crawford in de conclusie van antwoord daaraan geen woord wijdt, is de kantonrechter gebleken dat een geschilpunt tussen partijen nog is of Crawford op basis van bedoelde overeenkomst gerechtigd was om andere betalingscondities te verlangen dan welke staan vermeld op het opdrachtformulier. Crawford meent van wel, met een beroep op haar algemene voorwaarden volgens welke zij nadere zekerheid voor betaling kan verlangen (art. 17.3). Anders dan zij stelt, zijn termijnbetalingen geen zekerheidstelling. Voor zover de termijnregeling van art. 17.2 afwijkt van die genoemd in de opdrachtbevestiging, prevaleert de laatste, zoals de algemene voorwaarden overigens ook zelf bepalen (art. 17.2: tenzij anders is overeengekomen...). Gesteld noch gebleken is dat [eiser] niet bereid was om zich aan deze betalingscondities te houden.
10. Een en ander komt er op neer dat de kantonrechter van oordeel is dat er geen gerechtvaardigde reden was voor Crawford om zich aan de verdere uitvoering van de oorspronkelijke overeenkomst te onttrekken, zeker toen duidelijk was dat wijzigingen door [eiser] niet werden geaccepteerd. Crawford is vervolgens is verzuim geraakt en [eiser] heeft de overeenkomst op goede ronden buitengerechtelijk ontbonden. Hij kan daarom aanspraak maken op vergoeding van de schade als gevolg daarvan.
11. Crawford heeft de redelijkheid van het door Hörmann B.V. geoffreerde bedrag niet (voldoende) betwist en evenmin dat het hier om een kwalitatief gelijkwaardig product gaat. Dat [eiser] nog niet tot aanschaf is overgegaan maakt op zichzelf niet uit, nu de schade abstract kan worden berekend; niet in geschil is dat de prijzen inmiddels aanzienlijk gestegen zijn en dat [eiser] thans niet meer voor het oorspronkelijk overeengekomen bedrag eenzelfde prestatie kan verkrijgen en dat [eiser] ook voornemens is om tot nieuwe aanschaf over te gaan.
12. Een en ander leidt er toe dat de vorderingen betreffende de verklaring voor recht en de gevorderde hoofdsom inclusief rente toewijsbaar zijn. De buitengerechtelijke (incasso)kosten zullen eveneens worden toegewezen, nu uit de overgelegde correspondentie voldoende aannemelijk is gebleken, dat partijen reeds geruime tijd voor de aanvang van de procedure inhoudelijk en uitvoerig over hun geschil hebben gecorrespondeerd.
13. Gelet op de uitkomst van het geschil dient Crawford als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Verklaart voor recht dat de tussen partijen op 23 juni 2005 gesloten overeenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk ontbonden is.
Veroordeelt Crawford om aan [eiser] tegen kwijting te betalen een bedrag van € 3.916,43, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.566,43 vanaf 19 mei 2007 tot de dag van betaling.
Veroordeelt Crawford in de proceskosten, die tot heden voor [eiser] worden vastgesteld op een bedrag van € 683,31 [inclusief BTW indien en voorzover door Crawford verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van € 400,- voor salaris van de gemachtigde van [eiser] [waarover Crawford geen BTW verschuldigd is].
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C. Schlingemann, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 6 februari 2008 in het openbaar uitgesproken.