ECLI:NL:RBALK:2008:BC9157
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- T. Luigjes
- C.M. van Wechem
- W.P. van der Haak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift inzake WOZ-waarde en de gevolgen voor de onderhandelingspositie bij verkoop
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 12 maart 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te [plaatsnaam], en de heffingsambtenaar van de gemeente Alkmaar. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn onroerende zaken, die op 25 februari 2007 door verweerder was vastgesteld op € 129.000,00 en € 35.000,00 voor respectievelijk twee WOZ-objecten. Eiser stelde dat een hogere WOZ-waarde noodzakelijk was voor een betere onderhandelingspositie bij de verkoop van deze objecten. Verweerder had het bezwaar ongegrond verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat het bezwaar niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 5 februari 2008, waarbij eiser in persoon aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd was door R.J. Ligthart. De rechtbank overwoog dat de omstandigheid dat de WOZ-waarde mogelijk te laag was, niet relevant was voor de beoordeling van de onderhandelingspositie van eiser. De rechtbank concludeerde dat eiser met zijn bezwaar niet het beoogde doel kon bereiken en dat het bezwaar om die reden niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard. De rechtbank vernietigde de bestreden uitspraak op bezwaar en verklaarde het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk.
De rechtbank bepaalde tevens dat de gemeente Alkmaar het door eiser betaalde griffierecht van € 39,00 diende te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, in tegenwoordigheid van de griffier.