ECLI:NL:RBALK:2008:BC7271
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot de rol van de gemachtigde
In deze zaak heeft verzoekster op 11 februari 2008 een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter in een aanhangige strafzaak. De wraking was gebaseerd op de stelling dat de kantonrechter niet had toegestaan dat de gemachtigde van verzoekster, drs. P.J. van Zuidam, het woord voerde tijdens de zitting, terwijl de verdachte zelf aanwezig was. De kantonrechter heeft in zijn schriftelijke reactie op het verzoek aangegeven niet te berusten in de wraking. De wrakingskamer heeft de zaak behandeld op 4 maart 2008, waarbij verzoekster niet aanwezig was, maar haar gemachtigde wel. De kantonrechter en de officier van justitie hebben van hun recht om te worden gehoord geen gebruik gemaakt.
De wrakingskamer heeft de argumenten van Van Zuidam gehoord, die stelde dat de kantonrechter in zijn beslissing niet voldoende rekening had gehouden met de belangen van de verdediging. Van Zuidam betoogde dat andere rechters in vergelijkbare zaken vaak tot andere beslissingen komen en dat de kantonrechter in deze zaak mogelijk partijdig was. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat de motivering van de kantonrechter, hoewel kort, duidelijk was en dat er geen gegronde vrees voor partijdigheid bestond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslissing van de kantonrechter was gebaseerd op de wet en de rechtspraak van de Hoge Raad, wat niet kan leiden tot een gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de behandeling van de strafzaak met het bijbehorende parketnummer zal worden voortgezet. De beslissing is genomen door de wrakingskamer, bestaande uit de rechters Littooy, Lourens en Berkers, en is uitgesproken in aanwezigheid van griffier J.A. Huisman op 18 maart 2008.